45. Hoe maak je een risicoprioritering op basis van ernst en waarschijnlijkheid?

Kleine bedrijven of bedrijven met een relatief simpele keten zullen in de praktijk een beperkt aantal risico’s tegenkomen die ze tegelijkertijd kunnen adresseren. Indien jouw keten groot en complex is, is het echter waarschijnlijk van belang risico’s en impacts te prioriteren. Het is in dit geval immers waarschijnlijk niet praktisch en niet haalbaar al deze risico’s en impacts tegelijk te adresseren. Je prioriteert in dit geval op basis van de ernst en waarschijnlijkheid van risico’s en impacts.

Risico’s prioriteren op basis van de ernst en waarschijnlijkheid

De waarschijnlijkheid (likelihood) van risico’s wordt bepaald door de kans of frequentie van risico’s. Waarschijnlijke risico’s zijn bijvoorbeeld het gebruik van schadelijke pesticiden in de katoenteelt en excessief overwerk in CMT-units in China. Deze risico’s zijn immers meer regel dan uitzondering. De ernst (severity) van risico’s wordt bepaald door de schaal (het aantal betrokkenen), omvang en onomkeerbaarheid (bijvoorbeeld: overlijden, ernstige gezondheidsschade, kinderarbeid of ernstige vormen van gedwongen arbeid).

Inzoomen op risico’s in de supply chain van je bedrijf

Je kunt prioriteren op diverse niveaus. Denk aan algemene risico’s op land-, proces- of materiaalniveau of specifieke risico’s op leveranciersniveau. Een voorbeeld van een algemeen risico op landniveau is de loonkloof tussen het minimum- en leefbaar loon in Bangladesh of het ontbreken van wetshandhaving in bepaalde landen. Een voorbeeld van een algemeen risico op procesniveau is het gebruik van PFAS en PFOA’s bij het waterafstotend finishen van kleding en textiel of het intensief gebruik van water en chemicaliën bij het wassen van jeans. Een voorbeeld van een algemeen risico op materiaalniveau is kinderarbeid in de katoenteelt of het gebrek aan dierenwelzijn bij het plukken van dons. Specifieke risico’s op leveranciersniveau zijn bijvoorbeeld bevindingen op basis van audits maar kunnen ook worden vastgesteld of ‘uitgesloten’ op basis van het ontbreken of aanwezigheid van certificering of audits. In de praktijk zal je bij het prioriteren vaak beginnen op algemeen niveau (bijvoorbeeld landenniveau) en vervolgens steeds verder inzoomen op specifieke risico’s (bijvoorbeeld op leveranciersniveau).

Om te besluiten welke risico’s je prioriteert (en welke niet), kan een risicomatrix helpen.

Risicomatrix om te besluiten welke risico’s je prioriteert (en welke niet)

Bepalen welk risico het meest dringend is, wordt gedaan aan de hand van het toekennen van een likelihood (kans op plaatsvinden) en severity (ernst van het potentiele voorval). Deze twee dimensies kunnen in de matrix of ‘heat map’ tegen elkaar worden afgezet. De impacts die hoog scoren op beide van deze factoren (de rode velden) hebben de grootste prioriteit om op te handelen. Het invullen van deze matrix kan in de praktijk best lastig zijn. Om als bedrijf een goed beeld te krijgen of je de juiste afwegingen gemaakt hebt, is het daarom van belang om externe belanghebbenden met kennis, zoals ngo’s of vakbonden, te betrekken in deze afwegingen. Je kunt ook gebruikmaken van de diverse tools en publicaties die op het gebied van risico’s en impacts tot je beschikking staan. Een handig overzicht binnen de kleding- en textielsector is te vinden in deze due diligence-tool opgesteld door Modint in samenwerking met alle partijen betrokken bij het Covenant Duurzame Kleding en Textiel dat inmiddels is afgelopen.

Met welke risico’s en impacts ga je aan de slag?

Je kunt nu aan het werk met de risico’s en impacts uit de rode velden van de matrix. Indien je moet kiezen tussen diverse waarschijnlijke en ernstige risico’s en impacts, kies dan voor de risico’s en impacts waar jij (samen met anderen) het verschil kan maken (leverage/invloed hebt). Je leverage zal onder andere worden bepaald door jullie aandeel in de omzet van je leverancier, de termijn van jullie samenwerking en de grootte van het aandeel van de leverancier in jullie eigen collectie. Indien je leverage klein is, kan de je deze proberen te vergroten door samenwerking met anderen. Bijvoorbeeld via samenwerking met andere (CKT-)bedrijven of via het deelnemen aan collectieve projecten et cetera.

