Lokale ngo’s spelen sleutelrol in betekenisvolle dialoog

Onlangs bracht Gopinath Parakuni, directeur strategie bij de Indiase ngo Cividep en lid van de klankbordgroep van het project ‘Betekenisvolle dialoog in internationale ketens’, een bezoek aan de SER om de relatie en dynamiek tussen lokale ngo’s en bedrijven toe te lichten. Lokale ngo’s als Cividep spelen een cruciale rol in het bevorderen van een betekenisvolle dialoog tussen bedrijven en stakeholders in de keten.

Gopinath Parakuni bij de SER Gopinath Parakuni bij de SER

Ngo’s in productielanden zijn een belangrijke gesprekspartner voor bedrijven met internationale toeleveringsketens. Ze kunnen bedrijven wijzen op risico’s en misstanden in hun keten, hen in contact brengen met relevante lokale stakeholders of samen projecten opstarten om ketenrisico’s in kaart te brengen. Bedrijven die in goed contact staan met lokale ngo’s – zoals staat beschreven in het Concept voor Betekenisvolle Dialoog – hebben toegang tot betrouwbare informatie en relevante netwerken. Goede contacten met deze ngo’s dagen bij aan de vertrouwensrelatie die nodig is om de samenwerking optimaal te benutten. Bedrijven kunnen met lokale ngo’s zoals Cividep in contact komen door zich aan te sluiten bij multi-stakeholderinitiatieven of via (bestaande) contacten bij internationaal opererende ngo’s en vakbonden.

Brugfunctie ngo’s

Bedrijven met internationale ketens worden – in het kader van internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen – geacht in dialoog te treden met stakeholders in de keten, zoals leveranciers en werknemers. “Een van de belangrijkste uitdagingen bij het voeren van zo’n dialoog is een gebrek aan kennis en begrip van de lokale context,” zegt Parakuni. “Het is voor bedrijven niet altijd duidelijk wat de meest urgente of ernstige risico’s in de toeleveringsketen zijn en met wie ze daarover het gesprek zouden moeten aangaan.”

Volgens Parakuni kunnen lokale ngo’s bedrijven helpen om beter inzicht te krijgen in de leef- en werkomstandigheden in de keten. Zij besteden namelijk veel tijd en aandacht aan het ontwikkelen van vertrouwensrelaties met lokale werknemers en kunnen daardoor snel en makkelijk kennis verifiëren. Daarnaast voeren ze regelmatig veldonderzoeken en analyses uit om ketenrisico’s te identificeren en oplossingen te monitoren – al dan niet door middel van gesprekken met werknemers.

Commitment van bedrijven

De dialoog die een bedrijf met ngo’s voert moet op een betekenisvolle manier worden vormgegeven. Parakuni: “In het verleden benaderden bedrijven ngo’s met name als er een urgent probleem was waarvoor een ‘quick fix’ nodig was. Langzaamaan vindt er echter een verschuiving plaats naar meer samenwerking op de lange termijn, waarbij structurele verbeteringen worden nagestreefd.”

Belangrijk hierbij is dat een bedrijf commitment toont voor langetermijnpartnerschappen met ngo’s. Volgens Parakuni uit dit commitment zich in bepaald gedrag, bijvoorbeeld door als bedrijf de tijd te nemen om met een ngo in gesprek te gaan, dit gesprek fysiek in een productieland te voeren en – in het geval van projectmatige samenwerking – betrokken te zijn bij zowel het ontwerpen als uitvoeren van een project. Regelmatige dialoog tussen bedrijf en ngo is hierbij vereist.

Valkuilen en successen in voeren van dialoog

Parakuni heeft in zijn tijd bij Cividep vaak met bedrijven samengewerkt die in dialoog traden met hun leverancier om risico’s in de keten te bespreken. “Voor bedrijven kan het een uitdaging zijn om deze gesprekken te voeren omdat de onderwerpen vaak gevoelig zijn, bedrijven beperkte invloed hebben vanwege lage ordergroottes en leveranciers niet altijd bereid zijn veranderingen door te voeren.”

Op basis van zijn ervaring deelt Parakuni een aantal factoren dat bijdraagt aan een succesvolle en betekenisvolle dialoog: ”Een bedrijf moet zich bijvoorbeeld realiseren dat, wil een gesprek over normen en waarden in goede aarde vallen, ze de leverancier langetermijnperspectief moeten bieden. Dit geeft de benodigde financiële zekerheid en het vertrouwen om in gezamenlijkheid te werken aan verbeteringen. Regelmatige communicatie en afstemming tussen duurzaamheidsmanagers, inkoopmanagers en senior management binnen een bedrijf is hierbij een belangrijke voorwaarde,” aldus Parakuni.

Waar bedrijven volgens Parakuni nog te vaak de fout mee in gaan, is het varen op aannames en oppervlakkige observaties van de werkomstandigheden: “Bedrijven moeten willen weten wat er daadwerkelijk speelt om toe te kunnen werken naar duurzame toeleveringsketens. Dit kunnen ze doen door regelmatig werkbezoeken af te leggen en daarbij de dialoog aan te gaan met lokale ngo’s, vakbonden en andere stakeholders. Deze kennis kan vervolgens gebruikt worden om de juiste vragen aan leveranciers te kunnen stellen, de inbreng van leveranciers op waarde te kunnen schatten en via dialoog toe te werken naar passende oplossingen.”

Maatschappelijk middenveld onder druk

In veel landen staat het maatschappelijk middenveld al jaren onder druk. Overheden beperken in toenemende mate de financiële en operationele ruimte voor maatschappelijke organisaties, waardoor het voor organisaties als Cividep moeilijker wordt om voor de belangen van werknemers op te komen of bedrijven te informeren over misstanden. Het is van belang dat (Nederlandse) bedrijven legitimiteit blijven geven aan lokale maatschappelijke organisaties, bijvoorbeeld door ze te betrekken bij multi-stakeholderdialogen of door ze te betrekken in gesprekken met hun leveranciers.

Lees meer over het project ‘Betekenisvolle dialoog in internationale ketens’.