Samen koersen op brede welvaart

Speech van Kim Putters tijdens de 100ste editie van het VNG Jaarcongres in Brainport Eindhoven

17 juni 2025

Het gesproken woord geldt.


Inleiding

Dit is het 100e VNG-congres en het is eervol om hier te zijn.

Het is de tweede keer dat ik voor u mag spreken. 10 jaar geleden als SCP-directeur, aan de vooravond van de invoering van de drie decentralisaties. U heeft er de handen vol aan gehad, nog steeds. Het is opnieuw een bijzonder moment in de tijd. Enerzijds vanwege de politieke actualiteit met Tweede Kamerverkiezingen in het verschiet, maar met nog dezelfde grote uitdagingen, en een enigszins gedempt ravijnjaar. Anderzijds vanwege de geopolitieke ontwikkelingen waardoor we meer moeten inzetten op veiligheid en het bewaken van onze vrijheid. Dat maakt alles complexer en urgenter. Het raakt ook gemeenten: is er genoeg personeel en ruimte voor defensie. Zijn we digitaal veilig? Zonder langetermijnbeleid raken we zeker achterop, ten koste van onze welvaart en welzijn.

Ik wil met u verkennen wat dit betekent voor ‘het verhaal van Nederland’ dat zo hard nodig is, en hoe brede welvaart een leidend kompas kan zijn bij langetermijnvisie.

Brede welvaart als kompas voor beleid

Ik ben nu bijna 3 jaar voorzitter van de SER. We bestaan dit jaar 75 jaar. De huidige verbouw van onze economie is net als de wederopbouw na WOII ingrijpend. Met uitdagingen om ongelijkheid te bestrijden, verdienvermogen te versterken en polarisatie tegen te gaan. We moeten met veranderingen meebewegen.

Zo is er een steeds dieper besef dat enkel focus op economische groei en arbeidsdeelname geen afdoende antwoord biedt op de uitdagingen waar we voor staan. Smalle welvaart gaat over de economie, het bruto binnenlands product, het inkomen per hoofd van de bevolking. We meten het van oudsher met groei van de nationale economie. Maar groeicijfers zeggen in feite niet zoveel en steeds minder over de mate waarin we welvaart ervaren. Bovendien bestaan er forse verschillen tussen groepen mensen.

Brede welvaart gaat over alles wat voor mensen van belang is: inkomen en verdienvermogen, werkzekerheid, inclusie, een schone en gezonde leefomgeving, een stevig sociaal netwerk, goede zorg, onderwijs, en duurzame woningen. Welvaart waarin iedereen deelt in kwaliteit van leven, geluk en gezondheid. Niet alleen hier en nu, maar ook later en elders. Dus, rekening houdend met regionale en internationale verschillen, onze footprint in de wereld en rekening houdend met de belangen van volgende generaties. Onze problemen niet doorschuiven naar andere regio’s of de toekomst, maar goede voorouders zijn.

Het huidige economische model gaat ten koste van natuurlijke en menselijke hulpbronnen: uitputting van mens en natuur is zichtbaar en voelbaar. Er moet meer focus komen op een circulaire economie, zelfvoorziening en hergebruik van grondstoffen omdat we beter met schaarse ruimte en natuur moeten omgaan. We betrekken als SER daarom een groter palet aan stakeholders dan enkel sociale partners, via allerlei participatievormen, van dialoogtafels tot burgerberaad. Zoals mantelzorgers bij advisering over werk en zorg, natuur- en milieuorganisaties bij de energietransitie en gemeenten bij arbeidsmigratie.

Sturen op brede welvaart vraagt om het inzichtelijk maken van zogeheten afruilen, tussen economie, samenleving en leefomgeving, op de korte en de langere termijn, in Nederland en elders. Denk aan de verduurzaming van de industrie die vraagt om investeringen in innovaties en nieuwe verdienmodellen, maar ook gezonde leefomgeving voor omwonenden en scholing naar nieuwe banen. Dat bepaalt ook hoeveel arbeidsmigranten er nodig zijn, die een dak boven het hoofd nodig hebben en soms naar de dokter moeten, voorzieningen die al schaars zijn. Het hangt dus allemaal samen en vergt lastige langetermijnkeuzes, ook in de tijd en op locaties.

We zien onszelf echter alsmaar geconfronteerd met de ene na de andere crisis: van een coronacrisis naar een energiecrisis en een asielopvang-crisis. Met een wooncrisis, zorgcrisis en onderwijscrisis. Het zijn crises, als je vooral op korte termijn denkt en handelt. Uitzonderingen daargelaten, in een crisis worden zeker niet altijd de beste beslissingen genomen.

Gemeenten ondervinden de gevolgen. De druk op de uitvoering neemt toe door inzet op ad- hoc taken en crisisoplossingen. Terwijl gemeenten steeds meer te maken hebben met personele schaarste in gemeentelijke organisaties mede door de dubbele vergrijzing. Bovendien gaan maatregelen veelal gepaard met incidentele financiering en grote verantwoordingseisen. Dat gaat natuurlijk ten koste van het kunnen realiseren van andere belangrijke maatschappelijke opgaven. Wij begrijpen het gevoel van frustratie hierover, want uiteindelijk staat de burger bij gemeenten op de stoep voor een oplossing van zijn probleem.

