Brede welvaart in de Brainportregio : Keynote brede welvaart ASML
Speech van Kim Putters bij ASML Maatschappelijk Congres 2025.
13 juni 2025
Het gesproken woord geldt.
Inleiding
Dank voor de uitnodiging! Het onderwerp van vandaag, brede welvaart, houdt mij erg bezig. Als voorzitter van de SER, maar ook als wetenschapper aan Tilburg University in de Academische Werkplaats Brede Welvaart. Vorig jaar ging Ton Wilthagen in zijn keynote in op de staat van brede welvaart in de Brainportregio. Wat betreft de economische, industriële en innovatieve aspecten van welvaart is deze regio top, maar vanuit welvaart in bredere zin bezien een middenmoter, met ook zorgelijke ontwikkelingen, bijvoorbeeld op het gebied van milieu en mensen die achterblijven. Zo is er ondanks de hoge werkgelegenheid een onbenut arbeidspotentieel van 33.000 mensen en is de kloof tussen arm en rijk in de regio gegroeid. 5% van de huishoudens besteedt bijvoorbeeld meer dan 10% van het inkomen aan energie. De achterstanden rond gezondheid en wonen zijn groter dan elders. Met risico’s op groeiende ontevredenheid en verminderd draagvlak voor de economische ontwikkelingen.
De huidige geopolitieke onzekerheid, gecombineerd met een beweging terug als het gaat om bijvoorbeeld de steun van de Verenigde Staten aan het behalen van de klimaatdoelstellingen, duurzaamheidsbeleid en aandacht voor inclusie van iedereen in een diverse samenleving en economie, en achterblijvende economische investeringen, zetten dit verder onder druk.
Ik keer mij tegen die beweging terug: Onze huidige economische modellen hebben geleid tot uitputting van natuurlijke en menselijke hulpbronnen. We zien de gevolgen in de vorm van klimaatverandering, biodiversiteitsverlies en sociale ongelijkheid. Er is een koerswijziging nodig. We moeten streven naar een economie die in balans is met mens en natuur.
In het belang van alle inwoners, in het belang van onze welvaart en ons verdienvermogen. Daarbij komt niet alleen de vraag op wat we moeten doen, maar ook hoe we het moeten doen.
Die tweede vraag zet ik vandaag centraal. Hoe gaan we met elkaar ervoor zorgen dat de brede welvaart in de regio verbetert? Er gebeurt al veel, maar hoe gaan we op gecoördineerde wijze verder? Hoe kunnen we daarop sturen? Wie pakt welke rol?
Ik sta achtereenvolgens stil bij:
- De brede welvaart doelen, en ieders rol bij het realiseren ervan, wat de basis vormt voor de inrichting van onze samenleving, met rechten en plichten voor overheden, bedrijven, instellingen en burgers. In feite een vernieuwd ‘sociaal contract’.
- Dit krijgt nu al vorm: nationaal, regionaal en lokaal, zoals hier bij ASML.
- Vervolgens ga ik daarom in op hoe we dat proces kunnen versnellen: hoe versterken we onderling vertrouwen en commitment en voorkomen we dat we verdwalen in de governance?
- Om af te sluiten met een appèl op u allemaal: welke rol kunt u spelen?
Ik begin bij dat sociaal contract
Ik beschouw brede welvaart als onderlegger voor de inrichting van een rechtvaardige samenleving en economie, een sociaal contract met rechten en plichten voor iedereen. Onder brede welvaart versta ik het streven naar een samenleving, economie en milieu die met elkaar in balans zijn, hier en nu en later en elders. Dat gaat naast economische factoren, zoals economische groei en inkomen, ook over sociale, ecologische en persoonlijke aspecten van welzijn zoals gezondheid, opleiding, milieu, sociale relaties, veiligheid en de betekenis van instituties, zoals de gemeenschap en scholen. Internationaal spreekt men over well-being of beyond GDP.
Brede welvaart heeft het risico een feel good of containerbegrip te worden. Maar, niet alles kan overal, en zeker niet tegelijkertijd. Soms is het niet én én, maar óf óf. Soms gaat economische groei ten koste van onze leefomgeving. En soms zorgt een gebrek aan economische ontwikkeling juist weer voor een leegloop van het platteland, voor een gebrek aan cohesie. Brede welvaart draait erom die afruilen inzichtelijk te maken, zodat er goede beslissingen kunnen worden genomen en investeringen worden gedaan, met het oog op de langetermijnwelvaart van iedereen.
