De toekomst van AI bepalen we zelf
De AI-revolutie gaat razendsnel. Wereldwijd worden er miljarden in artificiële intelligentie geïnvesteerd. De vraag is niet langer óf we AI gebruiken, maar vooral hoe we dat verantwoord doen. Waar liggen de kansen, wat zijn de risico’s? Drie experts geven hun visie.
Tekst: Corien Lambregtse | Leestijd: 9 minuten
Aan het woord:

Justin Hoegen Dijkhof, kwartiermaker AI & Mensenrechten, College voor de Rechten van de Mens

Wouter van Haaften, oprichter-eigenaar Gen AI Strategy

Nanda Piersma, wetenschappelijk directeur Centre of Expertise Applied AI, Hogeschool van Amsterdam (HvA) en SER-kroonlid
Volgens het Future of Jobs Report 2025 van het World Economic Forum staat de mondiale arbeidsmarkt een grote transformatie te wachten. Het rapport, gebaseerd op een enquête onder 1.000 internationaal toonaangevende werkgevers, voorspelt dat er de komende vijf jaar wereldwijd 92 miljoen banen verdwijnen, vooral door digitalisering en AI. Computers en robots nemen het werk over van administratief en secretarieel personeel. Bankmedewerkers, datatypisten, postkamerpersoneel en vele anderen zien hun banen verdampen.

Daartegenover staat dat er 170 miljoen banen bijkomen. Denk aan AI-specialisten, software-ontwikkelaars en experts op het gebied van de energietransitie. Dus ook al wordt steeds meer werk door computers en robots overgenomen, per saldo komen er volgens het rapport meer banen bij dan er verdwijnen. De stormachtige opkomst van AI leidt hiermee aan de ene kant tot enthousiasme en optimisme, aan de andere kant tot onzekerheid en zorg.
Verschillende perspectieven
Wouter van Haaften, ondernemer en AI-strateeg, richt zich vooral op de kansen en mogelijkheden van digitalisering. Zijn twee jaar geleden opgerichte bedrijf, Gen AI Strategy, adviseert en ondersteunt bedrijven bij het implementeren van generatieve AI. “Ik ben inmiddels bij meer dan 150 verschillende bedrijven over de vloer geweest: van voedselproductiebedrijven tot verzekeraars. Ik ben ervan overtuigd dat de inzet van AI-tools bedrijven en organisaties tien keer zo efficiënt maakt. Elke baan verandert door AI, maar dat geeft mensen juist ook ruimte om dat te doen waarmee zij waarde toevoegen.” Hij verwacht dat AI de komende jaren grote sprongen blijft maken: “De ontwikkeling is exponentieel. Ik zie elke week wel een nieuwe doorbraak waar ik met ongeloof naar kijk.”
Justin Hoegen Dijkhof: ‘Wees kritisch op het gebruik van onderliggende data, onderzoek of het systeem niemand uitsluit’
Justin Hoegen Dijkhof, kwartiermaker AI & Mensenrechten bij het College voor de Rechten van de Mens, focust juist vooral op de risico’s van AI. De Europese wet op Artificiële Intelligentie (AI-verordening), die sinds augustus 2024 van kracht is, verplicht EU-lidstaten om AI-toezichthouders aan te stellen. In Nederland heeft het College voor de Rechten van de Mens de taak gekregen om de rechten van de mens en het recht op gelijke behandeling te beschermen bij toepassing van AI. Hoegen Dijkhof is bezig dat toezicht in te richten. “AI kan leiden tot discriminatie en uitsluiting. Denk aan wervingssystemen en voorspellende algoritmen met ingebouwde vooroordelen die bepaalde groepen beoordelen of uitsluiten. Wij gaan erop toezien dat bedrijven en organisaties maatregelen nemen om de grondrechten van mensen te waarborgen.”
Nanda Piersma houdt zich al haar hele loopbaan met digitalisering en AI bezig. Zo gaf ze in de jaren negentig aan de Erasmus Universiteit Rotterdam colleges over deep learning & neural network. Ze is nu wetenschappelijk directeur van het Centre of Expertise Applied AI aan de Hogeschool van Amsterdam. Als kroonlid werkte ze het afgelopen jaar mee aan het SER-advies over AI. Zij is vooral van de nuchtere benadering. “AI is een slimme manier om historische data te raadplegen om vervolgens een advies te krijgen over wat je naar de toekomst moet doen. Het is geen magie, het is data, stroom en rekenkracht. Juist daarom moeten we goed nadenken hoe en waarvoor we AI inzetten. Het moet niet alleen de arbeidsproductiviteit, maar ook de kwaliteit van werk verhogen. Daar ligt een taak voor de overheid, voor bedrijven en maatschappelijke organisaties, voor werkgevers en werknemers. Het SER-advies heeft een positieve insteek. We hebben het over drie pijlers: kansen grijpen, risico’s aanpakken en mensen meenemen.”