We moeten uitzoomen en beseffen dat hier langjarige transities in onze samenleving en economie gaande zijn waarmee we om moeten leren gaan, zodat het geen crises worden. Laten we koers zetten op een langere termijn horizon waartoe we verstandige keuzes maken en geen reparaties aan de achterkant nodig zijn. De SER heeft deze exercitie recent gedaan met een toekomstvisie: Perspectief op brede welvaart in 2040, Bouwen aan de economie van de toekomst. Wij willen koersen op een sterke sociale markteconomie met sociale dialoog. Een economie waarin iedereen meedoet en waarin schaarse middelen en ruimte eerlijk worden verdeeld. Geen vechteconomie met strijd om schaarse middelen, menskracht en ruimte, maar een overlegeconomie en rechtvaardige keuzes volgens democratische spelregels.

Dit sluit aan bij het rapport van de Denktank Nederland 2040. Ik herken eenzelfde werkwijze en een hoopvol verhaal voor Nederland. Zorg dat we klaar zijn voor de toekomst en laten we ons tijdig voorbereiden. Dit rapport stelt: “Ideeën doen ertoe, door samen na te denken vormen we ons een beeld van de toekomst dat voorlopig onze koers kan bepalen.” De thema’s “een krachtiger Nederland, een groener Nederland en een menselijker Nederland” spreken aan met waardevolle aanvullende noties over publieke voorzieningen, vakmanschap en democratie. Een duidelijke “call to action” die ik steun.

Toewerken naar brede welvaart is niet links of rechts, want bestaanszekerheid, verdienvermogen en een goede leefomgeving zijn universele behoeften en doelstellingen. De SER heeft deze doelstellingen verankerd in al zijn werk. Dat biedt een gezamenlijke basis voor het verhaal van Nederland. De afruilen vragen natuurlijk om verdere invulling en politieke prioritering. Hoe?

Brede welvaart in SER-werkzaamheden

Wij wachten niet op vragen van het kabinet. We werken er zelf aan met onze Werkagenda. De werkorganisatie en overlegstructuur zijn heringericht langs drie grote brede welvaartsthema’s: het bevorderen van ondernemerschap, waardig werk, duurzame groei. Samen met bedrijven, werkenden en zelfstandigen kan de SER dat deels zelf in praktijk brengen.

Ik geef twee voorbeelden van recente SER-adviezen die voor gemeenten interessant zijn:

Voorbeeld 1: Het SER advies over AI. AI verandert onze economie, arbeidsmarkt en samenleving ingrijpend. Veel mensen zijn bang dat door AI veel banen zullen verdwijnen, maar het biedt ook nieuwe banen en kansen. AI kan werkdruk verminderen en publieke dienstverlening (beter) voor burgers en bedrijven op peil houden of verbeteren. De manier waarop we werken zal zeker veranderen. In ons recente advies zijn we ingegaan op hoe we daarop kunnen sturen en wat we dan nodig hebben. Dat is uiteraard ook relevant voor het werk van en in gemeenten. Zet waardig werk centraal bij de inzet van AI en blijf samen leren en ontwikkelen om AI te benutten. Het moet verantwoord en menswaardig, dus mensen moeten betrokken worden en de kans krijgen ermee om te gaan. Of naar ander werk te gaan. Als dat niet kan, moet er op tijd geanticipeerd zijn op mogelijke verdelingseffecten van AI, bijv. door terugval in inkomen of beroep op sociale zekerheid en scholing. Dit vraagt politieke prioritering.

Een ander voorbeeld is het SER-advies over het structureel verminderen van de sociaaleconomische gezondheidsverschillen. Daarvoor moeten we maatschappelijke oorzaken van gezondheidsrisico’s wegnemen én de gezondheid van iedereen verbeteren, met gerichte en extra aandacht voor mensen in kwetsbare posities. Wij hebben aanbevolen om het zorgsysteem te veranderen in een gezondheidssysteem, door het bestrijden van chronische stress, bestaansonzekerheid en ongezonde prikkels in de sociale en fysieke omgeving van mensen. Beleidskokers moeten worden doorbroken, want schulden, armoede, leerachterstanden en huiselijk geweld hebben allemaal invloed op gezondheid. Als gemeenten minder aan symptoombestrijding hoeven doen, spaart dat uiteindelijk ook geld. Belangrijker, het gaat om grote verschillen in levensverwachting, oplopend tot 7 levensjaren en vele jaren leven in goede gezondheid tussen meer en minder welvarende inwoners. Als je dit politiek prioriteert kunnen mensen langer gezond leven, maar ook werken en leren. Die kost gaat voor de baat uit.

