10. Hoe besteed je aandacht aan dierenwelzijn in het IMVO-beleid?

In de EU worden dieren aangemerkt als wezens met gevoel. In de Nederlandse Wet dieren staat dat een dier intrinsieke waarde heeft (artikel 1.3) en dat dieren met respect moeten worden behandeld.

De wet stelt daarom regels voor de omgang met dieren. In de internationale dialoog over dierenwelzijn worden de Vijf Vrijheden voor dierenwelzijn als principes gebruikt. Dit houdt in dat dieren:

  1. vrij zijn van dorst, honger en onjuiste voeding; door toegang tot vers water en een dieet om goede gezondheid en kracht te behouden;
  2. vrij zijn van fysiek en thermaal ongerief; door een goede omgeving aan te bieden, inclusief beschutting en een comfortabele rustplaats;
  3. vrij zijn van pijn, verwonding en ziektes; door preventieve zorg of snelle diagnose en behandeling;
  4. vrij zijn van angst en chronische stress; door omstandigheden en behandelingen die psychisch lijden voorkomen;
  5. vrij zijn om hun soorteigen gedrag te vertonen; door voldoende ruimte, geschikte faciliteiten en gezelschap van dieren van dezelfde soort.

Afhankelijk van je producten kun je ervoor kiezen beleid op het gebied van dierenwelzijn op te nemen. Indien je geen grondstoffen van dierlijke oorsprong gebruikt, kun je ervoor kiezen dit achterwege te laten. Of je kunt ervoor kiezen de volgende zin op te nemen in je beleid: “Op dit moment gebruiken we geen materialen van dierlijke oorsprong. Mocht dit in de toekomst veranderen, dan zullen we onze due diligence doen met betrekking tot het risico op dierenwelzijn-schendingen.”

Voor kleding en textielbedrijven zijn op pagina 163 en 164 van het rapport Dierenwelzijn in kleding- en textielsector (2018) handige tips te vinden voor het opstellen van beleid voor dierenwelzijn. In dit rapport vind je ook veel informatie over dierenwelzijn in het algemeen, per diersoort, duurzame alternatieven en beschikbare certificeringen. Er zijn ook factsheets over dierenwelzijn met een samenvatting van het rapport in het Engels beschikbaar.

Het is belangrijk om ook je leverancier mee te nemen in je beleid zodat de leverancier in staat wordt gesteld daaraan te voldoen. Daarbij kun je het gesprek aangaan over de verwachtingen en ambities en deze kun je daarnaast vastleggen in de schriftelijke communicatie. Denk daarbij aan een handboek voor de leverancier, de Code of Conduct of het delen van een apart dierenwelzijnsbeleid. Dit betreft onder andere het naleven van relevante certificeringsverplichtingen van door jullie bedrijf erkende certificeringen, het leveren van echte (transactie)certificaten. Dit is per type materiaal gespecificeerd en dient aan te sluiten op je interne systeem. Indien (nog) geen certificering voorhanden is, kan ook worden gedacht aan het bij het plaatsen van orders te informeren naar de herkomst en omstandigheden van de grondstoffen van dierlijke oorsprong.

Dit kun je doen:

  • Neem het streven naar dierenwelzijn in het ontwikkelen van producten mee in het beleid en licht toe wat dat betekent;
  • Geef aan welke grondstoffen van dierlijke oorsprong voor jouw bedrijf als duurzamer geclassificeerd worden en/of geeft aan welke materialen niet toegepast mogen worden. Denk aan bedrijven die het gebruik van bont of dons van levend geplukte eenden verbieden en uitsluitend werken met RDS gecertificeerde dons en veren. Of bedrijven die leersoorten van exoten uitsluiten of mohair uitsluiten totdat daar betrouwbare, goed-implementeerbare en controleerbare, standaarden voor ontwikkeld zijn.
  • Refereer specifiek in (een van) de beleidsdocumenten naar de voor dit thema relevante internationale richtlijnen.