‘Als men mij niet zou accepteren, zou ik hier niet eens wíllen werken’

Als algemeen directeur van het Netherlands Water Partnership zet Bianca Nijhof zich in voor het vergroten van de bijdrage van de Nederlandse watersector aan het oplossen van de wereldwijde wateruitdagingen, als co-chair van de Foundation van Workplace Pride maakt ze zich hard voor LGBTI-rechten op de werkvloer. Bij die twee majeure uitdagingen overheerst Nijhofs positieve blik: ‘Ik zie de bewustwording toenemen.’

Het interview tussen Topvrouwen.nl en Bianca Nijhof, directeur van het Netherlands Water Partnerschip (NWP) – een uitgebreid netwerk van Nederlandse internationaal georiënteerde organisaties in de watersector, bedrijfsleven, overheden, kennisinstellingen en NGO’s  – vindt plaats op de dag dat de nieuwste documentaire van de 94-jarige sir David Attenborough zijn première beleeft op Netflix. De film A life on our planet van ’s werelds bekendste bioloog biedt een even schitterend als weemoedig inkijkje in het door de mens verstoorde evenwicht, met rampen en ongekende milieuvraagstukken als resultaat. Gelukkig stelt Attenborough dat het nog niet te laat is, als we het tij keren en mét de natuur gaan werken in plaats van tegen de natuur. Dat is precies wat Nijhof, net als Attenborough van huis uit bioloog en sinds januari 2019 algemeen directeur van NWP, met haar organisatie beoogt. “Ik ben ervan overtuigd dat de Sustainable Development Goals (SDG’s) van de Verenigde Naties de leidraad moeten zijn voor bedrijven en organisaties, en dat deze duurzame ontwikkelingsdoelen tevens een oplossingsrichting bieden voor de grote vragen van nu. Van natuurrampen tot de enorme globale impact van COVID-19: alles schreeuwt erom dat we nadenken over de wenselijkheid van oneindige groei. Zoals voormalig DSM-topman en voormalig coronagezant Feike Sijbesma zo treffend zei: “Wat heb je aan een succesvol bedrijf in een wereld die kapot gaat?” 

Financiële belangen, sociale belangen en milieubelangen hebben nooit losgestaan van elkaar, maar in deze tijdgeest met prangende en urgente kwesties lijken ze nauwer verbonden dan ooit, en water speelt daarbij in de optiek van Nijhof een verbindende rol. “Water staat centraal binnen klimaatverandering, de aan- of afwezigheid ervan is verbonden met de kwaliteit van leven en de grootschalige migratie die we nu zien, het heeft impact op de productie van voedsel en natuurlijk op gezondheid, en water is evengoed verbonden met gender: in landen waar water schaars is, besteden vrouwen en meisjes dagelijks 200 miljoen uur aan het halen van water. Daardoor kunnen ze niet naar school. Zelfs als maar 1 procent meer meisjes de middelbare school afmaakt, neemt het inkomen per hoofd van de bevolking flink toe. Als vrouwen wereldwijd net zoveel als mannen zouden inbrengen in de economie, dan betekent dat een wereldwijde jaarlijkse toename van het gross domestic product met 28 triljoen dollar, aldus cijfers van Catalyst. Water is de verbinder van alles.”  

Inclusief en integraal

Zie daar het belang van een evenwichtige verdeling van hulpbronnen – te meer omdat de wereld afstevent op een enorm watertekort. Al in 2030 zou de vraag 40 procent groter zijn dan het aanbod, blijkt uit een VN-rapport. “Gelukkig zie ik de bewustwording op dit vlak alleen maar toenemen, evenals de bereidheid bij organisaties hiermee aan de slag te gaan – alleen gaat het niet snel genoeg. In Nederland zit leven met water in ons DNA. We weten niet anders. Met de integrale en transformatieve oplossingen die we in Nederland hebben toegepast, dragen we als Nederlandse watersector ook graag bij aan het oplossen van wateruitdagingen elders. In ons deelnemersbestand zitten naast bedrijven ook NGO’s, kennisinstellingen en de Nederlandse overheid. Dat maakt ook de inclusiviteit en de integraliteit van onze oplossingen sterker. Die partijen zijn het niet altijd eens over hoe werkzaamheden in een lokale context aangepakt moeten worden, maar die soms lastige gesprekken over hoe we zakendoen in het buitenland voeren we graag in de veilige omgeving die we ook als netwerkorganisatie willen creëren. Zo maximaliseren we de impact die we als Nederlandse watersector internationaal kunnen maken.”

