Zicht op

Podcast 20: Blik op de toekomst (met Kim Putters) | Brede Welvaart

In deze aflevering van de podcast Impact in de Polder gaat host Marnix Kluiters in gesprek met SER-voorzitter Kim Putters over een kernvraag voor de komende jaren: hoe creëren we een Nederland waarin economie, samenleving en duurzaamheid in evenwicht zijn?

In deze aflevering van de podcast Impact in de Polder gaat host Marnix Kluiters in gesprek met SER-voorzitter Kim Putters over een kernvraag voor de komende jaren: hoe creëren we een Nederland waarin economie, samenleving en duurzaamheid in evenwicht zijn?

Brede welvaart staat centraal in het publieke debat, maar de vertaling naar de praktijk blijft complex. Putters benadrukt dat realisme onmisbaar is: “We kunnen met elkaar wel plannen bedenken in een ivoren toren, maar het moet uitvoerbaar en handhaafbaar zijn.” Beleid moet werken voor mensen en bedrijven in het dagelijkse leven.''

Max en Kim bespreken hoe de SER brede welvaart steeds nadrukkelijker gebruikt als lens bij adviesvorming. Duurzaamheid, sociale samenhang en economische kracht worden daarbij gezien als onderdelen die elkaar versterken. Volgens Putters vraagt dat om scherpe keuzes: “We hebben in dit land een aantal keuzes te maken, zodat werkgevers hun werk kunnen blijven doen en werkenden ook makkelijk kunnen switchen als dat moet.”

Ook de bredere context komt aan bod: geopolitieke spanningen, afnemend vertrouwen en maatschappelijke onrust. Daarom pleit Putters voor stabiliteit en langetermijnvisie “Mijn oproep aan de politiek is: probeer vooruit te kijken voor meerdere jaren, bredere coalities te sluiten en samen te werken met het maatschappelijk draagvlak. Want uiteindelijk is er een samenleving die met elkaar verder moet.”

Luister direct — klik op jouw favoriete platform

Naar de Spotify PodcastsNaar de Apple Podcasts

Transcriptie - Aflevering 20: Blik op de toekomst (met Kim Putters)

Welkom bij dit speciale seizoen van Impact in de Polder over brede welvaart. Een podcast van de Sociaal Economische Raad. De plek waar werkgevers, werknemers en onafhankelijke experts advies geven over de grote uitdagingen van deze tijd. Dit seizoen stond volledig in het teken van brede welvaart. In zes afleveringen sprak ik steeds kort met SER-voorzitter Kim Putters over de bouwstenen van deze agenda. Van onderwijs tot verdienvermogen en van milieu tot rechtvaardigheid.

Vandaag, in deze afsluitende aflevering, doen we het anders. In deze speciale, langere aflevering ga ik uitgebreid met Kim in gesprek over wat brede welvaart voor Nederland kan betekenen. Hoe het onze samenleving kan veranderen. Hoe de SER hier richting aan wil geven. En wat er in de praktijk nodig is om dit kompas centraal te stellen. Onlangs presenteerde de SER haar toekomstvisie die vooruitblikt naar 2040. In 2040 wil de SER een land zijn met brede welvaart, waarbij samenleving, milieu en economie met elkaar in balans zijn.

Dus laten we beginnen met de vraag: in hoeverre is dit brede-welvaartsdenken een echte paradigmaverschuiving? Een nieuwe manier om naar Nederland en onze toekomst te kijken. Ja, nou dat is het in zekere zin wel, maar dat is er niet eentje die zomaar van de ene op de andere dag plaatsvindt.

Als je kijkt naar de geschiedenis van de Sociaal-Economische Raad, die 75 jaar lang is, die geschiedenis, dan zie je dat het sinds het uitkomen van het rapport van de Club van Rome, dat was eind jaren 60, en dat begin jaren 70 de SER al een duurzaamheidsagenda ontwikkelde vanuit het besef dat de planetaire grenzen overschreden worden en dat we daar niet in het oneindige mee door zouden kunnen gaan. Dan duurt het nog best wel een tijd voordat het ook echt integraal onderdeel wordt van alles wat de SER doet. En dat kwam dan weer door bijvoorbeeld de diepe economische crisis van de jaren 80. Hoge werkloosheidscijfers, en dat drukte dan die agenda ook weer een beetje weg.