Momenteel werken we zo aan adviezen over arbeidsmigratie, de vereenvoudiging van onze belastingen en toeslagen en over de landbouw. Met keuzes voor onze economie van de toekomst- over welke mensen en vaardigheden we nodig hebben, hoe we de regeldruk kunnen verminderen, hoe werken meer moet gaan lonen, en wat dat betekent voor de draagkracht van onze samenleving: zoals voldoende betaalbare en duurzame woningen, goede publieke voorzieningen, een leefbare omgeving en een sterke sociale samenhang. De Haagse politiek komt hier steeds niet uit. Daar hebt ook u last van. Het is tijd dat we vanuit een maatschappelijk gedragen verhaal voor Nederland met oplossingen komen voor het volgende kabinet.

Gemeenten proberen ook op brede welvaart te sturen…

Daarbij zijn gemeenten en bedrijven onmisbaar. We zijn hier op een voormalige locatie van Philips. Philips was (en is) een ondernemer die een brede sociale verantwoordelijkheid nam. Net als ASML dat nu geld investeert in maatschappelijke doelstellingen zoals bereikbaarheid, betaalbare woningbouw, extra talent voor de arbeidsmarkt en kansengelijkheid voor alle inwoners.

Er zijn ook zorgen, over voldoende woningen voor iedereen, onderwijs en zorg in de Brainport regio. Ik heb vorige week bij ASML gepleit voor een sterker sociaal contract. Beethoven, maar sterker op sociaal gebied. Een world class society is nodig voor world class business. Goed vestigingsklimaat wordt mede bepaald door een goed opgeleide beroepsbevolking, toegankelijke sociale voorzieningen, bereikbaarheid, betrouwbare overheden en maatschappelijk draagvlak. Andersom is die bedrijvigheid nodig om onze welvaart op peil te houden. Samenwerking met het lokaal bestuur is de sleutel.

Gemeenten omarmen het perspectief van brede welvaart steeds meer. De beschikbaarheid van goede beleidsinformatie over mogelijke brede welvaarteffecten van beleid is nodig, om bij de gemeentebegroting sturend te zijn. Beleidskeuzes baseren op brede welvaart vraagt om dialoog en betrokkenheid van actieve burgers, maatschappelijke initiatieven en bedrijven. En een andere werkwijze (ook ambtelijk), namelijk vanuit wat de maatschappelijke opgave voor burgers en bedrijven betekent. Het is nodig traditionele beleidskokers te doorbreken en veel gemeenten doen dat ook al. Gezondheid raakt zowel de inrichting van een wijk, als armoedebestrijding, zorg, wonen, onderwijs en werk.

Oproep

Volgend jaar zijn er gemeenteraadsverkiezingen. Daarom tot slot drie oproepen.

Mijn eerste oproep: formuleer de doelstellingen in de verkiezingsprogramma’s en aankomende raads- en collegeprogramma’s vanuit een bredere blik op welvaart. Maak het nog meer onderdeel van het handelen om niet alleen efficiency en kosten te wegen, maar de maatschappelijke waarde van zaken, zoals een dorpshuis of sportveld. Hanteer brede welvaart als kompas en pas het praktisch toe.

Dat is ook een oproep aan het kabinet: verdeel de middelen vanuit breed welvaartsperspectief. Verduurzaming en vergrijzing vragen om investeringen en meerjarig begroten. De Raad van State en Algemene Rekenkamer steunen dit. Zoek samen met gemeenten, bedrijven en maatschappelijk middenveld naar oplossingen met maatschappelijk draagvlak. Bouw zo aan het gedragen verhaal voor Nederland.

Dat vergt samenwerking. Mijn tweede oproep: Mobiliseer (nieuwe) maatschappelijke krachten. Vrijwilligers, sociale initiatieven, non-profit organisaties zijn onmisbaar voor onze samenleving en economie. De overheid kan het niet alleen en we kunnen niet alles aan de markt overlaten. Ik zag in mijn bestuursperiode bij het Oranje Fonds hoe krachtig sociaal initiatieven zijn. U ondersteunt dat lokaal vaak al, geef ze ruimte. Hun bijdrage moet landelijk meer doorklinken. Dit was al de oproep in 2006 van de VNG-Commissie Bovens waarvan ik lid was, in het rapport “Wil tot Verschil: gemeenten in 2015”. Ik zet me ervoor in om dat binnen de SER meer stem te geven. Als ergens de maatschappelijke dialoog kan plaatsvinden dan is het bij ons!

Ik herinner mij goed de oproep van uw voorzitter Sharon Dijksma en directeur Leonard Geluk aan mij als informateur, namelijk om een regeerakkoord aan te vullen met maatschappelijke akkoorden, met gemeenten en instellingen. Een oproep die ik graag overgenomen heb in mijn eindverslag, maar de regering volgde het niet. Gemiste kans! In de herkansing!

De politiek kan niet zonder maatschappelijk draagvlak. Dat is gebleken. De volgende regering moet oplopen met u, met ons. Kiezen voor later begint nu en niet kiezen is geen optie. Niet samenwerken ook niet.

Mijn derde oproep is in lijn met het congresthema “Samen maken we de toekomst”. Laten wij, SER en gemeenten, elkaar vaker opzoeken. Om alle kennis te benutten die er is en er zeker van te zijn dat onze adviezen uitvoerbaar zijn. Laten we elkaar vaker inspireren en de lead nemen in het verhaal voor Nederland.

Dank u wel.