Daarin schuilt een wederzijdse belang. Want de brede welvaart die er nu al is in Nederland, ons uitstekende opleidingsniveau, het niveau van digitalisering, de nabijheid van allerlei voorzieningen, de florerende economie, onze relatief goede gezondheid, om maar wat te noemen, al dat soort kwaliteiten zorgen ervoor dat we een maatschappij zijn waar een world class industry zoals ASML zich kan vestigen. Brede welvaart is een noodzakelijke voorwaarde voor de industrie. Andersom hebben we deze industrie ook hard nodig om de brede welvaart op peil te houden en voldoende toekomstig verdienvermogen op te bouwen voor komende generaties.
Om lastige keuzes te maken, de afruilen waar ik zojuist over sprak, is wederzijds vertrouwen nodig. De schaalsprong van ASML brengt niet alleen kansen, maar brengt ook uitdagingen met zich mee, zoals de impact op de omgeving en de noodzaak om talent aan te trekken en te ontwikkelen. Hoe zorg je dat keuzes niet ten koste gaan van lokale belangen, zoals voldoende huisvesting, sociale voorzieningen (huisarts, tandarts, buurtcentra, etc.), onderwijs en dat men elkaar in wijken nog verstaat en begrijpt.
Dat is niet alleen een verantwoordelijkheid van de overheid, maar ook niet van de markt of ASML alleen. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Hoe kun je daar op sturen? Hoe zorg je ervoor dat je niet verdrinkt in het web van goede bedoelingen, bestuurlijke drukte en goedbedoelde maar eenmalige projecten?
In mijn Tilburgse oratie presenteerde ik een model dat dit meer hanteerbaar maakt: een denk- en doekader voor samenwerken aan brede welvaart, bouwen aan een vernieuwd sociaal contract. Dat omvat allereerst drie kernelementen die je scherp met elkaar moet invullen om tot afspraken te kunnen komen.
Ten eerste is brede welvaart relationeel waarbij het gaat om het samen verdelen van de lusten, de lasten en de risico’s van economische bedrijvigheid, investeringen in zorg en onderwijs en de claims op ruimte en natuur. Dat beïnvloedt hoe het met inwoners en bedrijven gaat, maar ook hoe het met ’ons’ in Brainport gaat waar het de leefbaarheid en sociale samenhang betreft of het vertrouwen dat uw kinderen kansen op werk en een huis hebben. En dat we niet voor een braindrain zorgen in de landen waar kennismigranten vandaan komen. We lijken op kathedralenbouwers, die bouwen aan een samenleving, waarin iedereen deelt in welvaart, ook volgende generaties. Dat is onze gezamenlijke verantwoordelijkheid.
Daarbij moeten we, ten tweede, gemeenschappelijke doelen formuleren, zoals verduurzaming en het bevorderen van kansengelijkheid, zodat duidelijk is hoe we met grote veranderingen door economische groei, klimaatverandering en digitalisering om willen gaan in bijvoorbeeld wonen en onderwijs. Met heldere doelen wordt het sturen op brede welvaart concreter. Dat vraagt om langetermijndenken, ook over raads- en collegeperiodes heen. Voorbij de waan van alledag, investeren in de toekomst.
Doelen op samenlevingsniveau, bijvoorbeeld voor een klimaatneutrale samenleving in 2050 en een koppositie van Brainport in de wereldwijde tech-industrie. En doelen op lokaal niveau, bijvoorbeeld voor meer stroomcapaciteit, financiering van startups en woningen. Project Beethoven is hierbij cruciaal, maar veel bedrijven en bestuurders pleiten voor een nationale investeringsbank om meer te kunnen investeren. Er zijn meer kwalitatief goede scholing en arbeidskrachten nodig, waar ook nog eens extra aandacht nodig is voor Nederlands als tweede of derde taal. Om die doelen onderbouwd en haalbaar te formuleren en te prioriteren zijn data, dialoog en draagvlak nodig, vanuit een gezamenlijke visie op de langere termijn. Niet alleen economisch, óók sociaal!
Ten derde impliceert brede welvaart dat er wederkerigheid in netwerkrelaties en werkwijze tussen overheden, bedrijven, instellingen en burgers moet zijn. Om de doelen te halen is er een samenspel nodig tussen deze wederzijds afhankelijke stakeholders. Dat vergt commitment, vertrouwen en doelgerichtheid.
