Zicht op

Hoe ontwrichtend is de impact van corona op binnensteden?

Lege winkelcentra en failliete horeca. De lockdown en andere coronamaatregelen laten hun sporen na in binnensteden. Wat is de sociaaleconomische impact? En welke oplossingen zijn er om de binnensteden perspectief te (blijven) bieden? Een interview met drie betrokkenen.

Beatrice Keunen

Aan het woord:

Emma Briggs
Emma Briggs,
gemeente Eindhoven
Henri de Groot
Henri de Groot,
SER-kroonlid en hoogleraar regionaal-economische dynamiek
Krein Bons
Krein Bons,
directeur Van Harenschoenen
 

Nieuwe visie nodig op (lege) binnensteden

In 2015 verscheen De SER-agenda voor de stad om het economisch belang van steden en hun regio’s verder te versterken. Twee hoofddoelen stonden voorop: de voordelen van de stad versterken, en zorgen dat mensen uit de omliggende regio’s meeprofiteren. Een van de voornaamste bevindingen van de SER was dat ‘maatschappelijke trends om een groot aanpassingsvermogen van de steden vragen’. En dat is nu – vijf jaar later - tijdens de wereldwijde coronacrisis precies aan de hand, zeggen Emma Briggs (gemeente Eindhoven), Henri de Groot (SER Kroonlid en hoogleraar regionaal economische dynamiek) en Krein Brons (directeur Van Harenschoenen).

Lees door onder de foto

Utrechts winkelcentrum Hoog Catharijne tijdens de coronacrisis fokke baarssen / Shutterstock.com
Utrechts winkelcentrum Hoog Catharijne tijdens de coronacrisis | © fokke baarssen Shutterstock.com

Retail in Eindhoven Centrum is geïmplodeerd

Emma Briggs, projectleider Economische Transformatiecentrumgebieden, is er kort over: “Door corona is de retail in de binnenstad van Eindhoven binnen enkele weken geïmplodeerd. Volgens Koninklijke Horeca Nederland is vijftig procent van de horecaondernemers technisch failliet. De leegstand neemt hier almaar toe. De dynamiek in de winkelstraten is weggevallen.”

Aanloop vanuit de regio blijft weg

“Ook Eindhoven Centrum heeft aanloop vanuit de regio nodig, dit punt komt ook terug in de SER-agenda voor de stad. Maar de overheid draagt de mensen op: ‘Blijf thuis en beperk je beweging’. We worden gevraagd om niet te funshoppen. Dit alles heeft een ontwrichtend effect. Faillissementen, leegstand, het hakt er economisch en sociaal op in, want zonder bezoekers geen omzet en ook geen gezellig samenzijn.”

‘Zonder bezoekers geen omzet en ook geen gezellig samenzijn’

“Voor een spookstad was ik niet bang, nee. Het sluiten van de horeca raakte me wel: nu loop ik door een stad waar bijna niemand meer is. Maar ik wist ook, dit kan zich herstellen, al zal het hierna compleet anders worden.”

Binnenstad doet het slechter dan winkelcentra in de periferie

Krein Bons, ambassadeur van de Grote Steden-aanpak INretail, bevestigt het beeld dat Briggs schetst. INretail monitort dagelijks de invloed van de coronamaatregelen op de dertien grootste binnensteden van Nederland.

“Neem Amsterdam”, zegt Bons. “Daar bezoeken sinds afgelopen voorjaar zeventig procent minder mensen de winkelstraten. Voor de Kalverstraat geldt dat er dagelijks geen veertigduizend maar vierduizend mensen doorheen wandelen. Ze willen er ‘even uit’ en kopen weinig tot niets. In tegenstelling tot de winkelcentra in de periferie van een stad, of in de omringende dorpen, die wel goed blijven lopen.”

‘Hoe voorkomen we spooksteden?'

“Ik heb me vaak afgevraagd: hoe moeten wij retailers overleven, en spooksteden worden voorkomen? Winkels kunnen zo hun omzetten niet halen, raken in liquiditeitsproblemen; flagship-stores in Amsterdam, Rotterdam en Utrecht halen hun investeringen er niet uit. En omdat de huren onder druk komen te staan, dalen de waardes van vastgoed, vervolgens vragen de banken om bijstorten waardoor het door afwaardering onder druk komt te staan. En dat heeft weer consequenties voor de gemeenten, omdat zij dan maatregelen moeten nemen ten aanzien van de WOZ-waarden.”

Geconfronteerd met onzekerheid en een nieuwe werkelijkheid

“En omdat we niet weten hoe het virus zich gaat ontwikkelen, zijn we gemeenschappelijk van de leg”, reageert SER-Kroonlid Henri de Groot. “We worden geconfronteerd met een fundamentele onzekerheid van ongekende proporties voor de huidige generatie en een nieuwe werkelijkheid die om een aanpassing vraagt. De lege binnensteden voelen unheimisch aan; van het verder versterken van de voordelen van de stad lijkt even geen sprake meer.”

