Symposium Ongekend Talent
Speech van Kim Putters bij het Symposium Ongekend Talent
11 juni 2025
Het gesproken woord geldt.
Dames en heren, beste aanwezigen,
Ik ben blij hier in Zwolle te zijn, te midden van overheid, onderwijs, werknemers en werkgevers waarbij het belangrijke thema van ongekend talent centraal staat. Als voorzitter van de Sociaal-Economische Raad wil ik met u verkennen hoe we de arbeidsmarkt toekomstbestendig maken door talentontwikkeling en Leven Lang Ontwikkelen – niet alleen voor economische groei, maar voor brede welvaart en menswaardige ontwikkeling. Leven Lang Ontwikkelen is daarbij niet alleen van belang voor mensen die hun plek op de arbeidsmarkt moeten (blijven) vinden, maar net zo goed voor iedere burger om volwaardig mee te kunnen doen in een samenleving die steeds sneller verandert.
Brede welvaart en menswaardige ontwikkeling als kompas
Het merkwaardige is eigenlijk dat het al lang vijf voor twaalf is geweest. Leven Lang Ontwikkelen heeft in het verleden te weinig structurele aandacht gekregen en niet de prioriteit die het verdient. Hoe komt dit? We weten allemaal dat het belangrijk is, maar toch stellen we het uit – omdat het vandaag nog niet urgent genoeg lijkt. Misschien is dat wel een diep menselijke eigenschap: we schuiven zaken voor ons uit waarvan we de noodzaak wel wéten, maar nog niet in directe zin vóelen. Juist daarom is het aan de overheid om koers te houden op dit soort lange lijnen. Als we pas in actie komen als mensen hun baan verliezen of transities vastlopen, dan zijn we namelijk te laat.We leven namelijk in een tijd van grote veranderingen. Denk aan digitalisering, AI, de energietransitie, maar ook toenemende ongelijkheid en klimaatverandering. Het vooruitzicht stemt velen onzeker. Juist daarom moeten we onze blik richten op brede welvaart – een welvaart die niet alleen in euro’s of BBP wordt uitgedrukt, maar ook in gezondheid, vaardigheden, sociale cohesie en een duurzame leefomgeving. Dit is waar wij als SER ons voor inzetten.
Brede welvaart betekent dat we economische, sociale en ecologische doelen in samenhang zien, en dat we zorgen voor een eerlijke verdeling van de lusten en de lasten van veranderingen over verschillende groepen, regio’s en generaties. Het draait om een samenleving waarin people, planet en profit met elkaar in balans zijn, hier en nu, later en elders. Maar we weten inmiddels – al sinds het rapport van de Club van Rome – dat we die balans vaak verliezen. We overschrijden al decennia de grenzen van onze planeet én mensen.
In zo’n brede welvaart samenleving staat menswaardige ontwikkeling centraal. Dat betekent dat we investeren in mensen op een manier die hun waardigheid versterkt. Het gaat erom dat mensen de kans krijgen zich te ontwikkelen omdat het bijdraagt aan hun eigen welzijn en gevoel van zinvol meedoen. We moeten af van een te smal mensbeeld waarin de mens slechts als kostenpost of productiefactor wordt gezien. In plaats daarvan pleit ik voor de positieve aanname dat mensen willen bijdragen én willen groeien, mits ze de juiste kansen en ondersteuning krijgen. Ongekend talent ontsluiten is daarbij essentieel, want het draagt bij aan zowel economische veerkracht als sociale samenhang.
Transities en concurrentievermogen vragen om Leven Lang Ontwikkelen
Onze arbeidsmarkt staat voor enorme transities. De energietransitie vraagt om tienduizenden extra technische krachten, om mensen die bijvoorbeeld windmolens kunnen bouwen, huizen isoleren en slimme netwerken aanleggen. De digitale transformatie en opkomst van AI veranderen vrijwel elke baan; ze doen niet alleen nieuwe functies ontstaan, maar veranderen ook bestaande functies, werkdruk, autonomie en de organisatie van werk. In ons recente SER-advies over AI en werk benadrukken we dat technologische vooruitgang alleen tot goed werk leidt als sociale innovatie – zoals leren en ontwikkelen – gelijktijdig wordt versterkt. Ook in ons Arbo-advies waarschuwen we voor toenemende stress en uitval, met name bij jongeren en ouderen. Juist daarom is LLO zo belangrijk: het biedt mensen houvast en kansen om zich aan te passen in een werkomgeving die voortdurend verandert.Ook de uitbreiding van defensie doet een toenemend beroep op gekwalificeerde mensen in uiteenlopende functies. Deze ontwikkelingen zorgen ervoor dat de vraag naar arbeid verandert – sommige banen verdwijnen, er komen nieuwe voor terug, en veel banen krijgen andere inhoud. Bovendien wil Nederland concurrerend blijven in een mondiale economie. We kunnen ons concurrentievermogen en hoogwaardige bedrijvigheid alleen behouden als we vooroplopen in kennis en innovatie, en dat vergt voortdurende ontwikkeling van talent.
