Wat wordt bedoeld met ‘samenstel van ondernemingen’?

Met het begrip ‘samenstel van ondernemingen’ (artikel 1, lid 1, onder d FG) worden drie situaties bedoeld:

  1. twee of meer ondernemingen die in stand worden gehouden door één ondernemer, zoals een filiaalbedrijf, natuurlijke of rechtspersoon met een aantal onzelfstandige vestigingen;
  2. een concern: een groep van ondernemingen (die onder gezamenlijke leiding staat). De verwijzing naar artikel 2:24b van het Burgerlijk Wetboek (zie artikel 1, lid 1, onderd FG) houdt in dat sprake is van een groep met een zodanige economische verbondenheid van rechtspersonen en vennootschappen dat zij een economische eenheid vormen. Hieronder kan zowel het ‘verticale’ concern als het ‘horizontale’ of ‘nevenschikkingsconcern’ (*) worden verstaan.
    De groepsband kan zijn gebaseerd op bezit van aandelen, statutaire regelingen of contractuele regelingen;
  3. een zuiver contractuele joint venture (een vorm van samenwerking tussen twee of meer samenwerkende organisaties in een nieuw bedrijf, dat voor gezamenlijke rekening en risico een project tot ontwikkeling brengt). Hiermee is geen sprake van het onderbrengen van deze samenwerking in een gezamenlijke dochtervennootschap of een personenvennootschap.