Zicht op

Podcast 21: De Geest van Gestel (75 jaar SER)

In deze speciale aflevering van de podcast Impact in de Polder duiken we naar de oorsprong van de Sociaal-Economische Raad en de Stichting van Arbeid, die dit jaar hun 75e respectievelijk 80e verjaardag vieren. Host Marnix Kluiters reist daarvoor terug in de tijd en gaat naar Sint-Michielsgestel, waar tijdens de Tweede Wereldoorlog in een gijzelaarskamp vol prominenten de eerste ideeën ontstonden voor het bestuur en de inrichting van Nederlands na de oorlog.

In Sint-Michielsgestel spreekt Marnix met Ferdinand Sassen, zoon van één van de gegijzelden, over het ontstaan van het gijzelaarskamp en over de denklijnen die hier ontstonden. Dit leidde direct na de oorlog tot de oprichting van de Stichting van de Arbeid en later van de SER.

Daarnaast horen we onder anderen Lotte Prins, voorzitter van het SER Jongerenplatform, minister-president Dick Schoof en SER-voorzitter Kim Putters over het verleden, heden en de toekomst van de SER, de Stichting van Arbeid en de overlegeconomie. Hun inzichten laten zien waarom dialoog, samenwerking en gezamenlijke afwegingen onmisbaar blijven voor Nederland.

Luister direct — klik op jouw favoriete platform

Naar de Spotify PodcastsNaar de Apple Podcasts

Transcriptie - Aflevering 21: De Geest van Gestel’ (75 jaar SER)

Vandaag vieren we 75 jaar Sociaal-Economische Raad en 80 jaar Stichting van de Arbeid. Het is belangrijk dat de SER en de Stichting van de Arbeid een sterke verbindende rol blijven spelen. We proberen de lange termijn van Nederland vorm te geven.

Ik zit met de producent van deze podcast, Max Bogaert, in de auto. We rijden over het Brabantse platteland, onderweg naar een bijzondere bijeenkomst. Max heeft me net opgehaald en we zijn op weg naar de viering van 75 jaar SER en 80 jaar Stichting van de Arbeid. Die vindt plaats op een bijzondere locatie in Sint-Michielsgestel, vlakbij Vught. Tijdens de Tweede Wereldoorlog stond hier een gijzelaarskamp, waar ruim 1200 Nederlandse mannen werden vastgehouden.

Veel prominenten zaten hier gevangen, onder wie Frits Philips en verschillende politici. In een relatief lichter regime dachten zij al tijdens de oorlog na over hoe Nederland na de bevrijding opgebouwd kon worden. De SER is één van de resultaten van dat denkwerk. We gaan dus eigenlijk naar de geboorteplaats van de Sociaal-Economische Raad, en naar de plek waar de basis van onze overlegeconomie gelegd werd. Toen ging het om vrijheid die ontbrak; vandaag om grote transities en crises.

In die onvrijheid dachten deze politieke denkers al na over systemen, instituties en de wederopbouw van Nederland. Het is een prachtig verhaal, en in deze aflevering duiken we erin. Maar we beginnen bij de viering.

Mijn naam is Marnix Kluijters en dit is een speciale jubileumaflevering van Impact in de Polder, de podcast van de Sociaal-Economische Raad. Het jubileum wordt groots gevierd: de koning, de premier, ministers, maatschappelijke organisaties – iedereen is aanwezig. En natuurlijk ook SER-voorzitter Kim Putters.

Tijdens zijn toespraak legt hij uit waarom deze plek zo bijzonder is. In het voormalig kleinseminarie Beekvliet en hier in de Ruwenberg werden tijdens de Tweede Wereldoorlog honderden politici, ondernemers, vakbondsbestuurders, kunstenaars en wetenschappers gegijzeld als levend onderpand voor de Duitse bezetter. Onder hen waren toekomstige premiers Jan de Quay en Willem Drees, industrieel Frits Philips, SDAP-voorman Willem Banning, burgemeester Pieter Oud en Nobelprijswinnaar Nico Tinbergen. Ondanks het gevaar werd het kamp een broeinest van kunst, cultuur, politiek en filosofie. Mensen uit verschillende zuilen ontdekten wat hen verbond. De kiem van het naoorlogse Nederland en van onze overlegeconomie werd hier gelegd: de geest van Gestel.

Die geest – het gevoel van saamhorigheid ondanks verschillen – komt terug in vele verhalen. Geïnspireerd door de toespraak besluiten Max en ik een paar dagen later langs te gaan bij Ferdinand Sassen, op de Beekvlietboerderij vlakbij het congresgebouw. Zijn vader zat hier tijdens de oorlog gevangen, en Ferdinand is nu betrokken bij stichtingen die dit verhaal levend houden. Hij kan als geen ander duiden wat de geest van Gestel betekent.

We drinken koffie en beginnen te praten. Ferdinand vertelt dat het kamp drieënhalf jaar heeft bestaan. Bijna 1300 invloedrijke Nederlanders zaten hier, gegijzeld als borg voor mogelijke represailles tegen het verzet. Tussen 1942 en 1944 gebruikten de Duitsers het kleinseminarie, waar de boerderij deel van uitmaakt, als gijzelaarskamp. De mannen waren levend onderpand – en dat was geen loos dreigement.