Maar uiteindelijk is het altijd onderdeel van het SER-werk gebleven. En met als natuurlijk belangrijke ijkpunten het Energieakkoord 2013 en de latere klimaatakkoorden. Dus je zou kunnen zeggen dat de duurzaamheidskant van het sociaal-economisch beleid in de loop der jaren steviger op de agenda is gekomen. Naast economie en samenleving. Nou, en dan heb je de drie elementen van brede welvaart — economie, ecologie en samenleving — bij elkaar. De shift is in het nadenken over economische ontwikkeling, economische groei. Wat voor groei moet dat dan zijn als je de grenzen van mens en planeet in ogenschouw neemt? Maar dat dat ook een zekere codificatie eigenlijk is. Dus de afgelopen paar jaar hebben we dat ook in onze doelstellingen verankerd en gecodificeerd. Dat dit ook echt is waar wij voor willen staan. En dat hebben we ook gedaan in de toekomstvisie richting 2040. We zijn in de eerdere aflevering ook echt ingegaan op hoe de SER, de kroonleden ook samenkomen. Hoe heeft dat dan ook zijn rol? Want van oudsher is het natuurlijk ook wat meer hoe de economie samenkomt vanuit werkgevend en werknemend Nederland.

Hoe zet je daar ook de stoel van duurzaamheid dan echt aan tafel?
Ja, dat doen we natuurlijk op verschillende manieren. Overigens spelen er heel veel aspecten in brede welvaart een rol. Je kunt dat wel bijvoorbeeld onder mens hangen, maar inclusie, wat is een inclusieve samenleving, talentontwikkeling, etc. Dus al die zaken spelen in ons werk een grote rol. Dus wij kijken sowieso al op een hele gevarieerde manier naar de sociaal-economische vraagstukken op de arbeidsmarkt en in de economie. Dus zo ingewikkeld is het niet om ook rekening te houden met duurzaamheid. Maar doordat wij inderdaad ook een derde geleding hebben in de SER van de onafhankelijke kroonleden, probeer je ook steeds bij vacatures of bij wisselingen van de wacht ook goed te kijken: hebben we alle aspecten van brede welvaart die we nodig hebben ook in huis?

Dat betekent dat we ook altijd een aantal kroonleden hebben die de duurzaamheid wat meer als hun vakgebied hebben, waardoor ze in de besprekingen met werkgevers en werknemers dat in kunnen brengen. Overigens niet alleen de kroonleden; bijvoorbeeld het Planbureau voor de Leefomgeving heeft jarenlang in onze commissie duurzame ontwikkelingen gezeten als adviserend lid. Dus we hebben ook allerlei manieren om deskundigen aan ons werk te verbinden en ervoor te zorgen dat al die inzichten goed op tafel liggen. Ja, in een van de eerdere afleveringen van het vorige seizoen — ik denk dat het het eerste seizoen was — toen gaf je ook aan: als al die deskundigen bij elkaar en eigenlijk de hele samenleving daar een handtekening onder zet, dan is dat ook wat waard, dan is er veel draagvlak. En daarin worden die drie pijlers dan dus eigenlijk ook goed meegenomen door die zienswijzebeoordeling.

Ja, dat is in ieder geval onze werkwijze op dit moment. Dus bij de start van ieder traject zeggen wij: we willen vanuit brede welvaart, we willen dus people, planet en profit, naar het vraagstuk kijken. We hebben onlangs een advies over arbeidsmigratie uitgebracht. Dat raakt ook alle aspecten van brede welvaart. We zijn nu bezig met een advies over de fiscaliteit. En welke type belastinghervormingen zijn er nodig om die toekomst in 2040 ook meer brede-welvaartproof te laten zijn.

Zo kijken wij daarnaar. Dus het is voor ons een soort bril waarmee we naar de vraagstukken willen kijken. Het is natuurlijk ook work in progress. Het is niet zo dat we dat nu allemaal in één keer goed in de vingers hebben. Het is soms best lastig om alle belangen en alle waarden steeds op tafel te houden. Maar we toetsen er wel aan en we houden elkaar ook scherp vanuit de spiegel van brede welvaart. En hoe krijg je daar dan de handen voor op elkaar? Want ik kan me voorstellen dat dat ook — en dat is natuurlijk waar brede welvaart ook over gaat — veel discussie oplevert, maar wel dat je uiteindelijk daarin ook in gezamenlijkheid bij elkaar kunt komen.

Ja, nou ik moet nu denken aan toen ik het eerste jaar voorzitter was van de SER. En ik nog eens goed keek naar alle missies en plannen die de SER had natuurlijk. En waar willen we nou aan werken de komende tijd. Dat ik zag dat de doelstellingen van de SER zoals die verankerd waren, eigenlijk vooral leunden op een zo groot mogelijke economische groei en een zo hoog mogelijke arbeidsparticipatie van alle Nederlanders. Terwijl als je kijkt naar wat we feitelijk doen, en hoe we naar de wereld kijken, gaat het natuurlijk niet alleen om zo hoog mogelijke economische groei. Het gaat er ook om dat die duurzaam is en dat we nieuwe verdienmodellen ontwikkelen, schone technologie toepassen.

