Zicht op

De beste masterscripties over zzp'ers, platformwerkers en vrouwenquota

Talent gezocht, want dat is cruciaal voor onze toekomst. Daarom reikte de SER onlangs weer de SER-Scriptieprijs uit. Winnaar: Sam Huberts, die risico’s voor zzp’ers onderzocht. Hij en genomineerden Febe de Jong (platformwerk) en Koen Maassen (vrouwenquota) vertellen over hun onderwerpen en de urgentie ervan in de coronacrisis.

Ton Bennink

Sam Huberts
‘Mijn advies aan het kabinet is om meer te focussen op waarom zzp’ers kwetsbaar worden’
Sam Huberts (winnaar)
Koen Maassen
‘Als de vrouw voor de kinderen zorgt, heeft dat ook zijn weerslag op een quotum’
Koen Maassen
Febe de Jong
‘Via een 60 jaar oude regeling kunnen ook bijvoorbeeld topsporter of sekswerkers zich verzekeren’
Febe de Jong
 

Als je met een bul en een nominatie voor de SER-scriptieprijs je carrière start, doe je het niet slecht. Uit ruim vijftig inzendingen pikte de jury de verhandelingen van Sam Huberts, Febe de Jong en Koen Maassen eruit. Deze jury bestond uit Mariëtte Hamer (voorzitter SER), Han Busker (voorzitter FNV, tevens vicevoorzitter SER) en Hans de Boer (voorzitter VNO-NCW, tevens vicevoorzitter SER).

Winnaar Sam Huberts krijgt 2000 euro en de gelegenheid de openbare raadsvergadering van de SER toe te spreken en een dagje mee te lopen met de SER-voorzitter. Nummers twee en drie mogen ieder 500 euro op de bankrekening bijschrijven.

Lees door onder de foto

De beste masterscripties over zzp-ers, platformwerkers en vrouwenquota
© Shutterstock

Sam Huberts (winnaar), master Bestuurskunde:

‘Onlogisch om zzp’ers en vaste werknemers zo verschillend te behandelen’

Of hij op zijn plek zit. Na een bachelor politicologie haalde Sam Huberts (25) zijn bul in bestuurskunde. Zijn masterscriptie schreef hij over hoe klassieke sociale risico’s uitpakken voor zzp’ers, getiteld Rekening houden met risico. Nu werkt hij bij het Utrechtse Significant APE, een onderzoeks- en adviesbureau, dat onder meer onderzoekt hoe te handelen met de vaste boekenprijs, of wat wijs is als het over woningdelen gaat. “Ik zie mezelf nu geen vier jaar aan één onderwerp werken voor een promotieonderzoek. De afwisseling van dit werk past me”, zegt hij. “Je ziet ook snel resultaat.”

Even terug naar zijn scriptie. Klassieke risico’s? “De groep zzp’ers groeit. Vroeger hadden we ze ook, maar risico’s als pensioenopbouw waren toen anders”, legt hij uit. “Toen was een zelfstandige bijvoorbeeld een bakker, die een leven lang werkte om vervolgens de bakkerij te verkopen en van zijn oudedag te genieten. Nu zie je bijna geen onderscheid tussen vaste werknemers en ingehuurde zelfstandigen. Ik concludeer dat het vrij onlogisch is om die twee groepen zo verschillend te behandelen. Je zou als overheid meer moeten kijken hoe regelingen op elkaar af te stemmen.”

‘Als je werkenden verplicht zich te verzekeren, is het raar dat zzp’ers die hetzelfde werk doen, dat niet hoeven’

Zijn onderwerp is urgent, juist nu. Veel zzp’ers hebben het lastig. “Mijn advies aan het kabinet is om meer te focussen op waarom zzp’ers kwetsbaar worden, bijvoorbeeld door een verstoorde arbeidsmarkt. Nu ligt vooral de nadruk op schijnzelfstandigheid en gezagsverhouding. Een deel van de zzp’ers is superkwetsbaar, omdat zij zich door lage uurtarieven of gebrekkige informatie niet verzekeren. Als je werkenden verplicht zich te verzekeren tegen klassieke risico’s als pensioen en arbeidsongeschiktheid, dan is het heel raar als zzp’ers die hetzelfde werk doen, dat niet hoeven.”

Ben je er daarmee? Nee, zegt Sam. “Je kunt het institutioneel wel op orde hebben, je moet altijd rekeninghouden met de overwegingen van mensen om zzp’er te worden. Dat is nog wel een interessant onderwerp.” Wie weet. Binnenkort toch dr. Huberts?


