Vraag en antwoord over 'start een or of pvt'
Staat je vraag er niet bij, bel of mail dan via 070 3499 561 of or-vragenservice@ser.nl.
De in de wet genoemde ‘in de onderneming werkzame personen’ zijn:
De ondernemer en or kunnen samen afspreken om de groep ‘in de onderneming werkzame personen’ uit te breiden. De WOR maakt het mogelijk om werknemers die regelmatig in de onderneming arbeid verrichten zonder arbeidsovereenkomst of aanstelling, te betrekken bij de medezeggenschap. Denk bijvoorbeeld aan vrijwilligers, gedetacheerden of aan uitzendkrachten die nog geen 15 maanden in de onderneming werken. De ondernemer en de or kunnen hun ook het actief of passief kiesrecht voor de or toekennen. Deze ‘nieuwe’ groepen tellen vervolgens mee bij het beantwoorden van de vraag of een or verplicht is en uit hoeveel leden deze moet bestaan.
Worden de ondernemer en de or het niet eens over de vraag of bepaalde groepen werkenden moeten worden aangemerkt als ‘in de onderneming werkzame personen’? Dan kan de bedrijfscommissie bemiddelen en advies geven. Ook kan de zaak worden voorgelegd aan de kantonrechter.
Artikel 1 WOR: omschrijving van het begrip ‘onderneming’.
Artikel 6 WOR: omschrijving van het begrip ‘in de onderneming werkzame personen’.
Elektronisch stemmen is formeel niet toegestaan in de WOR (‘schriftelijk stemmen’). Ook de meeste or-reglementen gaan nog steeds uit van een schriftelijke stemming. Maar in de praktijk gaan bedrijven steeds vaker over op digitale or-verkiezingen. Wil een onderneming overgaan op digitaal stemmen? Dan moet dat vóór aanvang van de verkiezingen zijn geregeld in het or-reglement.
Veiligheid en geheimhouding zijn natuurlijk essentieel bij elektronisch stemmen. Zorg bijvoorbeeld dat uitsluitend werknemers die mogen stemmen, met behulp van een unieke code kunnen inloggen. Welke werknemer welke stem heeft uitgebracht moet niet herleidbaar zijn. Verder is van belang te registreren dát er is gestemd, zodat het onmogelijk is om een tweede keer te stemmen.
De organisatie van de verkiezingen is de verantwoordelijkheid van de or. Maar de verkiezing van de eerste or wordt georganiseerd door en onder verantwoordelijkheid van de ondernemer.
Nadat hij de betrokken vakbonden heeft gehoord over het ontwerp, stelt de ondernemer een voorlopig or-reglement op. Omdat de eerste verkiezingen plaatsvinden op basis van het voorlopige reglement, moet het document zijn vastgesteld voordat wordt gestart met de organisatie van de or-verkiezingen.
De eerste stap is vervolgens het bepalen van een datum voor de verkiezingen. De ondernemer houdt hierbij rekening met de kandidaatstellingstermijnen die zijn opgenomen in het voorlopig or-reglement. In de praktijk komt het er op neer dat op z’n vroegst negen weken na het vaststellen van het voorlopige reglement de eerste or-verkiezingen kunnen plaatsvinden.
Na de verkiezing stelt de or vervolgens zijn eigen (definitieve) reglement vast voor zijn werkzaamheden.
Het Voorbeeldreglement ondernemingsraden kan ook gebruikt worden voor het opstellen van een voorlopig reglement. Het Voorbeeldreglement ondernemingsraden is te raadplegen en te downloaden vanaf de website van de SER. In het hierin opgenomen modelreglement worden onder meer de werkwijze en de procedure geregeld voor or-verkiezingen.
Stel dat een onderneming nieuw is en binnen korte tijd het aantal van vijftig medewerkers heeft bereikt. Formeel zijn de mensen dan niet verkiesbaar (nog geen jaar werkzaam) en niet kiesgerechtigd (nog geen zes maanden werkzaam). Betekent dit dat men moet wachten met het oprichten van een or? Nee, de WOR biedt een oplossing: het reglement mag afwijken van de diensttijdeisen als dit bevorderlijk is voor een goede toepassing van de WOR in de onderneming.
Ook in het voorlopige or-reglement kunnen de diensttijdeisen worden ingekort, zodat er eerder voldoende kandidaten te kiezen zijn en er voldoende kiesgerechtigden zijn.
Artikel 6 WOR: over het afwijken van de diensttijdeis.
De or kan eenzijdig het or-reglement wijzigen en daarmee de keuze (of juist niet) voor het kiesgroepenstelsel. Hiervoor is dus geen instemming nodig van de ondernemer of de bedrijfscommissie. De WOR bepaalt namelijk dat de or zijn eigen reglement vaststelt, aanvult of wijzigt. De or kan deze zelfstandige bevoegdheid niet overdragen aan of delen met anderen.
