Fundamentele keuzes nodig voor de publieke sectoren

De arbeidsmarkt is historisch krap. In de zorg, het onderwijs, veiligheid, rechtspraak en kinderopvang is een problematisch tekort aan personeel. En vanwege de vergrijzing wordt de arbeidsmarktkrapte in de publieke sectoren de komende jaren alleen maar groter.

Presentatie advies in de Tweede Kamer met SER-voorzitter Kim Putters @ Dirk Hol

De SER presenteerde onlangs zijn advies Waardevol werk: publieke dienstverlening onder druk. SER-voorzitter Kim Putters ging samen met de leden van de commissie kroonlid Bas ter Weel, Antoine Reijnders (VNO-NCW/MKB-Nederland), Bas van Weegberg (FNV), Jan Pieter Daems (CNV) en Amerik Klapwijk (VCP) in gesprek met Kamerleden Van Beukering (D66), Smals (VVD), Palland (CDA), De Jong (D66) en Kathmann (PvdA) over dit advies.

Grenzen bereikt

“De makkelijke winst om iedereen aan de slag te krijgen hebben we geboekt”, introduceert kroonlid Bas ter Weel het advies. “De grenzen zijn nu bereikt. De kwaliteit van de dienstverlening neemt af. Er ontstaan wachtlijsten. Professionals in de publieke sectoren zijn overvraagd. Lang is vertrouwd op de intrinsieke motivatie van professionals in de publieke sectoren om het werk toch gedaan te krijgen. Dat kan niet meer. De burger krijgt niet meer wat ze verwacht van voorzieningen die de overheid regelt. Dit gaat ten koste van burgers en bedrijven en ten koste van onze brede welvaart.”

Mantelzorgvraag neemt ook toe

De vergrijzing zorgt behalve voor arbeidsmarktkrapte ook voor een toenemende mantelzorgvraag. Gevraagd naar hoe de commissieleden hierna kijken antwoordt Jan Pieter Daems dat er grote behoefte is aan een fundamenteler gesprek hoe we de balans van zorg en arbeid beter krijgen. Amerik Klapwijk merkt op dat dit thema de noodzaak van een meer integrale blik van de overheid aantoont. “Het stimuleren van meer uren werken valt onder het ministerie van SZW en het mantelzorgvraagstuk valt onder VWS. Dat leidt ertoe dat allerlei verschillende regels en lasten tegelijk samenkomen op de werkvloer of bij de mensen thuis. Daarmee wordt het probleem daar neergelegd.” Kim Putters kondigt aan dat er voor de zomer een SER-advies zal verschijnen over de stroomlijnen van maatschappelijke verloven.

Goed werkgeverschap

Bart Smals (VVD) vraagt aan de commissieleden of de overstap die veel werknemers in de publieke sectoren doen naar ZZP-schap te maken heeft met de behoefte aan meer autonomie. Dit wordt door de commissieleden bevestigd. Daems merkt op dat het SER-advies zich hierop richt. ”Goed werkgeverschap, leiderschap en HR-beleid kan deze uitstroom voorkomen. Maar dan moet het wel binnen de werkorganisatie worden besproken en opgelost”

Verminder de regeldruk

Barbara Kathmann (PvdA) vraagt wat de verklaring is van de terugloop van productiviteit in de publieke sectoren. De commissieleden zien vooral de regeldruk als voornaamste oorzaak daarvan. Bas ter Weel: “We hebben in dit land zoveel regels opgesteld, dat het soms onmogelijk is om nog goed je werk te doen. Het is een keuze geweest om het op zo’n manier in te richten. Werknemers moeten weer kunnen doen waar hun hart ligt: zorgen voor de mensen, goed onderwijs geven aan leerlingen.” Antoine Reijnders vult aan dat het uiteindelijk gaat om het geven van vertrouwen. Kim Putters voegt daar nog aan toe dat er ook vaak sprake is van een verschuivende opdracht. “Het is belangrijk dat we de komende jaren uit de negatieve spiraal komen, zodat mensen goed werk ervaren. Niet iedere paar jaar moet de werkwijze opnieuw onder druk staan. Je ziet dat ook bij de jeugdzorg. Juist door de oplopende tekorten en alle hiervoor genoemde redenen stappen veel jonge mensen weer snel uit die sector, terwijl we met enorme tekorten kampen.”

Geen silver bullit

Hilde Palland (CDA) vraagt zich af hoe nog onbenut arbeidspotentieel kan worden ingezet. Bas ter Weel stelt dat de mensen die kunnen al aan het werk zijn. Er blijft een groep over die niet zomaar aan het werk kan. Daarin moet geïnvesteerd worden. “Deze mensen willen meedoen en dat moeten we mogelijk maken. Een mooi voorbeeld zijn bijvoorbeeld rechters, die nu bij wet met de leeftijd van zeventig met pensioen gaan. Waarom zou je dat niet mogelijk maken als iemand fit is en graag wil doorwerken? Dan moeten we wel de wet veranderen.” Hij waarschuwt: “Van dit soort maatregelen gaat niet dé oplossing komen. Het gaat maar om kleine aantallen.” Antoine Reijnders vult aan: “de silver bullit bestaat hier niet. We zullen dus aan alle knoppen moeten draaien die er zijn, om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk mensen aan het werk kunnen. Dat vraagt ook veel van werkgevers, zoals goed roosteren, het goed in beeld krijgen van nieuwe werknemers en het doen van de nodige aanpassingen.” Bas van Weegberg vult aan: “Zonder investeringen in de kwaliteit van werk in de publieke sectoren kunnen we niet de kwaliteit van dienstverlening bieden die Nederland nodig heeft. Er zijn 120.000 vacatures. Wat ons betreft horen daar ook die betere arbeidsvoorwaarden bij en het centraal stellen van de publieke professional in alles wat er gebeurt. Professionals weten zelf goed wat er beter kan. Geef hen ook de ruimte om dat te doen.”

Fundamentele keuzes nodig

Bas ter Weel zegt dat een scherpe blik op het werk nodig is om belangrijke publieke taken ook in de toekomst uitvoerbaar te houden met de beschikbare menskracht: waar zijn we nu van als publieke sector? “Neem de kinderopvang. Zie je dat als een arbeidsmarktinstrument om ouders te faciliteren te werken, of ook als een educatieve voorziening voor de ontwikkeling van kinderen. Dat vraagt namelijk om andere medewerkers. Daar moeten fundamentele keuzes in gemaakt worden. Dat geldt ook voor scholen. Willen we dat leerlingen leren rekenen en schrijven? Of is de taak van de school breder? Daarvoor is een heldere afbakening van de verantwoordelijkheid nodig. Dat zal ook de kwaliteit beter maken.”