Deze drie kernelementen van brede welvaart zijn van belang voor zowel bedrijfskeuzes als die van een regering of gemeente. Of we nu spreken over de opschaling van ASML of de woningnood in de Brainportregio, er is een integrale afweging van alle belangen nodig, en samenwerking over beleidsdomeinen en door beleidskokers heen. Economisch, sociaal en gericht op de leefomgeving. En dat is niet gemakkelijk.
Wederkerigheid zit wel in het hart van deze regio. Dat zagen we vroeger bij Philips en ook vandaag bij ASML. Maatschappelijk verantwoord ondernemerschap gaat verder dan een bijdrage leveren aan de economie: het gaat om een bijdrage leveren aan brede welvaart. Met de verschillende community projecten laat ASML zien dat het wederkerigheid serieus neemt. Denk aan de bouw van sociale huurwoningen en het opleiden van de nieuwe generatie technici. ASML laat zien dat innovatie en groei goed samen kunnen gaan met inzet op sociale inclusie en cohesie. Dat gaat niet vanzelf: met de komst van kenniswerkers komen verschillende werelden letterlijk samen in de regio. Het aantrekken van personen uit andere landen op grote schaal brengt ook verantwoordelijkheden met zich mee. Dat zij zich hier thuis kunnen voelen, een woning hebben en kunnen meedoen aan de samenleving. Het is niet vanzelfsprekend dat die werelden vanaf dag 1 samen worstenbroodjes eten, om het maar even Brabants te houden.
In het vervolg ga ik in op hoe je samenwerking op de 3 kernelementen van brede welvaart vorm kunt geven
Er gebeurt al veel. We moeten niet alleen van denken naar doen maar we moeten denken en doen beter aan elkaar verbinden. Dat vereist coördinatie en vooral samenwerking.
Publiek-private samenwerking is alleen succesvol wanneer we de dialoog zorgvuldig organiseren en niet verdwalen in eindeloze discussies over governance.
Dat is de volgende laag van het model dat ik in mijn oratie presenteerde: de kernactiviteiten. Hoe de welvaart en welzijn zo verdelen dat groepen burgers gelijke kansen hebben op een goed leven? Daar heb je een sterke organisatie in de samenleving voor nodig: dat gaat naast verbinden van economie, leefomgeving en sociale cohesie, ook om verdelingsvraagstukken en rechtvaardigen wat of wie je prioriteert, dat goed organiseren in samenwerking en commitment, en afspraken vastleggen en naleven (reguleren). Dus: welke banen, wat voor huizen en hoeveel, hoe de armoede bestrijden en jongeren toekomst geven. Daar zijn naast bedrijven ook instellingen, vrijwilligers en sociale initiatieven bij nodig.
Drie elementen wil ik hier benadrukken om dit te organiseren en de uitvoering te ondersteunen:
Ten eerste, heldere regie en rolverdeling. We moeten vooraf vastleggen wie waarvoor verantwoordelijk is. Zonder duidelijke mandaten zie je dat taken dubbel worden uitgevoerd of juist blijven liggen. De landelijke overheid kan kaders scheppen (wet- en regelgeving, fiscale instrumenten, subsidies), denk aan zo’n investeringsbank. Gemeenten, bedrijven en maatschappelijke organisaties kunnen niet alleen de uitvoering en monitoring verzorgen, maar starten ook eigen initiatieven. Kijk naar de verschillende omscholingsinitiatieven in de Brainportregio die gezamenlijk worden vormgegeven door gemeenten en bedrijven. Zo werk je aan ‘shared value’, mits we elkaars rollen kennen én respecteren.
Ten tweede, transparante governance-instrumenten. De realiteit in Zuidoost-Brabant laat zien dat plannen rondom wegen en woning¬bouw vaak vertragen door onenigheid op lokaal niveau. Er zijn mechanismen nodig om knelpunten vroegtijdig te identificeren en snel op te pakken. Om te voorkomen dat we verdwalen in langdurige overlegstructuren, zijn heldere afspraken over tijdslijnen, besluitmomenten en escalatieprocedures nodig. Dat verheldert wederzijdse verwachtingen en creëert een gezamenlijk ritme in besluitvorming. Een governance-model waarin we vooraf besluiten óver hoe we besluiten nemen, scheelt later veel onnodige vertraging.
