Uit veel natuurlijke producten – ook wel biomassa genoemd – kunnen we meer halen dan we nu doen. De suikerbiet is bijvoorbeeld al de bron van tientallen verschillende stoffen. De SER pleit ervoor biomassa zo veel mogelijk te gebruiken voor ‘slimme’ toepassingen en minder als ‘simpele’ verbrandingsstof. Hoe ziet dat eruit?
Berber Bijma
Suiker is nog steeds het belangrijkste product dat de suikerbiet oplevert. Maar de suikerbiet levert ook grondstoffen voor de voedingsindustrie en zelfs stofjes die ervoor zorgen dat geurcapsules zich gelijkmatig verspreiden in een wasmiddel. De biet leent zich zelfs voor duurzaam verpakkingsmateriaal en circulaire meubels. De enorme hoeveelheid toepassingen van de suikerbiet is een van de redenen dat Suiker Unie sinds kort Cosun Beet Company heet.
Lees door onder de foto
Product zo ver mogelijk ‘uit elkaar sleutelen’
Een natuurlijk product zo ver mogelijk ‘uit elkaar sleutelen’ tot allerlei nieuwe, duurzame producten voor uiteenlopende doeleinden is precies wat de SER voorstelt in het advies Biomassa in balans, dat in juli verscheen (zie kader onderaan). De raad vindt dat gewassen, algen, bomen, planten en dierlijke producten – ‘biogrondstoffen’ noemt de SER ze bij voorkeur – bij verwerking zoveel mogelijk waarde moeten opleveren. Alleen elektriciteit of warmte als eindresultaat, zoals bij biomassa vaak nog het geval is, is niet genoeg.
Steeds meer waardevolle toepassingen
“Wij gebruiken al jarenlang de héle biet, bijvoorbeeld voor diervoeding en meststoffen”, vertelt Andries Olie, CSR- en communicatiemanager bij Cosun. “We ontwikkelen steeds meer toepassingen die van waarde zijn, bijvoorbeeld als grondstoffen voor de chemie en de farmacie. Bedrijfsmatig heeft het zeker voordelen om de biet steeds verder te verwaarden: hoe meer producten je hebt om op te leunen, hoe meer stabiliteit dat oplevert voor het bedrijf. We hebben soms te maken met lage suikerprijzen. Dan is het goed dat je ook andere producten in de markt zet.”
‘Wij gebruiken al jarenlang de héle biet’
Overheid moet eisen stellen
De SER vindt dat de overheid duidelijkere en steeds verdergaande eisen moet stellen aan de duurzame productie van biogrondstoffen. Bij die eisen gaat het ook om banen en het beperken van milieurisico’s. De inzet van biogrondstoffen moet bijdragen aan minder CO2-uitstoot, aan de overgang naar volledig hergebruik van alle grondstoffen (circulaire economie) en aan de overgang naar kringlooplandbouw.
De kringloop zo ver mogelijk sluiten
Cosun Beet Company ziet de noodzaak van kringlooplandbouw en zet daarin steeds verdere stappen, vertelt manager milieu Bertram de Crom. “Om een voorbeeld te geven: bij het wassen van de bieten breken kleine puntjes en staartjes van de biet af. Die zijn niet geschikt voor de veevoederindustrie, maar ze bevatten nog wél suikers. Die restjes vergisten we tot biogas waarbij digestaat als reststroom ontstaat. Digestaat is rijk aan nutriënten en wordt weer als plantaardige meststof gebruikt in de akkerbouw. Zo sluiten we de kringloop zo ver mogelijk.”
‘Eiwit uit bietenblad is waardevol voor de voedingsindustrie’
Relatief nieuw is het ‘hergebruik’ van het bietenblad, dat gewoonlijk bij de bietenoogst achterblijft op het land. De Crom: “Dat het daar blijft, is belangrijk, want het blad bevat voedingsstoffen voor de bodem. We hebben nu een proces ontwikkeld waarbij we uit het bietenblad eiwit halen, waarna we de overige voedingsstoffen terugbrengen op het land als meststof. Plantaardig eiwit uit bietenblad is duurzamer dan dierlijke eiwitten. Bovendien is het geschikt voor veganisten. Dat maakt het voor de voedingsindustrie tot een waardevol product.” Olie vult aan: “De suikerbiet past heel goed bij de uitdagingen waar we als maatschappij voor staan.”
Minder biomassa voor warmte en elektriciteit
De SER vindt dat biogrondstoffen de komende jaren gaandeweg minder gebruikt moet worden voor toepassingen die relatief weinig waarde hebben, zoals warmte, elektriciteit en brandstof voor lichte voertuigen. Voor zwaar wegtransport en de lucht- en scheepvaart zal biomassa nog wel een aantal jaren nodig zijn. De SER verwacht dat daarvoor vanaf 2030 steeds meer duurzame alternatieven beschikbaar zijn, die tegen die tijd ook betaalbaar zijn.
Cosun Beet Company produceert groen gas uit suikerbietenresten, vertelt Olie. “Tijdens het wassen van de suikerbieten lossen wat suikers op in het water. Die kunnen we niet meer winnen voor suikerproductie, maar we maken er in methaanreactoren weer groen gas van, zodat het alsnog een nuttige toepassing heeft. Groen gas pompen we grotendeels het openbare net op en een deel van onze wagens rijdt volledig op dit eigen gemaakte groene gas.”
Bijna de helft minder land nodig dan vroeger
“Er is geen gewas waaruit je zoveel biomassa kunt halen als uit de suikerbiet”, zegt Olie. “De opbrengst van 1 hectare suikerbiet is enorm hoog. Dankzij goede teeltadvisering en samenwerking met onze telers hebben we nu bijna de helft minder land nodig voor de productie van 1 ton suiker dan enkele decennia geleden.” “Maar”, vult De Crom aan, “uiteindelijk heeft het totale areaal voor suikerbieten in Nederland natuurlijk wel een grens. We proberen de opbrengst per hectare de komende jaren daarom nog verder omhoog te krijgen, door de biet als het ware steeds verder uit elkaar te sleutelen en zo optimaal mogelijk om te zetten in waardevolle stoffen.”
Meer lezen? SERmagazine verschijnt ook 5 keer per jaar als papieren tijdschrift.
SER-advies: haal zo veel mogelijk waarde uit biomassa
Biogrondstoffen zijn waardevol en noodzakelijk om de klimaatdoelen te halen. Dat schrijft de SER in het advies Biomassa in balans. Een duurzaamheidskader voor hoogwaardige inzet van biogrondstoffen. Natuurlijke grondstoffen als planten en gewassen moeten dan wel slim worden gebruikt in zogeheten hoogwaardige toepassingen. Ze kunnen bijvoorbeeld worden verwerkt tot grondstoffen voor de chemiesector of de voedselindustrie. Biogrondstoffen kunnen ook een duurzame basis vormen voor onder meer verpakkingsmateriaal of meubels.
Het ‘eenvoudige’ gebruik van biogrondstoffen voor bijvoorbeeld elektriciteit en warmte moet de komende jaren afnemen, vindt de SER. Daarnaast zijn er nog sectoren die biogrondstoffen nog een aantal jaren als tussenoplossing kunnen gebruiken, totdat er een meer duurzame oplossing is. Dat geldt bijvoorbeeld voor de lucht- en scheepvaart. Het advies is voorbereid door de SER-commissie Duurzaam Ondernemen onder leiding van Ed Nijpels en de Subcommissie Biomassa onder leiding van Katrien Termeer.