Kortom, Leven Lang Ontwikkelen is geen luxe, maar een noodzaak. It’s education, stupid! Het is de sleutel om wendbaar en weerbaar te blijven. De Sociaal-Economische Raad heeft in het recente rapport “Werken aan Veranderkracht” (2024) laten zien wat er gebeurt in sectoren als agrifood, water en klimaatadaptatie. In die groen-blauwe sectoren werken zo’n 620.000 mensen en hun werk verandert razendsnel door droogte, wateroverlast, veranderende milieueisen en tekorten aan menskracht. De SER concludeert dat om deze transities te laten slagen, we veranderkracht nodig hebben – het vermogen om ons aan te passen – en dat komt neer op een leercultuur en infrastructuur die mensen in staat stelt nieuwe vaardigheden te leren voor de banen van de toekomst.
Structurele investering en de rol van overheid & beleid
Jarenlang was het beleid rond Leven Lang Ontwikkelen versnipperd en tijdelijk: te veel regelingen met een einddatum, ingewikkelde loketten en losse pilots. Voor werkenden en werkgevers is het vaak onduidelijk waar ze terechtkunnen. Of je mee kunt doen, hangt nu nog te vaak af of je toevallig de weg weet in het woud van subsidiepotjes.Neem het inmiddels beëindigde STAP-budget. Ondanks kritiek op oneigenlijk gebruik en de stormloop waardoor het budget razendsnel op was, zette het duizenden mensen aan tot nadenken over hun toekomst. Dat effect moeten we vasthouden, maar dan wel met meer regie en samenhang.
Daarom heeft de SER begin 2024 een briefadvies uitgebracht met een indringende oproep aan het kabinet: investeer structureel en voorspelbaar in LLO. Niet als project, maar als vast onderdeel van ons onderwijs- en arbeidsmarktbeleid. Zo pleitten we onder andere voor erkenning van post-initieel onderwijs als kerntaak: maak het onderwijsstelsel geschikt voor werkenden die zich later in hun loopbaan willen bijscholen, en erken Leven Lang Ontwikkelen als publieke taak, met passende financiering. Maar ook private opleiders zijn voor LLO onmisbaar. Zij spelen al jaren een cruciale rol in maatwerk voor bedrijven en werkenden, en dragen zo bij aan de doorontwikkeling van LLO. Een ander belangrijk punt; Geef iedereen leerrechten. Introduceer een persoonlijk ontwikkelbudget of leerrekening, zodat mensen laagdrempelig modules of opleidingen kunnen volgen voor bij- of omscholing. Zet in op vaardigheden en een sterke basis: maak beter zichtbaar welke skills mensen hebben en nodig hebben, en investeer in basiskennis – zoals taal, rekenen en digitale vaardigheden – via volwasseneneducatie en toegankelijke publieke voorzieningen.
Ontwikkelen voor iedereen
Uit de Monitor Leercultuur van SER en TNO blijkt dat deelname aan scholing niet vanzelfsprekend is voor iedereen. Vooral 50-plussers, mensen met flexibele contracten, werkenden in het mkb, zzp’ers, ‘lager opgeleiden’ en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt blijven achter. Juist voor deze groepen is extra ondersteuning nodig om deelname aan LLO mogelijk te maken.
Ook bleek uit een onderzoek van het SCP over mensbeelden bij LLO dat burgers LLO belangrijk vinden. Tegelijkertijd werd erkend dat kwetsbare groepen extra ondersteuning nodig hebben, zoals begeleiding, financiële ruimte en begrijpelijke informatie. Ik vond dat opvallend: men onderschrijft het beeld van de autonome, leergierige mens, maar ziet ook de realiteit van de kwetsbare mens die het niet alleen redt.
Wat betekent dit voor ons beleid en onze dagelijkse praktijk? Allereerst dat we persoonlijker moeten worden. Praat met mensen over hun drijfveren: nieuwsgierigheid, ambitie, maar ook onzekerheid of bescheidenheid bepalen of en hoeveel iemand leert. Vergeet hierbij niet de randvoorwaarden – zo is goede kinderopvang cruciaal, zeker voor ouders die ruimte moeten vinden om te kunnen leren. Ook zzp’ers hebben ondersteuning nodig. Een dag niet gewerkt is een dag geen inkomsten, dus scholing betekent inkomstenderving. LLO begint dus ook met het wegnemen van praktische drempels.