Koen Maassen, master Bedrijfskunde:

‘In deze tijd van thuiswerken kan aandacht voor het vrouwenquotum geen kwaad’

Ben je dik een jaar met een onderwerp bezig en dan moet je even kort uitleggen waar het over gaat. Koen Maassen (28), master Bedrijfskunde en consultant bij KWH People in Nijmegen, vindt het lastig. Zijn scriptie Gender Quota as Practice omhelst zoveel meer dan alleen het bestuderen van wat een organisatie doet om zijn genderdoelstelling te halen. Toch dat is wel de kern, zegt hij. “Bij welke organisatie ik heb gekeken? Nee, dat zeg ik niet, te gevoelige bedrijfsinformatie.”

Hij is wel een beetje een vreemde eend in de bijt. MBA’s (Master in Business Administration) worden vaak geassocieerd met geldgedreven wolfs of Wallstreet. Zo niet Koen. “Ik interesseer me meer voor de maatschappelijke toegevoegde waarde voor de samenleving. Vandaar ook dit onderwerp.”

Zijn onderzoek ging vooral over de daden in plaats van de woorden, als het gaat om het halen van het quotum. Op papier kan het allemaal geregeld zijn, de praktijk is anders. “De essentie van een wetenschappelijke scriptie is observeren”, legt hij uit. “Ik zeg niet wat er moet gebeuren. Wel concludeer ik dat er soms andere motieven zijn om meer vrouwen te laten doorstromen. Zo was een teammanager eigenlijk tegen het hanteren van een quotum, maar voldeed zijn afdeling wel aan de doelstelling. Misschien wel omdat de manager een bonus kreeg dankzij het quotum.”

Een aanbeveling aan het kabinet, dat vindt ie wat pedant. Toch: “Maak vooral ook duidelijk waarom quota goed zijn en hoe we, als ze behaald zijn, zorgen dat we die gewenste verhouding borgen.” Dat wordt nog een kluif, zeker in deze coronatijd. “Doorstroming binnen een bedrijf is ook afhankelijk van de rolverdeling thuis. Als de vrouw voor de kinderen zorgt, heeft dat ook zijn weerslag op een quotum. In deze tijd van thuiswerken kan aandacht voor mijn scriptieonderwerp geen kwaad.”


Meer lezen? SERmagazine verschijnt ook 5 keer per jaar als papieren tijdschrift.


Febe de Jong, master Rechten

‘Platformwerkers verzekeren met een 60 jaar oude regeling’

Reporter Kermit de Kikker komt bij dokter Nobel Price, die na tien jaar zijn uitvinding presenteert: de TingelTangel. Uiteraard bestaat het ding al onder de naam ‘piano’ en hoon valt de dokter ten deel. Moraal van dit stukje Sesamstraat: het loont om ook eens naar al bestaande zaken te kijken. Dat deed Febe de Jong (26) in haar masterscriptie Platformwerk als fictieve dienstbetrekking waarmee ze Master of Law werd met als specialisatie arbeidsrecht.

“Bij platformwerk moet je denken aan online werk als medewerker klantenservice, maar ook taxichauffeur en maaltijdbezorger. Die mensen doen hetzelfde werk als vaste krachten, maar zitten in een onprettige situatie omdat ze onverzekerd zijn. Ik onderzocht welke platformen er zijn, of mensen verzekerd zijn omdat ze bijvoorbeeld een arbeids- of uitzendovereenkomst hebben en vond een zestig jaar oude regeling die je kunt gebruiken voor de grote groep die niet verzekerd is.”

‘Door de coronacrisis is bijvoorbeeld de sector maaltijdbezorgers enorm gegroeid, en dus ook de noodzaak tot duidelijkheid’

Deze oude regeling is de fictieve dienstbetrekking. Bedoeld voor beroepen waar we niet zo goed raad mee wisten, zoals topsporter, muzikant, maar ook sekswerkers. “Door deze regeling kunnen ook deze beroepen bij de werknemersverzekeringen worden getrokken. Als de coronacrisis ons één ding leerde, is het wel dat bijvoorbeeld de sector maaltijdbezorgers enorm gegroeid is, en dus ook de noodzaak tot duidelijkheid.”

Kabinetsadvies van Febe de Jong: beschrijf goed welke platformwerkers onder deze regeling vallen en aan welke voorwaarden ze moeten voldoen. “Dan haal je veel onzekerheid weg. Vergelijk het met de Belastingdienst, die stelt ook eisen.”

Mr. De Jong werkt nu als riskmanager bij Geldmaat, het bedrijf dat de cashautomaten beheert. In haar balboekje staat een compliance-cursus die ze heel graag wil volgen. En dan? “Even geen platformeconomie. De afgelopen twee jaar was het al veel in de media. Wat wel? Nou misschien toch promoveren. Waarin? Haha, nee dat zeg ik niet. Voor je het weet gaat iemand ermee aan de haal.”