De SER en IMVO
De SER heeft de afgelopen jaren veel kennis opgedaan op het gebied van IMVO en wil deze kennis delen en vermeerderen. De SER bouwt daarom voort aan een netwerk waarin bedrijven, vakbonden, ngo’s en overheid kennis en best practices uitwisselen en nieuwe samenwerkingen ontstaan.
Aanjager IMVO-convenanten
De SER speelt een belangrijke rol in de totstandkoming en implementatie van IMVO-convenanten.De SER adviseerde in 2014 om sectorconvenanten te sluiten op basis van de OESO-richtlijnen. Sindsdien heeft de SER voor verschillende (hoog-risico)sectoren partijen om tafel gebracht die de OESO-richtlijnen vertalen naar de praktijk en waar bedrijven zich vrijwillig aan committeren in IMVO-convenanten.
Een IMVO-convenant is een samenwerking in een sector tussen bedrijven, overheid, vakbonden en maatschappelijke organisaties. Zij maken in de convenanten afspraken om misstanden zoals uitbuiting, dierenleed of milieuschade aan te pakken en te voorkomen. Alle deelnemers ondertekenen een IMVO-convenant vrijwillig.
De SER voert het secretariaat van de meeste IMVO-convenanten. De afgelopen jaren zijn er IMVO-convenanten gesloten voor elf sectoren: kleding en textiel, banken, goud, natuursteen, voedingsmiddelen, verzekeringssector, pensioenfondsen, metaal, sierteelt, duurzaam bosbeheer en hernieuwbare energie.
Europese sectorovereenkomsten
Met Europese wetgeving op komst hebben Nederlandse bedrijven alle reden om op Europees niveau samenwerking aan te gaan op IMVO-gebied. De SER adviseerde in 2021 dat deze wetgeving samen moet gaan met Europese sectorovereenkomsten. Dit om de gepaste zorgvuldigheidseisen te operationaliseren en het bedrijfsleven een sterke prikkel te geven om samen te werken aan verbeteringen in productieketens. Gezamenlijk hebben landen en bedrijven meer volume, meer slagkracht én zorgen ze voor een gelijk speelveld.
Met de grotendeels nationale sectorconvenanten is Nederland binnen Europa voorloper geworden op IMVO-gebied. De SER wil vanuit die positie aanjager zijn van Europese sectorovereenkomsten, onder meer door de juiste partijen en ketenpartners uit sectoren op Europees niveau samen aan tafel te krijgen. Zij kunnen dan gezamenlijk zo concreet mogelijke afspraken maken over hoe ze inzicht willen krijgen in de ketens binnen hun sector en misstanden willen aanpakken. Voor het IMVO-convenant voor de natuursteensector (Initiatief TruStone) werken Nederland en Vlaanderen al samen en is het doel deze samenwerking de komende jaren uit te breiden naar meer landen.
Ontwikkeling nieuw IMVO-model
Werkgevers, vakbonden en maatschappelijke organisaties werken samen met de SER aan een nieuw samenwerkingsmodel voor bedrijven die internationaal maatschappelijk verantwoord willen ondernemen (IMVO). Een samenwerking binnen de eigen sector biedt de beste basis om bedrijven te laten werken aan due diligence. Om meer sectoren te kunnen ondersteunen is het van belang om gebruik te kunnen maken van kennis en ervaring die in andere sectoren al is ontwikkeld. Inzichten en hulpmiddelen die hun waarde hebben bewezen kunnen bedrijven helpen hun inzet op due diligence te versnellen en te versterken, zonder dat daarvoor veel extra middelen nodig zijn. Zeker waar het koplopers betreft in een minder actieve sector, is er behoefte aan uitwisseling met bedrijven uit andere sectoren waarin al langer wordt gewerkt met due diligence. Om in deze behoeftes te voorzien wordt gewerkt aan opschaling van de sectorovereenkomsten in een nieuw IMVO-model.
