‘Een professioneel ‘Tinder’ voor topmensen, dat lijkt ons wel wat’

22 februari 2018 - Op het Jaarevent van Stichting Topvrouwen in september 2017 riepen BNR-radiomakers Petra Grijzen en Marlise Hamaker het publiek op een ‘partner’ te vinden, liefst van het andere geslacht en buiten de comfort zone, om dit jaar een aantal keer koffie te drinken. Via deze bias challenge kom je in contact met iemand die je anders leert kijken en je helpt gender gaps te detecteren – en er korte metten mee te maken. Chief HR officer van Gemeente Amsterdam Yardena Shitrit en toptoezichthouder Tjalling Tiemstra (onder meer ABN AMRO) fungeren inmiddels als elkaars klankbord en zijn daarover zo enthousiast, dat zij voorstellen dat Stichting Topvrouwen een buddy-systeem faciliteert en professionaliseert

Ze zaten toevallig naast elkaar in het publiek van het Jaarevent van Stichting Topvrouwen en werden zo door het lot aan elkaar gelinkt. Al vóórdat het event van start ging, raakte Tjalling Tiemstra – voormalig bestuurder en tegenwoordig onder meer commissaris bij ABN AMRO en Royal HaskoningDHV, toezichthouder bij Stichting Reinier de Graaf Haga Groep en Raad in de Ondernemingskamer van Gerechtshof Amsterdam – in gesprek met de dame naast hem: Yardena Shitrit, chief HR officer van Gemeente Amsterdam, ervaren toezichthouder én nummer 1 in de HR top-100, een ranking van ’s lands beste HR-professionals. Er was meteen een klik. Shitrit: “We hadden het over de doorstroom van vrouwen, een heel geanimeerd gesprek.” Tiemstra: “Ik kende Yardena helemaal niet, maar mijn ervaring is dat je met de mensen die je op events van Stichting Topvrouwen ontmoet, eigenlijk altijd waardevol contact hebt. Het zijn allemaal open minded mensen. Het gaat meteen de diepte in, je functioneert op elkaars niveau, ook al verschil je soms onderling van mening over hoe de doorstroom gestimuleerd moet worden.” Dat Tiemstra en Shitrit van dezelfde ‘bloedgroep’ bleken te zijn, maakte de vraag van de BNR-radiomakers om een ‘partner’ in het publiek te vinden wel héél eenvoudig. Tiemstra, vrolijk: “Ik keek meteen Yardena aan en vroeg haar of wij samen als buddy’s over gender gaps en de trage doorstroom van vrouwen naar de top konden praten. Ik wist nog helemaal niets van haar, maar voelde dat het goed uit kon pakken.” Shitrit: “Ik wist ook weinig van Tjalling, behalve van zijn functie bij ABN AMRO. Ik was het meteen eens met zijn voorstel. Je komt met zoveel verschillende petten naar zo’n event: als vrouw, als topvrouw, als vertegenwoordiger van een non-profitorganisatie, dus ik vind het heel prettig dat je dan kunt levelen met iemand met een ander referentiekader. Ik ging met Tjalling in gesprek vanuit intrinsieke interesse. Dat het een vervolg kreeg, vond ik waardevol. We hebben de volgende dag gemaild om een afspraak tot stand te brengen.”

Flow

Het eerste gesprek tussen de twee, alweer een paar maanden geleden, werd een succes. Tiemstra en Shitrit, allebei letterlijk uit andere werelden – hij gepokt en gemazeld bij grote corporates, zij met Israëlische roots en met een topfunctie in de non-profitsector; hij kritisch op quota, zij bevlogen bezig met het diversifiëren van het personeelsbestand van Gemeente Amsterdam – bleken enorm aan elkaar gewaagd en kwamen tijd tekort. Shitrit: “We noemden ons gesprek al snel, met een knipoog, een poging de wereld te verbeteren. We hebben het over van alles gehad en kregen er allebei veel energie van.” Dat patroon herhaalde zich bij de volgende afspraken. Tiemstra: “De gesprekken gaan organisch, in een flow, we hoeven echt geen lijstje op te stellen – er zijn meer dan voldoende raakvlakken en het ene gesprek lokt het andere uit. In korte tijd zijn we elkaars klankbord geworden. Zo zie je maar weer dat je ‘op papier’ buiten elkaars comfort zone kunt liggen, terwijl je in werkelijkheid veel common ground hebt.”