NB: Sommige (grotere) bedrijven zijn gewend te prioriteren op basis van materialiteit met behulp van een zogenaamde materialiteitsmatrix. Deze insteek kan weliswaar waardevolle inzichten verschaffen maar is niet de analyse die hier wordt bedoeld. De reden is dat deze manier van prioriteren vaak voorbij gaat aan de ernst en waarschijnlijkheid van risico’s en impacts, en vooral de belangen en voorkeuren weegt van de stakeholders (aandeelhouders, klanten, ngo’s et cetera) van het bedrijf. Een ander ‘probleem’ is dat dergelijke analyses vaak op een hoger abstractieniveau worden uitgevoerd en geen aandacht wordt besteed aan concrete risico’s en impacts.

En nu… aan de slag! Kies een aantal issues uit waar je verschil moet en kunt maken en leg uit welke risico’s je niet aanpakt op basis van het bovenstaande.

Dit kun je doen:

  • Prioriteer vastgestelde risico’s en impacts.
  • Neem hierbij zowel algemene risico’s (op land, materiaal en/of proces niveau) als specifieke risico’s (op productielocatie) en impacts mee.
  • Zorg ervoor dat je kunt uitleggen waarom en welke risico’s en impacts op basis van ernst en waarschijnlijkheid zijn geprioriteerd. Neem deze toelichting bijvoorbeeld ook op in je MVO-jaarverslag/ publieke communicatie.
  • Leg ook duidelijk uit waarom en welke risico’s en impacts op basis van ernst en waarschijnlijkheid niet zijn geprioriteerd.
  • Zorg ervoor dat je advies van stakeholders (experts, ngo’s, bonden et cetera) hebt ingewonnen om zo te controleren of de prioritering juist is. Dit laat zien dat je transparantie creëert met betrekking tot de aanpak en bevordert relaties met stakeholders en ketenpartners.
Impact van COVID-19 op due diligence
De impact van COVID-19 heeft de bestaande ongelijkheden, systemische kwetsbaarheden en uitdagingen in wereldwijde ketens vergroot. De gezondheid en het levensonderhoud van miljoenen arbeiders en hun families - die vaak niet kunnen rekenen op spaargeld, leningen of publieke voorzieningen - lopen gevaar. De meeste arbeiders zijn vrouwen, vaak laagbetaald en ondervertegenwoordigd in vakbonden en met extra onbetaalde kinder-, ouderen- en ziekteverplichtingen. COVID-19 vormt voor hen een bijzonder risico, niet alleen voor hun onmiddellijke gezondheid maar ook voor hun financiële situatie op korte en lange termijn.

Verder worden veel werknemers geraakt via hun loon. In veel kleding producerende landen worden fabrieken gedwongen de productie (tijdelijk) stop te zetten: omdat ze daartoe worden gedwongen door hun regeringen, omdat arbeiders in quarantaine worden geplaatst, of omdat ze bestellingen verliezen als gevolg van problemen verderop in de toeleveringsketen (bijvoorbeeld sluiting van winkels, limieten op transport). Tijdens dergelijke onderbrekingen hebben veel werknemers geen inkomen. Zelfs als lokale overheden van werkgevers verlangen dat ze hun werknemers een normaal loon betalen tijdens werkonderbrekingen, krijgen werknemers mogelijk niet wat ze wettelijk verschuldigd zijn. Zo worden de meeste kledingarbeiders in China en Oost-Europa per stuk betaald. Ze ontvangen mogelijk geen loon omdat er geen werk was. Vooral uitzendkrachten zonder behoorlijke contracten, die voornamelijk vrouwen zijn, lopen risico. Zij zullen de eersten zijn die moeten stoppen met werken. In gevallen waarin werknemers niet worden ontslagen, kunnen ze worden gedwongen onbetaald of jaarlijks verlof op te nemen. Veel werknemers krijgen geen sociale zekerheid of ziektekostenverzekering.

Als werknemers COVID-19 krijgen, hebben ze niet genoeg geld om behandeling te betalen. Veel productielanden beschikken niet over de infrastructuur voor gezondheidszorg die nodig is om een pandemie van deze omvang aan te pakken en werknemers hebben geen toegang tot medische basiszorg. Als er tijdens de quarantaine geen betaald ziekteverlof wordt betaald, kan er een verhoogd risico zijn. Als een besmette werknemer aan het werk gaat, zal hij/zij anderen besmetten. Als hij/zij niet gaat werken, zal hij/zij financieel lijden.