Zijn eigen vader was 31 toen hij ’s nachts uit zijn bed werd gelicht. Hij was advocaat, net getrouwd en politiek geëngageerd. Hij schreef scherp over de Duitsers, wat hem bij de eerste lichting in mei 1942 al in het kamp bracht.

Ferdinand leidt ons door de tentoonstelling Gijzeld maar niet Verslagen, genoemd naar het motto van de gijzelaars. In de gesprekskamer liggen dikke mappen met alle namen. Aan de muur hangen lange lijsten met beroepen en achtergronden. Bekende namen komen voorbij: Drees, Wim Schermerhorn, Jan de Quay, componist Willem Andriessen, Frits Philips en Max Euwe. Een bont gezelschap van notabelen.

Op zolder komen we bij vijf houten palen met touwen op de grond. In mei 1942 werden 400 mannen van hun bed gelicht en hier vastgezet. De Duitsers verzamelden invloedrijke Nederlanders die anti-Duits waren en hoopten de samenleving zo rustig te houden en het verzet te ontmoedigen. Daarnaast konden ze dreigen met represailles – en dat deden ze ook.

Oorspronkelijk selecteerden de Duitsers 50 gijzelaars om te fusilleren bij verzetsdaden, maar dat aantal werd teruggebracht tot vijf. Na een mislukte sabotage van een Duitse trein werden op 15 augustus 1942 vijf mannen uit het kamp gehaald en 35 kilometer verderop in de bossen bij Goirle geëxecuteerd. De palen op zolder symboliseren de palen waaraan zij stonden. Eén van hen, Alexander Schimmelpenninck van der Oye, weigerde een blinddoek: “Als ik moet sterven voor het vaderland, dan doe ik dat recht in de ogen.”

Het was de eerste civiele executie van vooraanstaande Nederlanders. De impact was enorm.

We lopen door naar de ruimte die de Geest van Gestel heet. In het kamp ontstonden gespreksgroepen, eerst binnen de eigen zuil, later over de zuilen heen. Men wilde het naoorlogse Nederland al tijdens de bezetting vormgeven. Ontzuiling, wederopbouw, samenwerking – dat alles kreeg hier vorm. Na de oorlog leidde dat onder meer tot de oprichting van de Partij van de Arbeid, de Stichting van de Arbeid en de SER.

Ik vraag Ferdinand waarom dit verhaal meer aandacht verdient. Hij antwoordt dat wat hier gebeurde een voorbeeld is voor vandaag: hoe mensen onder zware omstandigheden samenleefden en samen dachten over de toekomst. Daar liggen lessen voor onze huidige samenleving. De geest van Gestel dwarrelt nog steeds boven het heden.

Voor hem is deze plek persoonlijk belangrijk omdat het laat zien hoe waardevol vrede, veiligheid en een democratische rechtsstaat zijn – zaken die niet vanzelfsprekend zijn. Historische lessen mogen we niet weggooien; ze vormen de basis van ons maatschappelijk bestaan. En ja, hij maakt zich zorgen over de huidige wereldsituatie, binnen en buiten Europa. Daarom is deze plek een plaats om te herinneren en om te leren.

In een slotrede wordt benadrukt dat de kracht van toen – het overbruggen van verschillen – ook nu nodig is. Sociale partners spelen een sleutelrol. Luisteren, verbinden en werken aan gedragen uitkomsten vraagt inzet van zowel overheid als samenleving. Het markeert een kruispunt: versterken in plaats van verzwakken van de rechtsstaat; een overlegeconomie in plaats van een vechteconomie; polderen in plaats van polariseren. Nederland wil vooruit: neem dappere besluiten, toon lef en moed, en ga aan de slag.

Op het YouTube-kanaal van de SER is de hele bijeenkomst terug te kijken, inclusief speeches van onder andere premier Dick Schoof. Na afloop lopen we rond op de borrel en spreken we aanwezigen, onder wie Lotte Prins, voorzitter van het SER Jongerenplatform. Zij vertelt dat de SER een plek is waar, ondanks polarisatie, nog echt wordt gesproken in Den Haag. Voor jongeren is dat hoopgevend en een reden om actief deel te nemen. Jongeren zitten inmiddels bijna tien jaar aan tafel en worden steeds meer gelijkwaardige gesprekspartners.


Over de podcast Impact in de Polder

In de podcast Impact in de Polder neemt onze vaste reporter Marnix Kluiters luisteraars mee op een boeiende reis langs sociaal-economische kwesties. Elke aflevering staat één onderwerp centraal, aanhakend op een advies waar de SER aan werkt of recent is uitgebracht. Met als insteek: wat is de urgentie, hoe zien context en perspectieven in het veld eruit en hoe gaat de SER te werk?

Over Marnix Kluiters

Marnix heeft een passie om diepgang op een inspirerende manier toegankelijk te maken voor een breed publiek. Hij wordt gedreven door het creëren van maatschappelijke waarde. Op zijn twintigste kreeg Marnix te maken met een heftige oogaandoening, waardoor hij in een halfjaar tijd het centrale gedeelte van zijn zicht verloor. Dit was echter geen reden voor hem om bij de pakken neer te zitten. Al snel leerde Marnix om volledig non-visueel te functioneren. Hij werkt als podcastmaker en houdt lezingen.