En ook: alsmaar meer werken is ook niet per se het beste voor de mens, en al helemaal niet als je bijvoorbeeld niet een volle werkweek kunt maken. Dus dat heb ik de sociale partners en de kroonleden teruggekoppeld in mijn eerste jaar en gezegd: wij moeten het gesprek aangaan om te kijken of we dit niet moeten aanpassen, onze doelstellingen. En dat is gelukt. Dus hoe krijg je dan de handen op elkaar? Nou eigenlijk door intensieve gesprekken aan te gaan en er met elkaar achter te komen: ja maar zo kijken wij al heel lang niet meer tegen de economie aan. Wij vinden dat het duurzamer moet en dat het inclusiever moet.

Dus eigenlijk waren we aan het einde van het eerste jaar, toen we zo een aantal van die gesprekken gehad hadden, het vrij snel met elkaar eens: wij vinden dat je vanuit een breed perspectief naar welvaart moet kijken. Zo hebben we de handen op elkaar gekregen. En ik kan me dan ook voorstellen: het klinkt eigenlijk alsof jij hier niet als nieuwe voorzitter destijds binnen bent komen lopen met een nieuwe visie, maar dat je eigenlijk ook iets wat leeft in de samenleving neerzet en ook vatbaar maakt, en daarmee ook gaat kijken hoe je dit werkend kan krijgen.

Ja, kijk ik kwam natuurlijk van negen jaar Sociaal en Cultureel Planbureau. En dan krijg je wel echt elke dag alle onderzoeken mee: hoe Nederlanders over de economie denken, over de politiek, wat er met mensen in hun leven gebeurt als ze ziek worden, of als ze een beperking hebben.

Waar ondernemers tegenaan lopen als er een te krappe arbeidsmarkt is. Dus al die inzichten — ja, ik denk misschien is het ook een van de redenen geweest dat ik voorzitter van de SER geworden ben, maar dat zou je mijn sollicitatiecommissie moeten vragen — maar die zijn wel belangrijk om ook de goede keuzes voor de toekomst van onze economie te maken. Dus dat klopt. Ik heb zeker meegenomen: wat leeft er in de samenleving? Wat leeft er in de economie? En wat werkt nou wel en niet? Want we kunnen met elkaar plannen bedenken in een ivoren toren, maar het moet uitvoerbaar zijn, het moet handhaafbaar zijn. En die aandachtspunten liggen nu wel heel nadrukkelijk bij ons op tafel.

Ja en daar ben je nu ook al een tijdje mee aan het werk, of jullie hier bij de SER. Waar staan we nu? Nou, het is natuurlijk best een lastig tijdsgewricht waar we in zitten. Als je het afgelopen jaar op je in laat werken dan zie je dat bijvoorbeeld als het gaat om de inspanningen voor klimaat en natuur een belangrijke partner als de Verenigde Staten een stap terug heeft gedaan.

Dat dat heel veel internationale impact heeft voor de steun voor de klimaatdoelstellingen. Dat ook in ons land mensen er heel verschillend in zitten. En bij de SER proberen wij natuurlijk toch te kijken: als het schoner is, als het gezonder wordt, dan is dat in het voordeel van iedereen. Dus laten we niet stil gaan zitten, maar laten we bedrijven helpen om te werken aan gezonde en duurzame verdienmodellen, zodat er ook in de toekomst geld te verdienen valt, maar intussen werknemers veiliger kunnen werken, gezonder kunnen blijven. Dat is in het voordeel van iedereen. Dus het is soms ook weer een beetje tegen de golven in vechten, maar ik ben er heel trots op dat ook in al deze dynamiek van de afgelopen tijd de werkgevers en werknemers en de kroonleden in de SER hebben gezegd: nee, wij blijven bij die brede-welvaartsagenda.

