SER-advies

Obstakels deelname ondernemingsraden: Termijnen en andere belemmeringen

De SER constateert dat de Wet op de ondernemingsraden (WOR) veel mogelijkheden biedt om flexwerkers te betrekken bij medezeggenschap en hun belangen te behartigen. De SER beveelt aan om deze mogelijkheden beter te benutten.

Benut mogelijkheden om flexkrachten te betrekken bij medezeggenschap

De SER constateert dat de Wet op de ondernemingsraden (WOR) veel mogelijkheden biedt om flexwerkers te betrekken bij medezeggenschap en hun belangen te behartigen. De SER beveelt aan om deze mogelijkheden beter te benutten.

Zo is in de WOR vastgelegd dat een or bestaat uit ‘in de onderneming werkzame personen’. Ondernemer en or kunnen gezamenlijk de groep van in de onderneming ‘werkzame personen’ verder uitbreiden door gebruik te maken van artikel 6 lid 4 WOR. De enige voorwaarde hierbij is dat dit bevorderlijk is voor een goede toepassing van de WOR in de onderneming.

Een overzicht van wat precies wordt verstaan onder ‘flexwerkers’ en van mogelijkheden om flexwerkers te betrekken is te vinden op de website van de SER.

Verruimen actief en passief kiesrecht uitzendkrachten

Een uitzendkracht kan actief en passief kiesrecht verkrijgen voor de or bij de inlenende organisatie. Dit kan alleen als hij langdurig bij die inlenende organisatie werkt. Volgens de huidige wetgeving heeft een uitzendkracht zo na 30 maanden actief en na 36 maanden passief kiesrecht voor de or van de inlenende organisatie.

Deze termijnen zijn opgebouwd uit 24 maanden wachttijd plus 6 maanden voor opbouw voor actief kiesrecht en 12 maanden voor opbouw van passief kiesrecht. De SER adviseert de wachttijd van 24 maanden te verkorten naar 15 maanden. Samen met de termijnen die de SER adviseert in zijn briefadvies Medewerkers eerder en vaker betrekken bij medezeggenschap van 19 juli jl., worden de wettelijke termijnen voor uitzendkrachten die structureel bij een inlenende organisatie werken dan verkort tot:

  • 18 maanden voor verwerven van actief kiesrecht voor de or van de inlenende organisatie
  • 18 tot 21 maanden voor verwerven van passief kiesrecht voor de or van de inlenende organisatie

De SER verwacht dat een verkorting van de genoemde termijnen zal bijdragen aan betrokkenheid bij en deelname aan de or door uitzendkrachten die structureel bij de inlenende organisatie werken. Het leidt ook tot een betere afspiegeling van alle werkenden in de or en is een signaal dat de or er ook is voor uitzendkrachten.

Obstakels voor deelname ondernemingsraden

De SER benoemt verder op hoofdlijnen elf obstakels die werknemers weerhouden zitting te nemen in de or. Hij noemt daarbij ook mogelijkheden voor een aanpak van deze obstakels en verschillende actoren die hierbij een rol kunnen spelen. Deze obstakels worden frequent genoemd als reden voor werknemers om geen zitting te nemen in de or. De obstakels variëren onderling van imago van de or, te weinig tijd voor or-werk tot de door werknemers ervaren werkdruk.

Dit advies is een vervolg op een eerder advies aan minister Koolmees van de SER-commissie Bevordering Medezeggenschap (CBM) van 19 juli jl. 'Medewerkers eerder en vaker betrekken bij medezeggenschap'.