‘Als we corona onder controle hebben, zal veel van wat nu niet mag en kan terugveren’

“Maar”, vervolgt hij, “mensen zijn intrinsiek super sociale wezens, ze worden heel gelukkig van samen zijn en van verbinden, dus als we corona onder controle hebben, zal veel van wat nu niet mag en kan terugveren. Echter hoe langer de huidige crisis gaat duren, hoe groter de negatieve effecten zullen zijn, mogelijk ook op de lange termijn.’

Eerste grote klappen voor flexwerkers en zzp’ers

De Groot ziet drie dominante effecten van de crisis op verschillende groepen in de samenleving. “Een eerste is dat afgelopen voorjaar vooral de flexwerkers en zzp’ers de eerste en grootste klappen kregen te verwerken. Hun werkzaamheden kwamen door de lockdown per direct onder grote druk te staan. De overheid nam dan wel verzachtende maatregelen, maar er zit op dit moment veel verborgen economische en sociale ellende bij juist die groep.”

Laagopgeleiden en jongeren getroffen

“Een andere effect is dat door corona de werkloosheid de komende jaren zal oplopen, en daarbij worden de laagst opgeleiden naar verwachting het hardst getroffen, met grotere armoedeproblematiek tot gevolg. En dan is er het derde effect dat met name de groep jongeren treft die wil samenzijn, zich sociaal wil ontwikkelen, en het uitgaansleven van de stad opzoekt. En het is frustrerend met het oog op de toekomst van de jongeren dat dit wordt ingeperkt door de maatregelen die nodig zijn om het virus onder controle te krijgen.”

Inkomstenderving, stress, (gevreesde kans op) ziekte, en geen perspectieven

“De clustering van genoemde groepen zal per stad, dorp, provincie, regio anders liggen maar de impact ervan op sociaal en economisch vlak is bij allen negatief: minder inkomsten, verhoogde stress, (gevreesde kans op) ziekte, en perspectieven die wegvallen. En de grote dichtheid in steden maakt het extra ingewikkeld. Mensen wonen er klein behuisd, waardoor verspreiding van corona binnen gezinnen gemakkelijker gaat; de woningen staan dichter op elkaar en ook dat werkt verspreiding in de hand.”

Meer gemeentelijke uitgaven, minder inkomsten

De Groot maakt zich bijzondere zorgen over de tastbare gevolgen van de decentralisaties in het sociale domein. “Veel taken binnen het sociale domein zijn de afgelopen jaren gedecentraliseerd van het Rijk naar de gemeenten. Voor een deel was dit een onderdeel van het bezuinigingspakket dat na de vorige economische crisis is doorgevoerd. Gemeentelijke middelen waren daardoor al beperkt in verhouding tot het takenpakket.

Door de coronacrisis zien we de middelen verder teruglopen door bijvoorbeeld teruglopende parkeergelen en toeristenbelasting. En tegelijkertijd wordt het beroep dat burgers op voorzieningen doen groter.”

‘De coronacrisis is een lakmoesproef voor het decentralisatiebeleid’

De Groot ziet de coronacrisis daardoor als een lakmoesproef voor het decentralisatiebeleid. Om dit beleid daadwerkelijk te laten slagen is een fundamentele herbezinning op de financiële verhoudingen tussen Rijk, regio en gemeenten van groot belang. In het SER-advies Regionaal Samenwerken: leren van praktijken staat een aantal adviezen dat bij kan dragen aan het toewerken naar verhoudingen waarbij regio’s en gemeenten zowel de middelen als de prikkels hebben om optimaal te investeren in het welzijn van hun eigen burgers.”

‘Leefstijl & gezondheid zien we terug in het nieuwe stadsbeeld’

Oplossingen? Krein Bons overdenkt. “We zijn door corona anders gaan winkelen, veel meer online. En dat we in de winkelpanden beschermende maatregelen nemen – schermen, looproutes, desinfecterende gel, mondkapjes – maakt dit niet meer ongedaan. Daarbij zijn we onze huizen gaan opruimen, gaan ontspullen en ons ervan bewust geworden dat we de aarde leegroven. Nieuwe mogelijkheden liggen bij leefstijl & gezondheid, daarop ligt de focus nu, en die gaan we terugzien in het nieuwe stadsbeeld.”


Meer lezen? SERmagazine verschijnt ook 5 keer per jaar als papieren tijdschrift.


‘Oplopende leegstand biedt ook kansen’

Emma Briggs haalt de flexibele ondernemersmentaliteit aan. “Veel horecaondernemers zagen in de eerste golf de omzet slinken en besloten direct: ‘Morgen heb ik een afhaalservice.’”

De verder oplopende leegstand biedt ook kansen, aldus Briggs. “Door de ruimte die ontstaat wordt het hopelijk mogelijk om een grotere mix van functies te stimuleren zoals cultuur, ateliers, werklocaties en woningen. We kunnen nu versnellen van place to buy naar place to be. Samen in een parkje, uitgaan met je vriendinnen, je eerste vriendje... Het centrumgebied is meer dan een economische hotspot. De sociale functie als ontmoetingsplek is zeker zo belangrijk.”