Van tevoren moet de or de ondernemer wel in de gelegenheid stellen zijn standpunt kenbaar te maken. Concreet betekent dit dat de or het concept voor de wijziging van het reglement aan de ondernemer moet zenden. De ondernemer kan aangeven of hij bezwaar heeft tegen (bepaalde onderdelen van) de voorgenomen wijziging(en). Vervolgens is het aan de or wat hij met deze bezwaren doet.
De WOR kent niet de mogelijkheid om de zittingstermijn van een or te verlengen. In de praktijk gebeurt dit echter wel, als alle partijen (or, bestuurder, vakbonden, achterban) het erover eens zijn.
Is er geen mandaat van deze partijen? Dan is de verlenging in strijd met de wet en kan de or tijdens deze periode geen rechtsgeldige besluiten nemen.
Voor uitstel van de verkiezingen en verlenging van de zittingstermijn moeten gegronde redenen zijn en de verlengingsperiode moet redelijk en overzichtelijk zijn. Het is van belang dat de or goed uitlegt in de organisatie waarom uitstel nodig is. Iedere belanghebbende – onder meer alle in de onderneming werkzame personen – kan hier bezwaar tegen maken. Dit kan bijvoorbeeld door te reageren op het bericht waarin de or het uitstel toelicht.
Het echte probleem is vaak niet die tussentijdse vacature, maar het feit dat (te) weinig mensen blijkbaar zin hebben om or-werk te doen. Dáár moet je wat aan doen. Helaas los je dat probleem niet in een middag op. Het vraagt een langetermijnstrategie. Begin daar bij de start van de or gelijk mee. Communiceer! Laat zien wat de or is en doet en wat het je persoonlijk oplevert. Betrek je collega’s bij de onderwerpen waar je mee bezig bent. Laat zien hoe leuk en interessant het is om mee te denken over het welvaren van jullie onderneming. En betrek de bestuurder erbij, want die heeft ook belang bij goede medezeggenschap.
De CBM heeft suggesties opgesteld voor het voller krijgen van de ondernemingsraad. Laat je inspireren.
De or kan steeds zijn reglement wijzigen, zolang hij de ondernemer maar de gelegenheid geeft om commentaar hierop te geven. Wijzigingen gaan onmiddellijk in, tenzij het de spelregels van de verkiezingen betreft: deze worden pas bij de eerstvolgende algemene verkiezingen van kracht. Ook een wijziging van de zittingstermijn of het aantal or-leden gaat pas in bij de eerstvolgende algemene verkiezing.
Het or-reglement moet vermelden hoeveel or-leden aanwezig moeten zijn om een rechtsgeldige vergadering te kunnen houden (quorum). Er zijn geen algemeen geldende regels voor de berekening van het quorum.
Het Voorbeeldreglement ondernemingsraden van de SER bevat de volgende modelbepaling: ‘Een vergadering kan slechts plaatsvinden indien de meerderheid van de leden van de ondernemingsraad aanwezig is.’ Dit is de meerderheid van het aantal leden waaruit de or volgens zijn reglement bestaat.
Artikel 14 WOR: over het quorum.
De ondernemer en de or of pvt kunnen schriftelijk afspreken dat zij meer rechten of bevoegdheden krijgen dan zij volgens de WOR hebben. Deze overeenkomst kan ook gaan over (primaire) arbeidsvoorwaarden. Een voorbeeld hiervan kan zijn dat de or instemmingsrecht krijgt over alle regelingen in het personeelshandboek.
Een redelijke toepassing van de wet brengt met zich mee dat een ondubbelzinnige mondelinge afspraak tussen ondernemer en de or of de pvt ook geldig is. Zie voor meer informatie over de ondernemingsovereenkomst het SER-Voorbeeldreglement ondernemingsraden.
Artikel 32 lid 2 WOR: over de extra bevoegdheden van de or.
Nee, de ondernemer en de or of de pvt kunnen geen afspraken maken over een beperking van de rechten en bevoegdheden.
Dat klopt. De ondernemingsovereenkomst (ook wel convenant genoemd) geldt in principe voor onbepaalde tijd. Tenzij dat anders is afgesproken. Opzeggen van de overeenkomst kan alleen als beide partijen het daar mee eens zijn. Dit moet dan gemeld worden bij de bedrijfscommissie.
Een overduidelijke mondelinge afspraak kan ook voldoende zijn, maar om discussie te voorkomen is het aan te raden de afspraken schriftelijk vast te leggen.
De bedrijfscommissie moet op de hoogte worden gebracht van de inhoud van de overeenkomst.