Dutch waterguys 

Nijhof heeft met NWP grote ambities, blijkt uit de hernieuwde strategie die zij kort na haar aantreden presenteerde: “NWP streeft ernaar de huidige en toekomstige generaties in balans te laten leven met natuurlijke hulpbronnen. De rol van NWP is het voor de Nederlandse watersector mogelijk te maken succesvol bij te dragen aan de globale uitdagingen op dit vlak. Wij zorgen ervoor dat de innovatieve en inclusieve oplossingen onder de aandacht komen van de partijen die ze nodig hebben.” 

Die bijdragen lopen uiteen, maar hebben gemeen dat ze verder reiken dan louter een gevecht tegen het water. Een in het oog springend project waarbij de Nederlandse watersector betrokken is, is dat in New York, met als doel de zwaar getroffen Amerikaanse oostkust te wapenen tegen klimaatverandering, zeespiegelstijging en extreme stormen. Watergezant Henk Ovink, die deel uitmaakte van de Amerikaanse Hurricane Sandy Rebuilding Taskforce en in Amerikaanse media ook wel Henk the waterguy genoemd, speelde hierbij een verbindende rol. In het project werd een upgrade van bestaande wijken meegenomen – een aanpak met een sterke sociale component die de Nederlandse aanpak kenmerkt. Treffend is ook het voorbeeld van Indonesië, waar mangrove-ontbossing enorme erosie tot gevolg heeft gehad. Bescherming tegen het water wordt nu gezocht door onder andere het opnieuw aanplanten van die natuurlijke begroeiing, waarbij de lokale bevolking actief betrokken wordt zodat ook hun economische situatie verbetert. 

Een grotere bewustwording en het vergroten van positieve impact noemt Nijhof haar primaire drive, maar de businesscase is van even groot belang. “We zetten ondernemers en partijen in hun kracht. De Nederlandse watersector laten floreren is schitterend – het zakelijke gedeelte dat daarvoor nodig is net zo mooi als het overkoepelende doel.” 

Brengen en halen

Nijhof tekent daarbij aan dat Nederland de rest van de wereld veel te brengen heeft, maar door klimaatverandering ook veel kan leren van andere landen. “Nederland is van oudsher goed in het omgaan met een teveel aan water, maar droogte is echt een ander verhaal. In de zomer van 2018 kwam de continuïteit van de watervoorziening in Amsterdam in gevaar – dat scheelde maar een paar regendagen.” Nederland kan veel leren van een land als Oman, waar extreme droogte de status quo is. “Middels een watertaskforce die bestaat uit Omani en Nederlanders zoeken we daar actief de samenwerking. Nederlands brengen hun brede waterkennis, van technische oplossingen tot governance. Maar we leren er dus ook. Het merendeel van het beschikbare water in Oman wordt gewonnen via desalinatie ofwel waterwinning uit zout water, en er wordt ingezet op recycling van water. Gerecycled water wordt daar ook weer voor landbouwdoeleinden gebruikt. Iets waar we in Nederland nog over nadenken, terwijl we de kennis absoluut hebben.” 

Als het gaat om bestrijding van droogte in Nederland, maakt Nijhof zich wat betreft technisch vernuft eigenlijk niet zoveel zorgen. “Er zijn zoveel mooie oplossingen voor het watertekort op eigen bodem. Zo zijn er oplossingen om overtollig water op te vangen onder voetbalvelden, om het in tijden van schaarste in te zetten. Een andere partij, Hydraloop, ontwikkelt zelfreinigende waterrecycleproducten, waarmee consumenten 85 procent van het afvalwater in huis kunnen reinigen en hergebruiken. Ik ben mentor voor een internationale groep jonge mensen die deelneemt aan de Valuing Water Initiative Pitch-a-thon: het project dat zij pitchen is een website waarop het grote publiek bewust wordt gemaakt van wat je kunt aanpassen in je dagelijks leven om water te besparen, van hoe lang je onder de douche staat tot het kopen van een spijkerbroek.” Het is juist die bewustwording die nu nog de keerzijde van de medaille is: het onderkennen van de werkelijke waarde van water. “Nederlanders zouden zich moeten afvragen waarom ze in de zomer hun zwembaden met schaars drinkwater vullen in plaats van met regenwater, beseffen dat ze niet dagelijks een kwartier onder de douche zouden moeten staan. Op veel plekken in de wereld is dat al langer zo. Ik blijf het bijzonder vinden dat in waterschaarse gebieden mensen vaak wel een mobiele telefoon hebben, maar geen drinkwater. Met betrekking tot bewustwording van de werkelijke waarde van water is nog een wereld te winnen.”