Sommige werknemers hebben via hun werkgever toegang tot gezondheidszorg. Het verliezen van hun baan of stoppen met werk kan hun toegang tot gezondheidszorg beëindigen. Dit is vooral gevaarlijk voor arbeiders die vertrouwen op fabrieksverpleegkundigen om hun gezondheidszorg te verlenen. Tijdens een pandemie verliezen werknemers mogelijk de toegang tot diensten die als 'niet-essentieel' worden beschouwd, zoals seksuele en reproductieve gezondheidszorg en kraamzorg.

Gezondheid en veiligheid op het werk
Naast het risico op inkomensverlies, lopen werknemers ook een hoger risico op onveilige werkomstandigheden en een enorm risico op infectie omdat ze werken in arbeidsintensieve fabrieken. Veel fabrieken hebben geen goed ventilatiesysteem. Werkplekken zijn meestal heel dicht bij elkaar. Er is soms een gebrek aan faciliteiten voor werknemers om regelmatig hun handen te wassen. Zelfs als de fabriek over de juiste faciliteiten beschikt, is er geen garantie dat de werknemers de tijd wordt gegund om hun handen te wassen. Als werknemers tegen stukloon worden betaald, willen ze misschien niet de nodige pauzes om de handen wassen. Veel kledingfabrieken bieden gezichtsmaskers tegen stof. Deze zullen het COVID-19-virus niet altijd blokkeren en kunnen een vals gevoel van veiligheid geven dat het risico op infectie vergroot.

Vaak gebruiken werknemers overvolle transportmiddelen om van en naar het werk te reizen.

Fabrieken die openblijven, moeten hiermee rekening houden. Als de overheid niet betaalt voor het testen en de meeste werknemers geen ziektekostenverzekering of betaald ziekteverlof hebben, moet een werknemer met milde griepachtige symptomen aan het werk. Dit verslechtert de toestand van de werknemer en vergroot ook het risico op het verspreiden van een infectie.

Veel scholen en kinderdagverblijven zijn gesloten en gezinnen hebben geen kinderopvang. Dit brengt werknemers in een positie waarin ze worden geconfronteerd met de keuze wie thuisblijft om voor de kinderen te zorgen. Die valt voornamelijk op vrouwen, wat financiële gevolgen voor hen heeft en een risicofactor is voor de andere partner, die nu mogelijk extra uren moet werken of steeds onzekerder werk moet gaan doen om het gezin te kunnen blijven onderhouden. Deze situatie is vooral moeilijk voor alleenstaande ouders, meestal vrouwen, die geen ondersteuning hebben bij de kinderopvang en toch moeten werken om in hun levensonderhoud te voorzien. Zonder middelen zijn ze misschien gedwongen zichzelf of hun gezin in gevaarlijke situaties te brengen.

Het is te voorzien dat we vanwege COVID-19 enige tijd in een wereldwijde recessie zullen verkeren. Vrouwen kunnen het moeilijk vinden om opnieuw aan een baan te komen. Uit eerdere crises is gebleken dat mannen financieel veel sneller herstellen dan vrouwen. COVID-19 zal de zorglast voor vrouwen verhogen en op de langere termijn invloed hebben op de economische empowerment van vrouwen. De onevenwichtigheden in de machtsverhoudingen tussen de overwegend mannelijke leidinggevende en toezichthoudende personeelsleden en de vrouwelijke kledingarbeiders worden verergerd door een situatie waarin arbeiders vrezen hun baan te verliezen. Dit kan het potentieel creëren voor quid pro quo (voor wat hoort wat) seksuele intimidatie. Deze kwetsbare werknemers voelen zich mogelijk niet in staat ongewenste seksuele avances te weigeren om hun baan te beschermen of om ervoor te zorgen dat ze uren krijgen/betaald krijgen voor de uren die ze hebben gewerkt.

Migranten die naar huis reizen, of massale ontslagen van fabrieksarbeiders, kunnen een omgeving creëren waarin werknemers lange afstanden afleggen (in sommige gevallen te voet). In andere crises hebben met name migrantenvrouwen een toename van seksueel geweld ervaren terwijl ze onderweg waren. Werknemers die hun baan plotseling en zonder salaris verliezen, lopen het risico op extreme vormen van uitbuiting, waaronder mensenhandel, oplichting en seksuele uitbuiting.