Ten derde, commitment en vertrouwen. Bereid zijn om elkaar aan te spreken op gemaakte afspraken. Dit voorkomt wat ik het ‘Tragedy of the Commons’ noem: als deelnemers niet voelen dat zij anderen aansprakelijk kunnen houden, kiezen zij soms voor de kortetermijnwinst en gaat het gemeenschappelijke belang verloren. Of partijen haken af. Bijv. voor wie in onderwijs moet investeren en voor hoe lang. Vertrouwen ontstaat niet vanzelf, maar door herhaaldelijk samenwerken, open communiceren en elkaar aanspreken wanneer afspraken niet worden nagekomen. In de praktijk zien we dat bijv. dialoogbijeenkomsten hier in de regio tussen ondernemers en raadsleden bijdragen aan meer begrip en een snellere uitwisseling van informatie.
Hoe werkt dit concreet? De SER heeft veel ervaring met dialoog met meerdere stakeholders. Sinds 2023 hanteren we brede welvaart als norm voor alle adviezen. Met sociale partners, kroonleden, jongeren, brancheorganisaties, individuele bedrijven en maatschappelijke organisaties creëren we breed draagvlak en krijgen uiteenlopende perspectieven een stem.
Bijvoorbeeld bij het Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO). Onder begeleiding van de SER sloten werkgevers en vakbonden met NGO’s sectorale IMVO-convenanten, bijvoorbeeld in textiel en energie. Deze convenanten berusten op een betekenisvolle dialoog, waarbij afspraken worden gemaakt over arbeidsomstandigheden, milieueisen en eerlijke beloning. Dit leidt nu tot sectorovereenkomsten in de hele economie om te voldoen aan de CSRD en CSDDD, de rapportage- en due dillegence verplichtingen rond duurzaamheid en mensenrechten. Dus het creëren van ‘shared value’, niet alleen voor jezelf maar voor de bredere keten.
Concreet houdt dit in dat leveranciers, fabrikanten, overheden en ngo’s niet langer langs elkaar heen werken, maar gezamenlijk zoeken naar oplossingen die zowel economisch haalbaar als sociaal verantwoord en ecologisch duurzaam zijn. Deze ketensamenwerking is essentieel voor brede welvaart, omdat we alleen als we alle schakels in de keten meenemen, onbedoelde neveneffecten voorkomen en de vruchten van transitie eerlijk delen.
De OESO heeft ons IMVO-model geprezen, vanwege de impact in de keten. Niet door meer regelgeving, maar via het vastleggen van afspraken in convenanten. Door het bewaken van de voortgang onder onafhankelijk voorzitterschap, wordt commitment bereikt om het gezamenlijk écht te laten werken. Elkaar aanspreken op resultaten. Alle kernactiviteiten van sturen op brede welvaart in een notendop!
Ik pleit voor betekenisvolle participatie. Nieuwe burgercollectieven, startende social enterprises, jongerengroepen en zelfs de natuur zelf moeten een stem krijgen in besluitvormingsprocessen. Burgerberaden en regionale platforms zijn voorbeelden. Alleen wanneer mensen merken dat hun inbreng serieus wordt genomen – en dat dit leidt tot concrete acties – blijft het vertrouwen bestaan.
Praktische handvatten voor ketensamenwerking
Ik wil ten slotte enkele praktische uitgangspunten aanreiken. Er wordt al veel nagedacht en gedaan. Maar het is van belang dat denkers en doeners elkaar vinden: dat prioriteiten worden gesteld, dat acties gecoördineerd en gemonitord worden.
Dit raakt de derde laag in mijn model, de kerncondities voor brede welvaart en succesvolle ketensamenwerking:
Commitment van top tot werkvloer aan concrete gezamenlijke doelen voor mens, milieu en maatschappij, niet alleen voor economische groei en winst. Bijvoorbeeld het aantal jongeren dat uit armoedesituaties gebracht moet worden of het realiseren van stageplaatsen. Met duidelijke Key Performance Indicators die gerealiseerd worden via werkgroepen of platforms waarin leveranciers, bedrijven en maatschappelijke partners samenkomen. Zo wordt samenwerking geen papieren afspraak, maar dagelijkse praktijk. Overweeg wat je zelf actief kunt aanjagen en wat je overlaat of overdraagt aan anderen. Wanneer je iets overdraagt, geef concrete handvatten waarop kan worden voortgebouwd. Of dat nu de rijke schooldag of taallessen betreft. Dit is leiderschap in tijden van transformatie.
