Door automatisering en voortdurende verbetering van de veiligheid ging staalverwerker Wuppermann Moerdijk de personeelskrapte te lijf en zorgde het bedrijf voor gezondere arbeidsomstandigheden. Het resultaat: inderdaad minder fysieke klachten. Sinds een verzwikte enkel in 2021 zijn er geen arbeidsongevallen meer geweest. Bovendien is er meer productie met dezelfde, gezondere mensen, aldus algemeen directeur Karsten Pronk.
Tekst: Ton Bennink | Leestijd: 3 minuten
Wuppermann verzinkt staal om corrosie (roesten) tegen te gaan. Daarnaast snijdt (slit) het bedrijf rollen staal. De producten uit Moerdijk worden toegepast in meubels, frames van zonnepanelen, vangrails en stellingen. Het bedrijf is aangesloten bij het internationale MVO-convenant voor de metaalsector, een initiatief van de SER. Wat Pronk waardeert aan de samenwerking binnen dit convenant, is dat het bedrijf leert van de kennis en expertise van ngo’s en vakverenigingen die ook zijn aangesloten. “De tijd dat je als bedrijf alleen naar winst keek, ligt gelukkig achter ons. De wereld is groter dan je dorp, stad of zelfs land.” Wuppermann verkleint zijn CO₂-footprint – “binnenkort gaat onze laatste gasgestookte boiler eruit” – en werkt aan een continue verbetering van veiligheid en duurzaamheid in het bedrijf.
“Uit overtuiging, je wilt het milieu niet te veel belasten. En uit medemenselijkheid, je wilt geen gewonde mensen. We zoeken naar de balans tussen geld verdienen en bijdragen aan de maatschappij. Uiteraard wringt het soms, maar de partners in het convenant helpen ons daarbij, vooral in de internationale keten. Ik ben positief verrast over hun inbreng. Samen werken we aan het verbeteren van de werkomstandigheden bij toeleveranciers, bijvoorbeeld in de mijnbouw.”
Om salariskosten onder controle te houden en de productiviteit te verhogen, zet het bedrijf volop in op digitalisering en automatisering. “We willen niet dat onze mensen doordraaien omdat ze te hard moeten werken. Dus pakken we eerst het vervelendste en meest belastende werk aan. De robotisering van de messenopbouw is daar een mooi voorbeeld van. Voorheen moest een operator telkens met de hand zeer nauwkeurig messen plaatsen om de rollen staal te slitten. Die messen zijn niet zwaar, maar de repeterende beweging leidde tot schouderklachten. Sinds vorig jaar is dit proces geautomatiseerd. De operator doet nu ander werk.”
Het bedrijf draait in volcontinu diensten, maar beperkt bewust het aantal nachtdiensten. Met name bij de technische dienst. “Natuurlijk zijn er acute storingen die direct moeten worden opgelost, maar andere kunnen best even wachten. Nachtdiensten zijn voor sommige medewerkers belastend, dus beperken we die.”
Daarnaast kent Wuppermann al vijftien jaar een programma gericht op continue verbetering van de veiligheid en arbeidsomstandigheden, gebaseerd op Japanse principes. Iedere medewerker wordt vanaf de sollicitatie al gewezen op het belang van alertheid. “Een rol staal die op de band maar een millimeter afwijkt van de geplande lijn of enkele druppels lekkende vloeistof kunnen zonder ingrijpen tot ongevallen leiden. Afgezien van een verzwikte enkel heeft zich bij Wuppermann sinds 2021 geen arbeidsongeval meer voorgedaan. Zo’n verzwikte enkel kan natuurlijk ook in een winkelcentrum gebeuren, maar bij ons is het risico groter als er vloeistof op de vloer ligt. Al was dat bij dat ongeval niet de oorzaak.”
De enige verbetermanager die het bedrijf nog heeft, functioneert inmiddels vooral als supervisor. “Orde en netheid zijn de basis. Dan valt een afwijking in temperatuur of proces sneller op. Toch blijft ook hier gelden: voorkomen is beter dan genezen. We werken met zink dat vloeibaar wordt bij 400 tot 500 graden. Zinkspetters op je huid wil je gewoon niet. Daarom is onze verzinklijn hermetisch afgesloten. Je kunt er pas bij als de machine stilstaat. Ook hier speelt automatisering een grote rol.”
Om in de metaalsector schending van mensenrechten, slechte arbeidsomstandigheden en overtreding van milieunormen aan te pakken (en te voorkomen), is er het internationaal MVO-convenant voor de Metaalsector (kortweg metaalconvenant). Bedrijven, overheid en maatschappelijke organisaties bundelen hierin hun krachten. De SER moedigt bedrijven aan zich aan te sluiten bij het metaalconvenant.