Knellend keurslijf

In de gesprekken tussen Shitrit en Tiemstra gaat het met regelmaat over gender, maar eerder impliciet dan expliciet, aangezien er voor beiden geen twijfel bestaat over de zin van balans in de man-vrouwverhoudingen én zij beiden niet horen bij de ‘school’ die vrouwen beschouwt als hulpbehoevend. Tiemstra: “Yardena is het levende bewijs dat het glazen plafond niet bestaat, wat natuurlijk niet wil zeggen dat anderen geen specifieke uitdagen kunnen ondervinden bij het bereiken van de top.” Shitrit: “Ik geloof in zelf keuzes maken. Willen is kunnen. Toen mijn zoon nog jong was, ging hij regelmatig ’s avonds met zijn vader naar voetbal. Ik werkte dan tot laat. Ik kon naar huis met de metro, dat duurde 20 minuten. Ik kon ook naar huis met een taxi – die was duurder, maar dan was ik er in 18 minuten. Ik had dan twee minuten extra om vast de lichten aan te doen, een kaarsje aan te steken en gezellige muziek op te zetten: zo zag mijn zoon een relaxte moeder die er wás. Alle keuzes zitten tussen je oren. Kíes ervoor geen schuldgevoel te hebben, kies ervoor een rolmodel te zijn voor je kinderen.” Bij Gemeente Amsterdam maakt Shitrit veel werk van diversiteit op alle niveaus, ook gender. De ambitie 50/50 is in het totale personeelsbestand al gerealiseerd, aan de top is inmiddels de 43 procent aangetikt. “Wij hadden afgelopen anderhalf jaar 23 benoemingen, de helft was vrouw, de helft jonger dan 40. Echte diversiteit bereik je met lef en energie. Die ambitie wordt mede ingegeven door het feit dat je als gemeente, functionerend op gemeenschapsgeld, een afspiegeling dient te zijn van de stad.” Tiemstra is dat met Shitrit eens, maar heeft ook kritische noten waar het gaat om diversiteit in raden van commissarissen. “Ik waarschuw wel eens dat een te grote mate van diversiteit in rvc’s ten koste kan gaan van de cohesie. Een rvc is, anders dan een raad van bestuur die functioneert met een achterban, een verzameling individuen. Een commissaris zit er op persoonlijke titel en moet een eenheid vormen met de rest van de raad: staan de neuzen fundamenteel en principieel in een andere stand, dan kan dat tot problemen leiden. Diversiteit is dus prachtig, maar moet zeker niet eendimensionaal aangevlogen worden. Gender diversity moet en zal veelal in dienst staan van de organisatie, maar mag geen knellend keurslijf worden.” Shitrit: “Daarom moet je ook voorzichtig zijn met quota. Als instrument binnen een organisatie kan het helpen, maar je moet er niet in doorslaan. Ambities moeten empoweren, niet polariseren – en dat gebeurt wel als het ten koste gaat van de kwaliteit. Rigiditeit helpt ons zeker niet verder.” Tiemstra: “Ik hoef zeker niet te zeggen hoe eens ik het hiermee ben?”

Leeuwenkuil

In hun gesprekken hebben de twee ook aandacht voor het onderhuidse. “Hoe kun je in een male dominated omgeving met onuitgesproken culturele codes die mannen met zich meebrengen, en die lang niet altijd onderkend worden, zorgen dat vrouwen niet ongewild op achterstand komen”, licht Tiemstra toe. Hij memoreert een rondetafel van Stichting Topvrouwen, waar Annemarie Jorritsma en Ilona Haaijer hem de ogen openden door een lastig issue bespreekbaar te maken: er zijn hooggekwalificeerde vrouwen die niettemin moeite blijken te hebben om in zichzelf te geloven. “Ik realiseerde me dat inderdaad niet zo, maar vind het belangrijk uit te vinden hoe je daarmee om moet gaan. Dat gezegd hebbende: als ik een vrouw vraag voor een c-functie en zij zich hardop afvraagt ‘of ze het wel kan’, dan vind ik dat niet direct een aanbeveling om de leeuwenkuil in te gaan.” Shitrit herkent dat en denkt dat je een stap richting top niet kunt afdwingen. “Ik heb veel gesprekken met vrouwen waarvan ik denk: wat dóe jij nog hier, jij kunt meer. Dan hoor je twijfel en allerlei redenen waarom het niet zou kunnen. Als vrouw kan ik iets wat mannen niet kunnen: ik kan simpelweg tegen hen zeggen: ‘zeur niet’. Willen is kunnen! Ik ben ook vrouw – ik sprak nota bene geen woord Nederlands toen ik als twintiger vanuit Israël hiernaartoe kwam – en ik heb ook kinderen. Een man komt niet weg met ‘zeur niet’, want die heeft minder met feminiene uitdagingen te maken.” Maar dan nog helpt Shitrits tough love niet altijd. “Soms zijn vrouwen simpelweg nog niet toe aan de volgende stap richting top. Je kunt stimuleren, maar niet afdwingen. Ik zeg vaak: wij spreken elkaar over een jaar wel weer.” Balans kan de drempel tot toetreding helpen slechten. Tiemstra denkt dat het goed is minstens 2 vrouwen in een board te hebben, om voldoende tegenwicht te kunnen bieden aan eventuele masculiene bias.

Tinder voor de top

Voor Tiemstra en Shitrit is het onderlinge contact een waardevolle kruisbestuiving, een professionele interface waarin zij veel van elkaar leren. Het onverwachte en spontane contact verbreedt de blikken. Tiemstra: “Bij alles wat we bespreken, denk ik: wat kan ik hiervan leren, hoe beïnvloedt dit mijn oordeelsvorming?” Shitrit: “Voor mij is het net zo waardevol. Ik wil me verder ontwikkelen, ook nevenfuncties in de profitsector vervullen. Daarover kan ik met Tjalling prima sparren.” Tiemstra en Shitrit zien het energieke contact tussen hen beiden bovenal als gelukkige toevalstreffer. “Het is natuurlijk niet vanzelfsprekend dat het altijd zo goed uitpakt. Een voorwaarde voor succes is dat gesprekken energie geven, niet kosten.” Tiemstra denkt daarom dat Stichting Topvrouwen er goed aan doet contacten tussen buddy’s te professionaliseren. “Zo’n buddy-systeem is enorm zinvol. Het is anders dan een coach-coachee-traject: je praat op basis van volstrekte gelijkwaardigheid – dat is echt essentieel – met elkaar. Wil je mensen succesvol aan elkaar knopen, met zo min mogelijk afbreukrisico, dan moet je er eigenlijk een matchmaker tussen zetten. Een soort professioneel Tinder voor topmannen en topvrouwen, dat lijkt me mooi.”

Tekst Nicole Gommers