Sluit concrete convenanten af met duidelijke monitoring. Regionale en ketensamenwerking werken niet als het te vrijblijvend is. Een convenant maakt afspraken concreet en zorgt voor eigenaarschap. Een initiatief is niet alleen van ASML en ook niet alleen van de gemeente of ketenpartners. Leg vast wie welke verantwoordelijkheid draagt: wie controleert arbeidsomstandigheden, wie brengt klimaatprestaties in kaart, wie rapporteert over voortgang? Welke kennis is nodig? Maak gebruik van gezamenlijke monitoring met alle relevante stakeholders – van vakbonden tot lokale ngo’s en gemeentelijke vertegenwoordigers. Zo ontstaat transparantie én vertrouwen in de cijfers en heldere omgangsregels.
Dialoog zonder te verdwalen in governance. Beperk wel het aantal werkgroepen en geef eindverantwoordelijken mandaat om snel knopen door te hakken. Baken de scope van overlegmomenten duidelijk af, zodat er geen eindeloze discussies ontstaan zonder concrete resultaten. Gebruik entry- en exitcriteria (oftewel toetredingsregels: wie doet en wie niet) om te voorkomen dat belangengroepen blijven aanschuiven zonder duidelijke bijdrage of opbrengst voor henzelf. Voorkom afhaken.
Gebruik bestaande platforms en netwerken. Sluit aan bij regionale economie- en duurzaamheidsplatforms, brancheorganisaties en (academische) werkplaatsen. De Academische Werkplaats Brede Welvaart van Tilburg University is een voorbeeld. Een onafhankelijke plek waar alles samen kan komen, waar je leert van elkaars praktijkervaringen en nieuwe partners vindt. Benut bestaande initiatieven, zoals Brainport voor elkaar, maar ook leerkrachten en jeugdwerkers. Ga voor schaalvergroting met gezamenlijke doelen (waardecreatie).
Takeaways
Dat leidt tot drie takeaways voor de deelsessies:
Een. Project Beethoven is cruciaal voor de economische en technologische ontwikkeling in de Brainport. Til het op tot een sociaal contract voor de regio. World class business vereist een world class society. Een investeringsbank helpt, maar versterk tegelijkertijd ketensamenwerking tussen gemeenten, bedrijven en instellingen om armoede en onveiligheid te bestrijden, en voor toegang tot leren en ontwikkelen. De eerder benoemde groeiende kansenongelijkheid dwingt daartoe. Zo’n sociaal contract moet er voor iedereen zijn en is niet vrijblijvend: die langetermijnagenda vraagt commitment en monitoring.
Twee. Organiseer de dialoog zo, dat er snel kan worden overgegaan op concrete actie. Verdwaal niet in de governance, maar ga aan de slag. Leer werkende weg. Niet alles gaat meteen goed, maar benut de aanwezige regionale cultuur van publiek-private samenwerking en innovatie ook op sociaal gebied!
Drie. Richt leiderschap, zowel op bedrijfs- als op individueel niveau, op het vergroten van brede welvaart en het verkleinen van sociaal-economische verschillen. Groeiende verschillen ondermijnen het vertrouwen in een rechtvaardige verdeling. Sluit daarom aan bij bestaande platforms en netwerken en wees betrouwbaar naar inwoners.
Dus, een appèl op iedereen in de zaal:
Of u nu werkt bij ASML, een MKB-bedrijf, gemeente, zorginstelling, NGO of burgerinitiatief. Velen dragen al bij aan brede welvaart, maar waar staan we volgend jaar?
- Ondernemers: durf te investeren in duurzame inkoop, eerlijke beloning en een leven lang leren voor medewerkers. Leidt het leiderschap in uw keten ertoe dat economische winst hand in hand gaat met maatschappelijke en ecologische meerwaarde?
- Overheid: stimuleer experimenten en convenanten en faciliteer publiek-private kennishubs. Beloon samenwerking en coördineer de bestuurlijke drukte.
- Burgerinitiatieven en sociaal ondernemers: organiseer dat eerste burgerberaad in uw wijk, nodig de gemeente uit om mee te denken en laat zien dat u in staat bent om zelf oplossingen te bedenken voor levensbestendige buurten. Toon inzicht en professionaliteit, zodat overheden en bedrijven u serieus nemen.
- Academici en kennisinstellingen: blijf praktijkgericht onderzoek doen en vertaal uw bevindingen naar begrijpelijke taal voor ondernemers, burgers en bestuurders. Zorg dat uw kennis bijdraagt aan samenwerking en innovatie.
- Laten we dit sterker in de praktijk brengen en afspreken dat we op de volgende conferentie de resultaten bespreken. Samen werken aan een regio waarin brede welvaart voor iedereen de norm is, aan het vernieuwd sociaal contract! Dank u wel.
.