De (rechts)positie van or- en pvt-leden
In je or- of pvt-werk moet je je onafhankelijke kunnen opstellen tegenover de bedrijfsleiding. Daarom is het goed om te weten dat je extra beschermd bent tegen benadeling en ontslag. Omdat de combinatie van medezeggenschapswerk met je andere werk in de praktijk soms lastig is, is het belangrijk om daar – breed gedragen – oplossingen voor te vinden en afspraken over te maken. NB. Daar waar in het vervolg or staat, kun je ook pvt lezen.
Bescherming
Belangrijk uitgangspunt is dat werknemers die bij het or-werk betrokken zijn of zijn geweest, beschermd zijn tegen benadeling en ontslag vanwege (betrokkenheid bij) het or-werk.
Een goede bescherming bevordert immers de deelname aan werkzaamheden van het medezeggenschapsorgaan. Door deze bescherming kunnen or-leden zich onafhankelijk van de leiding van de onderneming opstellen.
Bescherming tegen benadeling
De ondernemer heeft de plicht ervoor te zorgen dat werknemers niet op grond van hun initiatief, kandidaatstelling, (ex-)lidmaatschap of positie als ambtelijk secretaris nadeel ondervinden in hun positie in de onderneming. De bescherming tegen benadeling is geregeld in artikel 21 WOR.
Ontslagbescherming
De ontslagbescherming voor werknemers die bij het or-werk betrokken zijn of zijn geweest, is geregeld in artikel 7: 670, lid 4 en lid 10 BW.
NB. Ontslagbescherming geldt ook voor een ambtelijk secretaris.
De ontslagbescherming geldt uiteraard niet als:
- de werknemer schriftelijk heeft ingestemd met de opzegging
- het een opzegging tijdens de proeftijd betreft
- de opzegging op staande voet plaatsvindt op grond van een dringende reden
- de opzegging plaatsvindt wegens beëindiging van de werkzaamheden van de onderneming (tenzij sprake is van zwangerschaps- of bevallingsverlof)
- de opzegging plaatsvindt omdat de werknemer de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, voor zover de opzegging geen verband houdt met omstandigheden waarop de opzegverboden betrekking hebben
- de opzegging plaatsvindt op grond van het noodzakelijkerwijs vervallen van arbeidsplaatsen vanwege bedrijfseconomische omstandigheden, anders dan wegens de beëindiging van de werkzaamheden van de onderneming, en de werknemer ten minste 26 weken werkzaam is geweest op de arbeidsplaats die vervalt
Artikel 7: 670a lid 2 onder a tot en met e BW en artikel 7: 670a lid 3 BW
Regelingen en afspraken
Het is verstandig om met de ondernemer te overleggen en – zo nodig – regelingen te treffen over de volgende aspecten van de positie van or-leden:
- tijdsbeslag
- loopbaan en inkomen
- vrijstelling
- deeltijdarbeid;
- ploegendiensten
Tips
Aan te bevelen is dat de werkgever op basis van deze regelingen afspraken maakt met het individuele or-lid, passend bij de persoonlijke situatie.
Concrete toezeggingen of andere inhoudelijke afspraken leg je bij voorkeur schriftelijk vast, zodat daarover geen onduidelijkheid ontstaat bij de bestuurder, de direct leidinggevende, de or of het individuele or-lid.
Tijdsbeslag
De WOR geeft een globale indicatie van het tijdsbeslag van het or-werk voor individuele or-leden.
Het feitelijke tijdsbeslag van het or-werk is van diverse factoren afhankelijk, zoals:
- omvang, structuur en complexiteit van de onderneming;
- de functie van betrokkene in de medezeggenschap;
- de wijze waarop de werkzaamheden in de or worden verdeeld;
- de efficiency in de werkwijze van de or en zijn eventuele commissies;
- de mate waarin gebruik gemaakt kan worden van bijvoorbeeld administratieve faciliteiten.
Tips voor de or
- Maak goede afspraken met de ondernemer over het functioneren en het tijdsbeslag van de or als geheel en over de tijd die or-leden individueel in werktijd aan de or kunnen besteden.
- Verdeel de taken zoveel mogelijk over de verschillende or-leden
- Evalueer periodiek de gemaakte afspraken en pas ze zonodig aan
- In grotere ondernemingen kan worden overwogen een regeling af te spreken voor de oplossing van problemen of geschillen over de uitvoering van de gemaakte afspraken
Tip voor het (aanstaande) or-lid
Goed overleg met je leidinggevende is belangrijk. Bij voorkeur al in de fase waarin je je kandidaat stelt, zodat jullie je tijdig op de consequenties van het tijdsbeslag voor het or-werk kunnen instellen.
Onvoorziene omstandigheden, bijvoorbeeld een ingrijpende reorganisatie, kunnen (tijdelijke) bijstelling van de afspraken over het tijdsbeslag noodzakelijk maken.
Tip voor leidinggevenden
Wanneer een (of meer) medewerkers van dezelfde afdeling lid is/zijn van de or moet u daarmee rekening houden bij de verdeling van de werkzaamheden over het totaal aantal medewerkers van de afdeling.