Ten slotte is een mensgerichte aanpak ook: leren koppelen aan wat mensen belangrijk vinden – werk dat past, zekerheid, betekenis of een stap omhoog. Dan ontstaat motivatie en komen mensen in beweging. Sommige bedrijven en sectoren werken al met zogenaamde “ontwikkelpaden” of trajecten die mensen helpen uit te zoeken wat bij hen past en wat de volgende stap kan zijn. Zulke initiatieven verdienen navolging.
Kortom, willen we het ongekende talent in iedereen naar boven halen, dan moeten we durven differentiëren: in beleid, in ondersteuning en in benadering.
De kracht van de regio – samenwerken aan talentontwikkeling
Ik wil graag benadrukken hoe belangrijk de regio is in dit verhaal. Transities voltrekken zich namelijk lokaal: de energietransitie gebeurt in onze wijken en polder, digitalisering landt in lokale bedrijven en scholen, en het ongekend talent woont in onze gemeenten en buurten. Regionale aanpak is essentieel om oplossingen op maat te bieden.Die regionale aanpak vraagt ook om sterke samenwerking tussen werkgevers en werknemers. Juist daar ligt de kracht van de SER als instituut: als hart van het poldermodel brengt de SER sociale partners en onafhankelijke kroonleden samen, met oog voor brede welvaart en een langetermijnvisie. Niet redenerend vanuit één belang, maar werkend aan gedragen oplossingen door gezamenlijke dialoog. Ook de regionale SER’en spelen hierin een onmisbare rol. Zij vangen de stem van de regio op en vertalen die naar het nationale niveau.
Regionaal gebeurt al veel op het gebied van LLO. Het Twents Fonds voor Vakmanschap is een goed voorbeeld, met scholingscheques en persoonlijke begeleiding. Ook initiatieven als Ontwikkelfonds Zwolle, Upgrade Yourself en DNA Next laten zien dat regionale samenwerking en maatwerk écht verschil maken. Ze zijn proeftuinen én fundamenten van LLO, afgestemd op de arbeidsmarkt en cultuur in de regio.
De snel veranderende arbeidsmarkt vraagt niet alleen aanpassingsvermogen, maar ook actie. De krapte is structureel, het risico op uitval groeit en veel talent blijft onbenut. Dat raakt de ruggengraat van onze economie én samenleving. Leren, ontwikkelen en sociale innovatie zijn geen hierbij 'nice to do', maar 'need to do'. Zonder structurele investeringen verliezen we niet alleen kansen, maar ook onze voorsprong. Gelukkig ontstaan in de regio’s al inspirerende voorbeelden. Laten we die kracht benutten en met nationale regie samen versnellen, verbreden en opschalen.
Slot – Hoopvolle toekomst
Dames en heren, ondanks de uitdagingen ben ik hoopvol. Want de mindset kantelt: leven lang leren wordt steeds vaker gezien als wat het is – noodzaak. De arbeidsmarktkrapte drukt zwaar op de economie en maatschappelijke transities vragen om nieuwe vaardigheden en wendbaarheid. Het momentum is er. Nu is het tijd om samen door te pakken en Leven Lang Ontwikkelen stevig te verankeren in Nederland.Dit symposium heet niet voor niets Ongekend Talent. Het houdt in dat er talent rondloopt wat wellicht nu nog ongekend of niet erkend is, maar die – met de juiste prikkel of steun – tot bloei kan komen.
Laat ons samen werken aan een land waarin dit talent erkend wordt en een leven lang ontwikkelen de normaalste zaak van de wereld is. Een land waarin iedereen – jong, oud, werkend of werkzoekend – zonder drempels kan blijven leren, en waarin overheid en werkgevers daarin investeren.
De minister van SZW heeft uitgesproken graag met ons in gesprek te gaan over LLO. Maar ja, inmiddels is de minister demissionair. Vooralsnog waren er ook geen extra middelen gereserveerd. Toch moeten we plannen blijven maken, en wel gericht op het nieuwe kabinet! De SER pakt die verantwoordelijkheid met beide handen aan – stilstand is geen optie. Nu doorpakken.
Ik dank u voor uw aandacht en voor uw betrokkenheid. Dank u wel. Ik zie uit naar onze verdere samenwerking – hier in de regio en daarbuiten.