Zicht op

Gelukkig hebben we de overlegeconomie

Drie keer Tweede Kamerverkiezingen in nog geen vijf jaar. Dat is het zorgelijke feit na de val van het kabinet-Schoof. Geen wonder dat mensen zich afvragen of de politiek nog wel in staat is om complexe, urgente vraagstukken op te lossen.

Leestijd: 3 minuten

Column van:

Kim Putters
Kim Putters, Voorzitter SER

Er zijn heel wat vraagstukken die om doorbraken schreeuwen. Denk aan de energietransitie, het stikstofprobleem, het woningtekort, de verduurzaming van de industrie en de landbouw, de stagnerende arbeidsproductiviteitsgroei en de tekorten op de arbeidsmarkt. Als het kabinet niet levert, dreigen stilstand en achteruitgang.

Foto: Shutterstock

Gelukkig hebben we de overlegeconomie. Er wordt wel gezegd dat eindeloos overleggen, onderhandelen en zoeken naar consensus de noodzakelijke doorbraken in de weg staan. Die kritiek mist een belangrijk punt. De SER heeft in zijn 75-jarig bestaan bewezen dat het wel degelijk zin heeft om tijd te investeren in overleg. Want daarmee ontstaat draagvlak voor verandering en voorkomen we dat de samenleving verder polariseert.

De SER heeft goede en minder goede tijden gekend. Maar wie terugkijkt, ziet een rode draad van SER- adviezen en akkoorden die van invloed zijn geweest op de koers van Nederland. Denk aan meerdere sociale akkoorden, het pensioenakkoord, het energie- en klimaatakkoord en het middellange termijn advies 2021-2025. En heel recent: de adviezen over AI, arbozorg en arbeidsproductiviteitsgroei.

Ondanks alle geopolitieke onzekerheid, politieke fragmentatie en strijd over belangen, lukt het de SER om tot resultaat te komen. Onze adviezen bevatten voorstellen waar de politiek op kan voortbouwen. De SER zorgt voor draagvlak: de adviezen worden gedragen door werkgevers, werknemers, zzp’ers en een scala aan relevante, betrokken maatschappelijke organisaties. Een van onze grootste opgaven is: ervoor zorgen dat ze uitvoerbaar zijn. Dat is wat de achterbannen van ons verwachten. Hoe weerbarstig de werkelijkheid ook is.

Nederland heeft daadkracht, verbeeldingskracht, moed en leiderschap nodig om uit het slop te komen. Maar het begint ermee dat we bijna onoplosbare problemen (‘wicked problems’) in de ogen kijken en vastbesloten aan het werk gaan om tot duurzame oplossingen te komen die bijdragen aan brede welvaart en duurzame economische ontwikkeling.

Wat mij betreft gaat de SER daarin voorop. Want kabinetten kunnen wisselen, maar de SER blijft mee oplopen. Wij leveren niet alleen de door het kabinet gevraagde adviezen en het stevige maatschappelijke draagvlak, we hebben ook een eigen werkagenda met onderwerpen en vraagstukken die volgens ons van belang zijn voor Nederland.

De SER heeft een helder beeld over de koers die Nederland moet varen. De sociale partners zijn het de afgelopen jaren eens geworden over het nieuwe pensioenstelsel, flexwerk, verlofregelingen, de verduurzaming van de maakindustrie, de generatietoets en de aanpak van sociaaleconomische gezondheidsverschillen. Ze zijn het ook eens over de noodzaak om meer samen te werken en de strategische autonomie van Europa te versterken. Ik heb er vertrouwen in dat we het ook eens zullen worden over de transitie van de landbouw, arbeidsmigratie en de verdere hervorming van de arbeidsmarkt en het systeem van belastingen en toeslagen.

De overlegeconomie draait om geven en nemen, maar de basis is een gemeenschappelijke visie op de economie van de toekomst. De sociale partners hebben de moed om uit te leggen welke veranderingen nodig zijn om Nederland te versterken. Ze hebben de overtuigingskracht om hun achterbannen daarin mee te nemen.

Grote doorbraken spreken tot de verbeelding, maar of ze beklijven is soms de vraag. Belangrijker is dat we gezamenlijk veranderingen bereiken die op langere termijn blijvend effect hebben. Het gaat erom dat de hele samenleving meebeweegt en niemand achterblijft. Dat is precies waar het in de overlegeconomie om gaat.


Meer lezen? Zicht op verschijnt ook 4 keer per jaar als papieren tijdschrift.

Abonneer nu gratis