Artikel 17, lid 2 WOR
Artikel 18, lid 1 en lid 2 WOR
Loopbaan en inkomen
Vooral ten aanzien van loopbaan en inkomen gaat het erom inhoud te geven aan de door artikel 21 WOR van de ondernemer verlangde bescherming tegen benadeling. De volgende punten verdienen hierbij de aandacht
- het or-lidmaatschap mag geen nadelige gevolgen hebben voor het inkomen/beloning en toeslagen
- het or-lid moet net als alle andere werknemers kunnen meedingen naar promotie- of overplaatsingsmogelijkheden en gebruik kunnen maken van relevante scholingsactiviteiten
- or-werk is (ook) werk. De beoordeling van de functievervulling mag niet nadelig worden beïnvloed door het or-lidmaatschap
Met het oog daarop is het van belang dat wordt vastgelegd in welke mate de voor het or-lid gebruikelijke arbeidstijd aan or-werk kan worden besteed.
Het is zinvol tijdig afspraken te maken over de functievervulling na afloop van het or-lidmaatschap. Zie verder bij ‘Vrijstelling’.
Vrijstelling
Vooral in grotere ondernemingen komt het voor dat een of meer or-leden – in het bijzonder de voorzitter en/of secretaris van de or – met een beroep op artikel 18 WOR- geheel of gedeeltelijk worden vrijgesteld van hun normale functie, ten behoeve van het or-werk.
Houdt er rekening mee dat vooral aan een volledige vrijstelling (ook) nadelen zijn verbonden. Het gevaar bestaat dat je van de werkplek en van de daar werkzame en de overige collega’s vervreemdt. Dat geeft mogelijk problemen als je, na een lange periode van vrijstelling, weer in je functie terugkeert.
Wordt tot gehele of gedeeltelijke vrijstelling besloten, dan verdient het aanbeveling om met de ondernemer schriftelijke afspraken maken. Daarbij is het goed vooral het volgende in het oog te houden:
- de duur van de vrijstelling: in de rede ligt een termijn van één zittingsperiode van de or
- de arbeidsovereenkomst of aanstelling ondergaat geen wijzigingen door de vrijstelling
- na afloop van een periode van vrijstelling wordt nagegaan of de betrokken werknemer zijn oude functie weer kan vervullen
NB. terugkeer in de eerdere functie is niet altijd mogelijk. Het kan zijn dat de functie inmiddels structureel door een andere werknemer wordt vervuld. Ook kunnen zich belangrijke organisatorische en technische functiewijzigingen hebben voorgedaan, waardoor terugkeer op problemen stuit. Het ligt voor de hand dat in zulke gevallen de ondernemer je een andere functie aanbiedt, die wat inhoud en beloning betreft gelijkwaardig is aan de eerder vervulde functie.
Deeltijdarbeid
Voor een or-lid dat parttime werkt kunnen zich nog andere, specifieke problemen voordoen. Deze vloeien veelal voort uit het tijdsbeslag dat het or-werk met zich brengt in relatie tot de omvang van het werk in parttime dienstverband.
De wet bepaalt in artikel 17, lid 2 WOR dat de or en zijn commissies zo veel mogelijk tijdens de normale arbeidstijd vergaderen. Juist op dit punt kunnen voor or-leden met een parttime dienstverband problemen rijzen.
Verschillende situaties kunnen zich voordoen, zoals:
- De or vergadert in de regel tijdens de werktijd van het parttime werkend or-lid. Voor zover de vergadering buiten diens werktijd plaatsvindt, wordt dit veroorzaakt door een uitloop van de or-vergadering. Voor een dergelijke situatie hoeft als regel geen voorziening te worden getroffen
- De or vergadert in de regel buiten de werktijd van het or-lid met een parttime dienstverband. In een dergelijke situatie verdient een nader te bepalen compensatie in tijd aanbeveling
- De or vergadert in de regel buiten de werktijd van het or-lid met een parttime dienstverband en de arbeidsduur van dit or-lid is zodanig kort dat een compensatie in tijd geen oplossing kan bieden. In dit geval ligt het, gelet op de gelijkebehandelingswetgeving, voor de hand dat de parttimer voor de tijd, welke buiten de werktijd is besteed aan or-vergaderingen, loon of bezoldiging ontvangt, zoals dat ook gebeurt wanneer or-leden met een fulltime dienstverband genoodzaakt zijn buiten werktijd bijeen te komen in or-vergadering
Ploegendiensten
Een deel van de specifieke problemen rond or-leden die in ploegendienst werken, is vergelijkbaar met die van or-leden met een parttime dienstverband.
Eén specifiek probleem verdient nog aandacht. Dit betreft het werkschema (ploegenschema) van de betrokken werknemer(s). Het ligt voor de hand dat de or bij de planning van zijn werkzaamheden zo veel mogelijk rekening houdt met het bestaande ploegenschema. Uitgaande van de wenselijkheid dat het or-werk zo veel mogelijk plaatsvindt in ‘normale’ werktijd, ligt het in de rede dat in incidentele gevallen waarin dat niet mogelijk is, in overleg met de direct leidinggevende wordt bezien of bijvoorbeeld de dienst van het betrokken or-lid kan worden geruild met de dienst van een andere werknemer.