Medezeggenschap en arbeidsomstandigheden

Zorgen voor goede arbeidsomstandigheden is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van werkgevers en werknemers (artikel 12 Arbowet). Op deze pagina lees je wat de belangrijkste aandachtspunten binnen het arbobeleid zijn en welke rechten de ondernemingsraad (or) of de personeelsvertegenwoordiging (pvt) heeft.

Belangrijke aandachtspunten

De Arbowet beschrijft in algemene zin de verplichtingen voor de werkgever. Kijk voor concrete bepalingen in het Arbobesluit en de Arboregeling.

De werkgever is verplicht om:

  • te zorgen voor gezonde en veilige arbeidsomstandigheden en daar een (arbo)beleid voor op te stellen (artikel 3 Arbowet).
  • alle risico’s in de onderneming in kaart te brengen en preventieve maatregelen te nemen (artikel 5 Arbowet).
  • de gevaren zoveel mogelijk bij de bron aan te pakken.
  • de werknemers te informeren over de risico’s en hoe zij hiermee om moeten gaan.
  • er op toe te zien dat de regels worden nageleefd (artikel 8 Arbowet).

Een belangrijk onderdeel van goed arbobeleid is de beperking van de psychosociale arbeidsbelasting (PSA). Daaronder verstaan we: discriminatie, (seksuele) intimidatie, agressie en geweld, pesten en werkdruk. Veel werkenden hebben daarmee te maken en dit kan leiden tot stress en onveiligheid.

Voor het uitvoeren van het arbobeleid moet de werkgever zich laten bijstaan door deskundige medewerkers (preventiemedewerkers, artikel 13 van de Arbowet). Daarnaast laat de werkgever zich bijstaan door een arbodienst. Een werkgever kan er ook voor kiezen om, in plaats van een arbodienst, een gecertificeerde bedrijfsarts en eventuele andere deskundigen in te schakelen. We spreken in dat geval van een maatwerkregeling (artikel 14 lid 9 Arbowet). Het kan zijn dat dit in de cao geregeld is. Zo niet, dan heeft de or of pvt overeenstemmingsrecht.
De werkgever moet de Nederlandse Arbeidsinspectie (voorheen Inspectie SZW) toegang verlenen en haar werk laten doen. De Arbeidsinspectie inspecteert onder andere of het werk onder gezonde en veilige omstandigheden gebeurt en of de werkgever een goed arbobeleid heeft. De or of de pvt heeft het recht met de inspecteur mee te lopen en daar vertrouwelijk mee te overleggen.

Instemmingsrecht

De Wet op de ondernemingsraden (WOR) geeft de or en pvt instemmingsrecht bij het instellen, wijzigen of beëindigen van regelingen op het gebied van arbeidsomstandigheden, ziekteverzuim en re-integratie voor zover de ondernemer nog ruimte heeft voor eigen keuzes. Dit is geregeld in artikel 27, lid 1d WOR.

Die keuzevrijheid bestaat in ieder geval voor:

  • de inhoud en aanpak van de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E);
  • de taken en persoon van de preventiemedewerker;
  • de keuze van en het contract met de arbodienst (ook toegang van de bedrijfsarts tot de werkplek);
  • de inrichting van de interne arbodienst;
  • de regeling voor toegang tot de bedrijfsarts;
  • de regeling voor het recht van medewerkers op een second opinion bij een geschil met de bedrijfsarts;
  • het laten verrichten van aanstellingskeuringen (voor zover toegestaan volgens de Wet op de medische keuringen);
  • beleid en procedures m.b.t. persoonlijke beschermingsmiddelen;
  • organisatie van de bedrijfshulpverlening;
  • de verplichtingen rond gevaarlijke installaties (veiligheidsrapport e.d.).

Adviesrecht

Bij de aanschaf van bijvoorbeeld nieuwe technologie of bij reorganisatie van een productieproces kan de or de gevolgen voor de arbeidsomstandigheden en gezondheidsrisico’s aan de orde stellen en gebruik maken van zijn adviesrecht volgens artikel 25 WOR.

Stimulerende taak

De ondernemingsraad heeft de taak om de naleving van voorschriften op het gebied van arbeidsomstandigheden te stimuleren (artikel 28, lid 1 WOR).

Meer specifieke informatie

Ben je op zoek naar praktische informatie over specifieke arbo-onderwerpen? Ga dan naar het SER-Arboplatform.