Zicht op

Sahar Yadegari, directeur expertisecentrum VHTO: ‘Fix the system, not the girls’

Op Girls’ Day zetten bedrijven in bèta, techniek en IT hun deuren open voor meiden tussen de 10 en 15 jaar. Een initiatief van expertisecentrum VHTO (Voor Haar Technische Ontwikkeling), omdat nog altijd relatief weinig jonge vrouwen kiezen voor een technische opleiding. 8.400 meiden en 230 bedrijven namen deel aan dit event, dat dit jaar op 11 april plaatsvond. Volgens VHTO-directeur Sahar Yadegari moeten niet de meiden, maar moet het systeem veranderen.

Tekst: Corien Lambregtse | Leestijd: 4 minuten

Aan het woord:

Sahar Yadegari
Sahar Yadegari,
directeur expertisecentrum VHTO
 
 
 

Waarom is Girls’ Day nog nodig?

“Dit was de 15e Girls’ Day; deze keer gesteund door koningin Máxima en demissionair minister Mariëlle Paul (Primair en Voortgezet Onderwijs). Het event biedt ons de kans om te blijven agenderen dat er iets moet veranderen in de wereld van de techniek. We willen laten zien hoe leuk het is om in de bèta-, techniek-, of IT-sector te werken. Daarom vragen we bedrijven om meiden op Girls’ Day een leuke ervaring te bezorgen en kennis te laten maken met vrouwelijke rolmodellen.

Vrouwen werken in de techniek
Vrouwen in de techniek | Foto: Shutterstock / narai chal

In de periode 2010/11 tot 2020/21 is het aantal vrouwen op een bètatechnische opleiding in het hoger onderwijs bijna verdubbeld. De arbeidsmarkt vormt echter het grootste probleem. Die verandert te langzaam. In negen jaar tijd is het aandeel vrouwen in bèta-, ict- en technische beroepen van 12,6 naar 16,5 procent gestegen, blijkt uit de cijfers van Techniekpact. Als we in dit tempo doorgaan, is het aandeel van vrouwen in de techniek in 2050 nog steeds geen 30 procent. En dat percentage heb je als minderheidsgroep minimaal nodig om een bedrijf of sector qua cultuur, normen en waarden te beïnvloeden.”

Hoe kan het dat het aantal vrouwen in technische beroepen zo achterblijft?

“Uit de cijfers blijkt dat veel vrouwen na een paar jaar teleurgesteld weglopen. Van de vrouwen die in technische beroepen gaan werken, blijft maar 35 procent in de sector werken, 65 procent gaat iets anders doen. Bij mannen liggen deze percentages precies andersom. De reden om de sector te verlaten, is dat vrouwen zich niet thuis voelen in een bedrijf of organisatie, omdat de cultuur wordt gedomineerd door mannen of omdat ze ervaren dat de lat voor hen hoger ligt dan voor hun mannelijke collega’s.

“Ik vind het een angstaanjagend idee dat er maar zo weinig vrouwen aan de tekentafels zitten en technologische oplossingen bedenken”

Dat is niet alleen erg voor de vrouwen zelf, maar ook voor de samenleving. De techniek heeft enorme invloed op alle aspecten van ons leven. Hoe we leven, wat we denken, met wie we communiceren en op welke partij we stemmen bijvoorbeeld. Ik vind het een angstaanjagend idee dat er maar zo’n kleine club vrouwen aan de tekentafels zit en technologische oplossingen bedenkt. Het is van cruciaal belang dat nieuwe techniek en technologie door een diverse groep makers worden bedacht, ontworpen en gemaakt. De mensen in de technische sector moeten een afspiegeling zijn van de samenleving. Het gaat erom dat we technologie krijgen die voorziet in de behoeften van iedereen.”

Maar hoe bereiken we dat?

“Natuurlijk blijven wij meiden stimuleren om voor een technische opleiding te kiezen. Bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat ze meer zelfvertrouwen krijgen als het om bètavakken gaat. Dat zelfvertrouwen ligt nu een stuk lager dan bij jongens, terwijl daar geen reden voor is. Daar moet in het onderwijs veel meer aandacht voor zijn; daar ligt een taak voor leraren. Maar de echte oplossing ligt bij werkgevers. Als zij erin slagen om een betere werkgever te zijn, kunnen zij vrouwelijke werknemers behouden. Het motto van onze campagne voor dit jaar is daarom: ‘Fix the system, not the girls’.”

Zijn er tips voor werkgevers die hiermee aan de slag willen?

“Begin met meten: breng het aantal vrouwen op de verschillende niveaus binnen je organisatie in kaart. Kijk naar de instroom, doorstroom en uitstroom. Formuleer streefcijfers en stuur daarop. Houd exit-gesprekken met vrouwen die vertrekken en leer daarvan. En werk aan cultuur- en gedragsverandering. Geef vanuit de top het goede voorbeeld en zorg voor cultuurdragers op de werkvloer: mannen die de verandering willen helpen realiseren. Mannen inderdaad, want juist voor hen ligt hier een taak. Zet een mentorsysteem op voor medewerkers uit minderheidsgroepen. En besteed in leiderschapstrajecten aandacht aan diversiteit en inclusie. Help mensen hun blinde vlekken zien.”

Wat kan de SER doen om het systeem te veranderen?

“De SER is onze bondgenoot. Het is belangrijk dat de SER zich inzet voor diversiteit en inclusie, omdat juist de werkgevers een sleutelrol vervullen. De SER kan bijdragen aan een cultuurverandering, aan een evenwichtig speelveld en gelijke kansen voor iedereen op de arbeidsmarkt.”


Meer lezen? Zicht op verschijnt ook 4 keer per jaar als papieren tijdschrift.

Abonneer nu gratis


SER Diversiteit in Bedrijf

SER Diversiteit in Bedrijf ondersteunt organisaties bij het bevorderen van een gemêleerd personeelsbestand en een inclusief bedrijfsklimaat. SER Diversiteit in Bedrijf streeft naar gelijke kansen en behandeling op de arbeidsmarkt, evenredige vertegenwoordiging op alle niveaus en een inclusieve bedrijfscultuur. De focus ligt op vijf dimensies: arbeidsvermogen, culturele diversiteit, sekse, leeftijd en lhbti+.  

Meer weten? Kijk op SER Diversiteit in Bedrijf

Zicht op... magazine SER