Vrouw, ‘andersdenker’, en dan óók nog lesbisch

Een wereld te winnen, dat motto gaat ook op als het gaat om gelijke kansen en diversiteit, in de watersector, waar enerzijds steeds meer vrouwen de top halen maar waar er anderzijds nog niet genoeg vrouwen in de lagen eronder vertegenwoordigd zijn, en daarbuiten. Binnen NWP streeft Nijhof naar balans: de vacante plek van voormalig voorzitter Annemieke Nijhof, die onlangs benoemd werd tot algemeen directeur van kennisinstituut Deltares, ziet ze graag opnieuw ingevuld door een vrouw. “Verder draag ik organisatiebreed uit dat het niet uitmaakt of je man bent, of vrouw, wat je etniciteit is – als je maar goed bent in je werk. Disabilities kunnen we beter different abilities noemen – het omarmen van diversiteit gaat immers gelijk op met de waardering van ieders uniciteit. Er zijn zoveel variaties die we op waarde zouden moeten schatten. Zelf heb ik er bij NWP nooit een geheim van gemaakt dat ik van vrouwen houd.” 

De zelfverzekerdheid waarmee Nijhof dat zegt, vertelt iets over de groei die zij de laatste jaren doormaakte. Haar lesbische identiteit heeft zij lange tijd voor zichzelf gehouden, hoewel zij al op jonge leeftijd wist dat ze ‘anders’ was en vanaf volwassen leeftijd relaties met vrouwen kreeg. Haar ouders en vrienden wisten het ook, maar: “Op het werk was ik daar niet open over: ik was er een ster in om onzijdig te praten over mijn geliefde; ik zei nooit ‘hij’ of ‘zij’, maar had het over ‘mijn partner.’” Het roer ging om bij haar vorige werkgever Arcadis, waar zij global sustainability program manager was. “Op enig moment was ik voor Arcadis op het World Economic Forum in Davos, waar los van het reguliere programma een LGBTI-event (de afkorting staat voor Lesbian, Gay, Bisexual, Transgender en Intersexual, redactie) georganiseerd werd. “Daar sprak Beth Brook, Global Vice Chair Public Policy bij EY, die op latere leeftijd uit de kast is gekomen. Ze zei dat het leek alsof zij haar leven eerst in black and white had geleefd, en nu in full color. Dat raakte me zó, dat event was een warm bad – ik word er nu nog emotioneel van als ik erover praat. Ik realiseerde me dat als dit voor mij al zo speelde, levend in Nederland waar we behoorlijk tolerant zijn richting de LGBTI-community, er wereldwijd talloze mensen mee worstelen.” 

Arcadis voert als organisatie een bewust diversiteitsbeleid, dus daaraan ligt het volgens Nijhof niet dat zij er zich niet senang bij voelde open te zijn over haar geaardheid. Het was meer een gevoel van weerstand tegen stapeling van ‘labels’. “Ik ben nooit zo bewust beziggeweest met carrière maken, wilde vooral dingen doen waardoor ik uitgedaagd werd – dan groei je vanzelf door naar wat zwaardere rollen. Eenmaal op corporate niveau is het – wellicht onbewust – toch nog bijzonder dat je vrouw bent. En dan had ik ook nog een wat bijzondere en snelle manier van denken, vaak afwijkend van hoe anderen denken, en dan moest ik óók nog zeggen dat ik lesbisch was?” Ze hield het tot haar 45ste vol, maar concludeerde na de LTGBI-bijeenkomst in Davos dat ze zichzelf beperkte. “Ik was niet echt mijzelf, en dat had een impact op mij. Maar niet jezelf zijn heeft evengoed een impact op het bedrijf waarvoor je werkt.” Uiteindelijk was de toenmalige global marketing-communicatiedirecteur van Arcadis de eerste tegen wie ze open kaart speelde, en die reageerde warm en nuchter met de opmerking dat haar geaardheid niets veranderde. “Hij zei dat er niks veranderde: ik was toch nog steeds Bianca? Maar voor mij veranderde met mijn openheid juist álles. Ik kon nu zijn wie ik altijd al was, ook in mijn werk.”

