SER biedt tweede jeugdzorgadvies aan Kamerleden aan: “laat geen kind door de bodem zakken”

“De nood is hoog. We moeten nu echt doorpakken, over beleidsterreinen heen”. Dat zei Kim Putters, voorzitter van de SER, tijdens het gesprek met leden van de vaste Tweede Kamercommissie VWS op 16 november.

Advies Jeugdzorg © Dirk Hol

Kamerleden Smals (VVD, voorzitter), Peters (CDA), Richardson (VVD), Raemakers (D66), Hijink (SP), Van der Staaij (SGP), Maeijer (PVV), Westerveld (GL), en Mohandis (PvdA) gingen in gesprek met Kim Putters, Maaike van der Aar (FNV) en Olaf Prinsen (Jeugdzorg Nederland en VNO-NCW) over het advies “Tastbaar beleid voor de jeugdzorg” dat de SER in oktober publiceerde. In dat advies wordt aangedrongen op snelle uitvoering van de aanbevelingen uit het eerdere advies “Van systemen naar mensen” van mei 2021. Sinds dat advies is de werkdruk van hulpverleners toegenomen en wachten steeds meer kinderen op hulp.

Verminder de administratiedruk

Gevraagd naar mogelijke maatregelen op korte termijn noemden Maaike van der Aar en Olaf Prinsen dat het verminderen van de administratiedruk. Hulpverleners moeten 90% van hun tijd declarabel zijn, waardoor er geen tijd is voor overleg, voor even bijkomen na een heftig gesprek of eigen ontwikkeling. Olaf Prinsen zei dat werkgevers willen stoppen met productcodes. Die zijn voor elke gemeente anders, wat veel tijd én geld kost die niet aan zorg kan worden besteed. Kim Putters benadrukte het belang van de inhoudelijke agenda van de zorg: “Laten we die eerst scherp krijgen. En laten we lokale teams het vertrouwen geven dat zij het lokaal goed kunnen organiseren, en zo de zwaardere zorg voor de kinderen in de meest kwetsbare situaties garanderen. In dit land zou geen kind door de bodem mogen zakken”.

Keuzevrijheid, autonomie en zeggenschap

Kamerlid Mohandis (PvdA) vroeg of het helpt als zorgprofessionals meer autonomie krijgen. Maaike van der Aar noemde daarop de gemeente Peel en Maas, waar alle partijen aan tafel zitten, samen een plan maken, besluiten nemen en aan de slag gaan. De professional heeft keuzevrijheid en autonomie, en de zeggenschap ligt bij het gezin. Daar gaat het goed, zei ze.

Kim Putters sloot af met: “Kinderen en professionals voelen zich vaak minder gezien door de beleidsmakers. Er is veel afstand, er zijn teveel rapporten en er gebeurt te weinig. Een betere situatie begint bij een integrale visie op jeugdzorg, van preventie tot zware zorg. Op zo’n visie mag u als Kamerleden het kabinet aanspreken”.

In het commissiedebat met minister Weerwind en staatssecretaris Van Ooijen over jeugdzorg op 21 november werden diverse moties ingediend waarin het SER-advies genoemd werd.