In de Wet op de ondernemingsraden (WOR) betekent het begrip onderneming iets anders dan in andere wetten en het dagelijks spraakgebruik. Iedere arbeidsorganisatorische eenheid die zich in het maatschappelijk verkeer presenteert als zelfstandige eenheid, is een onderneming in de zin van de WOR. Voorbeelden zijn een fabriek, winkel, kantoor of filiaal. Hierbij zijn drie elementen van belang:
Artikel 1 WOR: omschrijving van het begrip ‘onderneming’.
Het dagelijks bestuur (DB) is verantwoordelijk voor de aansturing van de or. Het DB zorgt in elk geval voor de planning van de vergaderingen en stelt de agenda op. De bestuurder ziet het DB vaak als eerste aanspreekpunt van de or.
Belangrijk is dat vooraf door de or wordt bepaald hoeveel mandaat het DB krijgt. Mag het DB tussentijds informeel overleg voeren met de bestuurder en zo ja, mag de voorzitter of de secretaris dit alleen doen, of moeten ze minimaal met twee personen zijn? Mag het DB or-leden of commissies aanspreken op prestaties, etc.
Hoever het mandaat ook rijkt, het DB mag nooit zelfstandig besluiten nemen, dat is aan de or.
De WOR zegt niets over het tijdstip waarop de kandidatenlijsten moeten worden ingediend. Het SER-Voorbeeldreglement ondernemingsraden geeft de volgende procedure voor de kandidaatstelling:
Uiteraard kan een or kiezen voor andere termijnen.
Artikel 7 lid 1 tot en met 7 van het voorbeeldreglement over de procedure voor kandidaatstelling.
Mensen kunnen zich op twee manieren kandidaat stellen voor de or: via een vakbond of als zogeheten ‘vrije’ kandidaat. Gaat het via de vakbond, dan toetst die het draagvlak van de kandidaat. Vrije kandidaten moesten vroeger handtekeningen verzamelen van collega’s die hun kandidatuur ondersteunden. Deze verplichting is in 2013 geschrapt uit de WOR.
Een kandidatenlijst kan worden ingediend door een werknemersorganisatie (vakbond) of door een of meerdere kiesgerechtigde personen die in de onderneming werkzaam zijn en die niet lid zijn van een werknemersorganisatie die een kandidatenlijst heeft ingediend.
Verkiesbare werknemers die geen lid zijn van een vakbond en verkiesbare werknemers die lid zijn van een vakbond die geen kandidaten heeft gesteld, kunnen zichzelf kandideren via een vrije kandidatenlijst: zij kunnen als kiesgerechtigde werknemers zelf hun kandidatenlijst indienen. Een kandidatenlijst kan dus de naam van één persoon bevatten.
Ook verkiesbare werknemers die lid zijn van een vakbond die wel kandidaten heeft gesteld, maar zich niet via die bond willen of kunnen kandideren, kunnen zich kandideren via een vrije kandidatenlijst. Zij kunnen deze lijst echter niet zelf indienen. De lijst moet dan dus worden ingediend door ten minste één kiesgerechtigde werknemer die géén lid is van een vakbond die kandidaten heeft gesteld.
Let op: een or-reglement dat het handtekeningenvereiste (van voor de wetswijziging van 2013) nog noemt, is strijdig met de wet en moet op dit punt worden aangepast, in ieder geval voor er nieuwe verkiezingen plaatsvinden.
Artikel 9 WOR: over het indienen van kandidatenlijsten.
Het kiesgroepenstelsel houdt in dat de onderneming wordt verdeeld in verschillende onderdelen (kiesgroepen) en dat elke kiesgroep een (of meer) or-leden kiest.
Een kiesgroep omvat medewerkers die bepaalde gemeenschappelijke belangen hebben, waarin zij zich onderscheiden van andere medewerkers. Zo kun je kiesgroepen vormen op basis van bepaalde functies. Denk bijvoorbeeld aan administratief personeel, verkoopmedewerkers, facilitair personeel.
Ook is het mogelijk kiesgroepen te maken op basis van onderdelen van de onderneming; bijvoorbeeld verschillende locaties of afdelingen (hoofdkantoor, productieafdelingen en dergelijke).
Als de onderneming is verdeeld in kiesgroepen, moeten voor elke kiesgroep afzonderlijke kandidatenlijsten worden ingediend.
Het reglement moet de verschillende kiesgroepen met name noemen en het aantal door en uit deze kiesgroepen te kiezen or-leden.
Zie voor meer informatie over het kiesgroepenstelsel het SER-Voorbeeldreglement ondernemingsraden.
Artikel 9 lid 3 WOR: over het kiesgroepenstelsel.