Maar het is natuurlijk niet altijd makkelijk. Dus waar staan we? Er is veel werk aan de winkel. Ik denk dat bijvoorbeeld — om een voorbeeld te noemen — dat het nieuwe kabinet dat er gaat komen ook echt werk moet maken van meerjarig begroten. Waarom? Zoiets als verduurzaming van de industrie of van de hele economie. Of het inrichten van leven lang ontwikkelen, zodat mensen makkelijker naar ander werk kunnen. Of het ervoor zorgen dat we niet met allemaal stapeling van ingewikkelde regels te maken hebben, maar dat we ook echt in de praktijk zorgen dat mensen hun werk goed kunnen doen en dat de planetaire grenzen niet overschreden worden. Al die dingen — daar moet je meerjarig voor begroten, want het gaat niet één kabinet in twee, drie jaar oplossen. Eigenlijk moet er in de kabinetsformatie al nagedacht worden: waar zal het volgende kabinet mee bezig moeten zijn? En wij houden een sterk pleidooi dat je in dat meerjarig begroten verduurzaming ook inbouwt: in deze periode, in onze tijd, zijn dit de lasten en dit de lusten die we moeten nemen. Maar voor de volgende generatie betekent het wel — zo eerlijk — ook lusten en lasten. Op die manier kun je brede welvaart veel beter dichterbij brengen. En daar staan we nog te ver vanaf. Dus er is werk aan de winkel. Zeker, en dat gaat natuurlijk ook over het vertellen van een eerlijk verhaal. Dat is waar met brede welvaart ook een poging toe wordt gedaan om dat beter te vertellen, denk ik. Je noemt al even de Verenigde Staten. Daar zien we dat allerlei problemen zoals klimaatproblemen worden ontkend. Wat er wereldwijd speelt, is dat vertrouwen in instituties onder druk staat. Dat inzichten vanuit de wetenschap zich niet meer weten te vertalen tot politieke besluiten. Hoe verhoudt dat zich tot brede welvaart? Heeft die hele zienswijze naar een economie die draait om het genereren van brede welvaart daar ook mee te maken?

Ja, die heeft daar heel veel mee te maken. Misschien als eerste twee dingen. Kijk, of mensen een bepaald vraagstuk ontkennen of niet, of het er wel is of niet — ik zeg maar zo: waar je ook op gestemd hebt of welke opvatting je ook hebt, als je in Zuid-Limburg met een overstroming te maken hebt, dan loopt ook jouw huis onder water. Als we met verdergaande verdroging te maken krijgen en jouw bedrijf heeft daarmee te maken in de directe omgeving ervan, dan loop je het risico — ongeacht je opvatting of stem — dat je je bedrijf niet meer verder kunt runnen omdat het in die omgeving niet meer gaat.

Dus wat wij als SER als onze taak zien is om erbovenuit te stijgen en heel nuchter te zeggen: we hebben in dit land afwegingen te maken zodat ondernemers hun werk goed kunnen blijven doen en mensen werk kunnen blijven krijgen, ook als ze moeten switchen van baan.

Dat zijn concrete dingen die aan iedere tafel spelen. En daar heb je een paar dingen voor nodig. Je hebt wel degelijk de wetenschap nodig. Want — en dat is het andere dat ik wilde zeggen — voor mij is wetenschap niet zomaar de volgende mening. Betrouwbare wetenschap die verantwoording aflegt over onderzoek en methoden is cruciaal voor de vooruitgang van onze samenleving. We hebben wetenschap nodig om nieuwe oplossingen te bedenken voor oude én voor nieuwe problemen. We kunnen niet zonder de wetenschap. Dus dat heeft veel invloed op het werk van de SER op het moment dat die wetenschap ter discussie komt te staan.

Ik ben er blij mee dat wij in de SER samenwerken met het Centraal Planbureau, het Sociaal en Cultureel Planbureau en het Planbureau voor de Leefomgeving. Veel van onze kroonleden zijn hoogleraar en hebben direct toegang tot belangrijke netwerken met onderzoeken en onderbouwingen. En zo hebben we dus verbinding met tal van universiteiten en onderzoeksinstituten. Voor ons werk is dat belangrijk. Waarom? Omdat belangen een rol spelen: van werkend Nederland, ondernemend Nederland, NGO's, natuur- en milieuorganisaties. Maar wetenschap brengt een neutraal platform: beste mensen, je kunt er zo tegen aankijken, of zo. Dit zijn de scenario's en dit zijn de onderbouwingen.


Over de podcast Impact in de Polder

In de podcast Impact in de Polder neemt onze vaste reporter Marnix Kluiters luisteraars mee op een boeiende reis langs sociaal-economische kwesties. Elke aflevering staat één onderwerp centraal, aanhakend op een advies waar de SER aan werkt of recent is uitgebracht. Met als insteek: wat is de urgentie, hoe zien context en perspectieven in het veld eruit en hoe gaat de SER te werk?

Over Marnix Kluiters

Marnix heeft een passie om diepgang op een inspirerende manier toegankelijk te maken voor een breed publiek. Hij wordt gedreven door het creëren van maatschappelijke waarde. Op zijn twintigste kreeg Marnix te maken met een heftige oogaandoening, waardoor hij in een halfjaar tijd het centrale gedeelte van zijn zicht verloor. Dit was echter geen reden voor hem om bij de pakken neer te zitten. Al snel leerde Marnix om volledig non-visueel te functioneren. Hij werkt als podcastmaker en houdt lezingen.

Bouwerken in de stad.