Kansen grijpen
Kansen pakken is helemaal de lijn van Van Haaften. Hij maakt daarbij een groot verschil tussen AI en generatieve AI. “AI is er al heel lang. Denk aan navigatiesystemen die op basis van gps-data voorspellen hoelang je erover gaat doen om naar huis te rijden. Of onderzoekssystemen die op basis van bestaande data mogelijke fraude signaleren, bijvoorbeeld binnen een toeslagensysteem. Generatieve AI, zoals ChatGPT, gaat een stap verder. Generatieve AI leert op basis van data en kan zelf nieuwe content creëren: tekst, audio, video of codes bijvoorbeeld. Het wordt nu vooral ingezet voor digitale toepassingen, maar zal in de toekomst ook een rol gaan spelen in de fysieke wereld, bijvoorbeeld door de toepassing van robots in de landbouw of de zorg.”
Over een paar jaar is AI volgens Van Haaften gemeengoed. Niet alleen voor bedrijven, die daarmee de arbeidsproductiviteit verhogen, maar ook voor the greater good. “Daar zijn nu al mooie voorbeelden van. Zo kunnen ALS-patiënten met een generatief AI-model hun stem klonen en in de laatste levensfase met hun echte stem met hun naasten praten. Blinden en slechtzienden kunnen met de app Be My Eyes horen wat er in hun omgeving te zien is. Taalbarrières worden volledig opgeheven. Ik kan nu al een AI aanzetten die alles wat ik zeg direct in een andere taal omzet, compleet met mijn intonatie. En straks heeft iedereen een AI-agent: een assistent die zelfstandig taken uitvoert en daarbij meerdere AI-tools combineert. Dan kun jij je intussen richten op taken die echt belangrijk voor je zijn.”
Wouter van Haaften: ‘Leren omgaan met AI is net als leren autorijden; je moet oefenen en ervaring opdoen’
Daar sluit Piersma bij aan: “Kansen pakken betekent AI gericht inzetten om vraagstukken op te lossen, de werkdruk te verlichten en de kwaliteit van werk te verhogen. Al heeft meerwaarde als het mensen helpt om zinvol werk te doen, om dingen te doen waar zij goed in zijn. Als administratieve taken van zorgmedewerkers worden overgenomen, blijft er als het goed is meer tijd over voor echte zorg. Caissières verdwijnen, maar daar komen controleurs of misschien wel hosts en hostesses namens de supermarkt voor terug. Over alle toepassingen van AI moet worden nagedacht. Er is geen one-size-fits-all- oplossing. We moeten in elk domein met AI leren omgaan.”
Risico’s aanpakken
Maar hoe voorkomen we dat AI verkeerd of voor de verkeerde dingen wordt ingezet? Volgens Justin Hoegen Dijkhof is daar toezicht voor nodig. “Het College voor de Rechten van de Mens heeft een overkoepelende, signalerende en corrigerende taak. We werken samen met markttoezichthouders die in verschillende sectoren bij bedrijven en organisaties controleren of zij maatregelen hebben genomen om de schending van grondrechten bij toepassing van AI te voorkomen.”
Een van die grondrechten is rechtsbescherming. Hoegen Dijkhof: “De data waarop een AI-systeem is gebaseerd, kunnen een vertekening of bias bevatten die de uitkomsten beïnvloedt. Zo kunnen algoritmes worden getraind op basis van data die bewust of onbewust vooroordelen bevatten, wat kan leiden tot discriminatie. We kennen dat bijvoorbeeld vanuit de criminologie. In het verleden zijn er vaker mensen met een bepaalde etnische afkomst opgepakt en als verdachte aangemerkt. Als je die informatie gebruikt om criminaliteit in de toekomst te voorspellen, is de kans groot dat het systeem die groep mensen als potentiële criminelen aanwijst. Het risico is dat AI zichzelf leert op basis van data waarin al een bias zit, zonder dat iemand dat weet of daarop stuurt. Daarmee wordt die bias zelfs versterkt. Als één persoon op basis van vooroordelen keuzes maakt of selecteert, kan dat al grote gevolgen hebben. Als een systeem dit doet, wordt de schaal nog vele malen groter.”