Het is van groot belang dat het bedrijfsleven actief ondersteund wordt om due diligence te integreren in de dagelijkse praktijk. Dit beperkt de lasten en bevordert de effectiviteit: bedrijven weten wat ze moeten doen, maken keuzes op basis van een goede risico-inventarisatie en gebruiken hun tijd en middelen voor echte impact. Due diligence is daarbij niet alleen een stevige basis voor de CSDDD en andere (toekomstige) EU-wetgeving, maar helpt ook bij alle bestaande en toekomstige IMVO-regels. Met andere woorden: als de due diligence goed op orde is, ben je als bedrijf ook goed voorbereid op de toekomst. Met het nieuwe IMVO-model worden bedrijven op een collectieve sector-overstijgende manier ondersteund. Waar nodig wordt dit aangevuld met sectorspecifieke expertise. Met deze werkwijze kunnen meer sectoren ondersteund worden met maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Het nieuwe IMVO-model wordt ontwikkeld in samenwerking met de sociale partners VNO-NCW/MKB-NL, FNV en CNV. Vertegenwoordigers van sectoren, brancheverenigingen en maatschappelijke organisaties geven daarbij de broodnodige kennis en expertise. De ondersteuning en kennisoverdracht binnen het nieuwe IMVO-model zijn in lijn met internationale richtlijnen op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen, zoals de OESO-richtlijnen en de UN Guiding Principles. Daarbij sluit het model aan bij Europese wetgeving, zoals de verplichte duurzaamheidsrapportage (CSRD), de anti-dwangarbeidverordening (FLR) en zorgvuldigheidsplicht (CSDDD).
Samenwerking RVO
De SER werkt intensief samen met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) op het IMVO-steunpunt voor bedrijven. Bedrijven kunnen bij het steunpunt terecht met vragen over IMVO en de OESO-richtlijnen. Het steunpunt beantwoordt vragen over het toepassen van de OESO-richtlijnen in de praktijk met hulp van verschillende organisaties, waaronder de SER.
Praktische ondersteuning
De SER ontwikkelt activiteiten voor bedrijven om de OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen in de praktijk te brengen. Dat gebeurt onder meer met bijeenkomsten, webinars en trainingen. Daarnaast heeft de SER de OESO-richtlijnen voor IMVO uitgewerkt tot een praktische handleiding.
Betekenisvolle dialoog
Een van de manieren voor bedrijven om invulling te geven aan de OESO-richtlijnen voor IMVO en de ‘Guiding Principles on Business and Human Rights’ van de Verenigde Naties, is goed luisteren naar de behoeften van mensen die de gevolgen ondervinden van hun handelen. Door het voeren van een betekenisvolle dialoog krijgen bedrijven beter zicht op benodigde acties om zorg te dragen voor het welzijn van hun stakeholders. Het SER-project ‘betekenisvolle dialoog’, mede mogelijk gemaakt door de Goldschmeding Foundation, helpt bedrijven om in gesprek te gaan met deze stakeholders.
Herstel en verhaal
IMVO draait niet alleen om het voorkomen en verkleinen van risico’s in de keten, maar ook om het herstellen van schade of aangedaan onrecht. Dat is stap 6 in het due diligence-proces. Deze stap begint bij het ontwikkelen van een goed werkend klachen-en-geschillen-mechanisme, dat mensen in bedrijfsketens toegang tot ‘herstel en verhaal’ biedt. In de praktijk blijkt de uitvoering van deze stap vaak een lang proces. De SER wil haar opgebouwde kennis, expertise en netwerk inzetten om hier een impuls aan te geven. Zie voor meer informatie de pagina Herstel en verhaal.
Wetgeving
Bedrijven krijgen te maken met nieuwe Europese wetgeving op het gebied van IMVO om de risico’s in de keten in kaart te brengen, misstanden te voorkomen of aan te pakken en benadeelden te compenseren in geval van geleden schade. Op de pagina wetgeving lees je wat er allemaal van bedrijven verwacht wordt.