Medezeggenschap bij faillissement

Wat zijn de rol, rechten en bevoegdheden van or en pvt bij een faillissement? Hierover is nog veel onbekendheid. Op deze pagina leggen we uit hoe en op welk moment een ondernemingsraad (or) of personeelsvertegenwoordiging (pvt) betrokken moet worden.

Slechte financiële situatie

Een faillissement mag voor een or of pvt nooit als een verrassing komen. De bestuurder moet de or en pvt regelmatig informeren over de financiële situatie waarin de organisatie zich bevindt.
De or kan zich hierbij beroepen op artikel 23 en 24 van de WOR. Voor de pvt geldt artikel 35 b, lid 1 en 4 WOR.

Als een accountant ernstige twijfels heeft over het voortbestaan van de onderneming, moet hij direct een kopie van de negatieve controleverklaring aan de or sturen (artikel 31a lid 8 WOR).

Surseance van betaling/ faillissement

Als een organisatie grote financiële problemen heeft kan er een uitstel van betaling (surseance) worden aangevraagd om de problemen op te lossen. Lukt dit niet, dan moet er bij de rechter faillissement worden aangevraagd. Bij beide stappen hoeft de bestuurder de or of pvt niet om advies te vragen. De or of pvt kan op basis van artikel 10 van de Faillissementswet wel als belanghebbende gedurende acht dagen verzet aantekenen tegen de faillietverklaring.

Wet homologatie onderhands akkoord

De wet homologatie onderhands akkoord is op 1 januari 2021 ingegaan en is bedoeld om faillissementen te helpen voorkomen. De or en pvt hebben het recht om bij de rechtbank een verzoek te doen om een herstructureringsdeskundige aan te wijzen die samen met de aandeelhouders en schuldeisers in overleg gaat om te komen tot een zogenaamd onderhands akkoord. Dit akkoord is erop gericht om (een deel van) de organisatie te laten voortbestaan en daarmee het faillissement af te wenden. Het akkoord heeft de goedkeuring nodig van de rechtbank.

Bewindvoerder/curator

Als een organisatie failliet wordt verklaard, wordt er door de rechtbank een curator aangewezen. De curator neemt de bedrijfsvoering en de bevoegdheden van de bestuurder over en moet ervoor zorgen dat het faillissement goed verloopt en de schuldeisers zoveel mogelijk krijgen waar ze recht op hebben.
Door de curator kunnen voorgenomen besluiten worden genomen die volgens de WOR adviesplichtig zijn. In dat geval moet dit besluit aan de or worden voorgelegd als er kans is op een doorstart of de organisatie tijdelijk kan worden voortgezet. Bij een pvt moeten deze voorgenomen besluiten worden voorgelegd als het gaat om besluiten die kunnen leiden tot het verlies van de arbeidsplaats of tot een belangrijke verandering van de arbeid of de arbeidsvoorwaarden van ten minste een vierde van de medewerkers.
De curator hoeft zich niet te houden aan in de WOR geldende termijnen bij besluitvorming. Ook mag het voorgenomen besluit mondeling aan de or of pvt worden voorgelegd.

Stroomschema insolventieprocedures en toepasselijke medezeggenschapsrechten.

De SER heeft een stroomschema gemaakt met als doel om
betrokkenen te informeren over welke medezeggenschapsrechten gelden wanneer een organisatie niet langer aan haar financiële verplichtingen kan voldoen (insolventie).
Het schema biedt werkgevers, werknemers, leden van medezeggenschapsorganen, curatoren en bewindvoerders inzicht in het geldende recht in drie te onderscheiden fases:

  • rechten voorafgaand aan insolventie van de ondernemer;
  • rechten tijdens insolventie; en
  • rechten na insolventie.

Download: Stroomschema Insolventieprocedures en toepasselijke medezeggenschapsrechten (PDF, 138 kB)