Jezelf zijn? 30 procent productiever

Nijhof, die daarvoor nooit heel actief met haar seksuele identiteit bezig was geweest, werd langzaamaan wat activistischer. ‘In Azië bijvoorbeeld had en heb ik vriendinnen die deel uitmaken van de community, en ik zag hoe moeilijk het voor hen was. Daar wilde ik iets aan doen. Mijn denken over rolmodellen veranderde ook. LGBTI’ers kampen enorm vaak met problemen op het vlak van mental health, omdat zij niet open kunnen zijn. Dus toen een boardmember van Arcadis me vertelde dat ook zij lesbisch is, hoopte ik dat zij daar open over zou worden, omdat ik inmiddels wist hoeveel kracht anderen daaruit halen. Dat betekent niet dat ik anderen voortdurend stimuleer hun rol te pakken – open zijn over geaardheid is een keuze die ieder voor zich moet maken. Zelf laat ik op momenten dat het gepast is inmiddels gewoon weten ‘wie’ ik ben. Bij mijn sollicitatie voor mijn huidige baan als NWP-directeur was ik zover dat ik mijn lesbische identiteit wilde benoemen. Mocht dat een probleem geweest zijn, dan had ik hier niet eens wíllen werken.” 

Nijhof werd in 2018 lid van de Foundation Board van Workplace Pride, een organisatie die wereldwijd de positie van werknemers binnen de LGBTI-community wil verbeteren. Deze zomer werd ze benoemd tot co-chair, samen met Michiel Kolman (SVP Elsevier). Vanuit die rol werken ze samen aan systematische verbeteringen in de positie van werknemers. “Workplace Pride werkt actief samen met de Nederlandse overheid, die human rights hoog in het vaandel heeft staan. De Nederlandse ambassades fungeren in verschillende landen als veilige plek om bijeenkomsten te organiseren waar LGBTI een onderwerp is. Bedrijven en medewerkers vinden elkaar daar om toch onderling dat gesprek aan te kunnen gaan over hoe je kunt zorgen voor een veilige en inclusieve werkomgeving. We stimuleren internationaal opererende bedrijven die een homoseksuele werknemer willen uitzenden naar een land waar homorechten niet bestaan, een open dialoog te hebben met de werknemer over de risico’s en kansen, in plaats van simpelweg aan te nemen dat de werknemer niet zou willen. Betrek de werknemer in het gesprek, ondanks dat je wellicht de uitkomst al weet.” 

Het verbeteren van de positie van werknemers heeft niet alleen betrekking op het buitenland. “Ook in Nederland is de situatie rondom homorechten weleens beter geweest. We gaan zo op in het polariseren, dat het lijkt of we vergeten het gesprek met elkaar aan te gaan. Discriminatie is niet altijd in your face, het kan ook heel subtiel gaan, via grapjes met een ondertoon. Dat heeft grote gevolgen: 25 procent van de LGBTI’ers blijft liever in de kast. Maar ook voor bedrijven is een gebrek aan inclusie niet gunstig. Als je gewoon jezelf kunt zijn, ben je 30 procent productiever, is gebleken.”

De businesscase is dus duidelijk en gelukkig wordt de roep om inclusie luider en minder vrijblijvend. “Workplace Pride helpt bedrijven bij het proces van inclusie, bijvoorbeeld door het voorzien in een benchmark en het aanbieden van de UN Toolkit met best practices, die laat zien hoe je verbeteringen op de werkvloer kunt doorvoeren. Die toolkit richt zich op onze specifieke doelgroepen, maar zal net zo goed gunstig uitpakken voor een alleenstaande moeder, iemand met een handicap, of iemand die op wat voor wijze dan ook ‘anders’ is.” 

Nijhof ziet graag dat organisaties die zich bezighouden met diversiteit en inclusie elkaar versterken. “Zichtbaarheid is van belang. Begin oktober was het Diversity Day – dergelijke initiatieven hebben grote impact en ik draag ze een warm hart toe.” Nijhof zoekt ook de verbinding met Topvrouwen.nl. “Zo ben ik bijvoorbeeld erg enthousiast over de mogelijkheid voor topvrouwen een coachingsgesprek aan te vragen met toptoezichthouders en topbestuurders. In dat opzicht leren wij van Topvrouwen.nl. Onderschat niet hoe belangrijk het is energie te steken in beide communities. Ook binnen de LGBTI-gemeenschap waren lange tijd vooral de mannen zichtbaar. Dat vrouwen nu naar voren komen, is van de laatste tijd. Vandaar ook dat onze board bewust gebalanceerd is, alhoewel we qua diversiteit in identiteiten binnen LGBTI en ook qua etniciteit nog wel een stap te zetten hebben. Verschillende netwerken kunnen elkaar daarin scherp houden, om tenslotte diversiteit nog breder te trekken dan alleen de man/vrouwkwestie. Want zoals ik al zei: het draait erom dat we ieders uniciteit op waarde gaan schatten.”

Tekst Nicole Gommers