Een belangrijk grondrecht is ook het recht op gelijke behandeling. “Als je cv’s of sollicitatiebrieven door een AI-systeem laat screenen op geschiktheid, moet je weten welke keuzes in dat systeem zijn gemaakt om discriminatie en uitsluiting te voorkomen. De belofte van AI is dat het procedures efficiënter en eerlijker maakt, omdat het systeem onbevooroordeeld is. Maar dat is dus niet zo. Niet iedereen krijgt een gelijke kans. Wellicht vind je via AI een aantal goede kandidaten die precies voldoen aan de criteria, maar iemand die een beetje afwijkt, valt al snel buiten de boot.”
Een ander grondrecht is de bescherming van privacy en persoonsgegevens. “Alle informatie die je in een chatbot stopt, is niet meer van jou. Die informatie ben je kwijt. Dus stop er vooral geen patiëntdossiers of cv’s in, want dan heb je in feite gewoon een datalek.”
Hoegen Dijkhofs advies: “Overschat de mogelijkheden van AI niet, bedenk waarvoor je AI inzet. Wat is het probleem dat dit AI-systeem belooft op te lossen? Wees kritisch op de keuzes die in AI-systemen worden gemaakt door gebruik van onderliggende data. En onderzoek actief of het systeem voor iedereen goed werkt en niemand uitsluit.”
Daar is Piersma het mee eens. Zij onderstreept het belang van goede wet- en regelgeving om de juiste randvoorwaarden te creëren. “We willen in Europa niet de situatie zoals in de Verenigde Staten, waar big tech-partijen ongebreideld data kunnen verwerven, in de strijd om de grootste, sterkste en rijkste te worden of te blijven. De Europese AI-verordening heeft als doel de ontwikkeling en toepassing van AI op een verantwoorde en veilige manier te reguleren. Wij hechten aan de bescherming van grondrechten en een eerlijke verdeling van inkomen en welvaart. We moeten voorkomen dat AI de ongelijkheid vergroot.”
Mensen meenemen
Volgens het Future of Jobs Report 2025 vraagt werk in de toekomst om vaardigheden als digitale geletterdheid, analytisch denken en probleemoplossend vermogen. Maar kan iedereen met AI leren omgaan? En wordt AI gaandeweg niet slimmer dan de mens?
“AI is geen hogere intelligentie, het is een machine die op een slimme manier kennis uit data haalt. Mensen blijven verantwoordelijk voor de beslissingen die worden genomen”, zegt Piersma. “We moeten mensen voorbereiden op de veranderende eisen van de arbeidsmarkt. Naast alle technologische innovaties moet er ook aandacht zijn voor training en scholing, zodat mensen worden ondersteund om de kansen van AI te benutten. We kunnen enorm investeren in uitbreiding van de rekenkracht, maar als we die rekenkracht vooral gebruiken om TikTok-filmpjes te maken, is dat verspilling van energie. Er zijn programma’s nodig om mensen vertrouwd te maken met en te leren werken met AI.”
Nanda Piersma: ‘AI is geen magie, het is data, stroom en rekenkracht’
Van Haaften is daar al hard mee bezig: bedrijven en hun werknemers leren wat AI is en kan en hoe ze dat in hun bedrijf kunnen toepassen.
Hij snapt de vrees van mensen dat de ontwikkelingen op het gebied van AI niet bij te benen zijn en ook de vrees dat AI werk overneemt en functies overbodig maakt. Hij heeft er één oplossing voor: trainen, leren en blijven innoveren.
“Zoals we met z’n allen hebben leren omgaan met internet en mobiele telefoons, zo zullen we ook met AI moeten leren omgaan. Vergelijk het met leren autorijden. Dat leer je alleen door te oefenen en ervaring op te doen. Geef mensen en bedrijven ruimte om te leren en te innoveren. Natuurlijk is daar regelgeving bij nodig, maar het ergste dat we in Nederland en Europa kunnen doen, is de innovatiekracht inperken. Dan duwen we bedrijven en mensen naar landen waar ze wel meer innovatieruimte hebben. En daar hebben we vervolgens helemaal geen controle op. Stimuleer bedrijven en organisaties om te investeren in educatie, training en innovatie. Leer mensen met AI om te gaan.”
De toekomst van AI biedt in de ogen van alle drie experts enorme kansen en uitdagingen. Door in te zetten op de drie genoemde pijlers, is het mogelijk om AI verantwoord in te zetten. Want de toekomst van AI ligt niet in de technologie zelf, maar in hoe we ermee omgaan.