‘Verdubbelen was een prachtige challenge’

25 september 2017 - Of ABN AMRO, de bank die in korte tijd haar top een stuk diverser maakte, bereid is tot een interview met Topvrouwen.nl? Jazeker, en president-commissaris Olga Zoutendijk en bestuursvoorzitter Kees van Dijkhuizen willen dat nadrukkelijk als duo doen. “De tone at the top is cruciaal. Samen daadkrachtig optrekken geeft resultaat.”

Het interview vindt plaats in de late namiddag, maar Van Dijkhuizen opent de conference call met een monter ‘goedemorgen’: hij maakt vanaf zijn vakantieadres in San Francisco, waar hij net het ontbijt achter de kiezen heeft, tijd voor een gesprek over de diversiteitsslag die ABN AMRO de afgelopen maanden gemaakt heeft. Hij doet dat samen met president-commissaris Olga Zoutendijk, die vanaf Amsterdam inbelt. Van Dijkhuizen en Zoutendijk zijn de eersten die als ‘koppel’ geïnterviewd worden door Topvrouwen.nl en die wens verraadt veel over de dynamiek tussen bestuurder en toezichthouder, die bevestigen bij strategische kwesties altijd naar common ground te zoeken. “We zijn elkaars klankbord en maken graag samen afwegingen.” Ook diversiteit, en daarmee gender diversity, is zo’n kwestie waarin ze elkaar goed konden vinden. Zoutendijk: “We hechten daar allebei veel belang aan en wilden beiden een inhaalslag maken. Dat spraken we vanaf het eerste moment, toen Kees begin dit jaar aantrad als CEO, af. Zeker een belangrijk onderwerp als diversiteit, waarbij het mij minder om gender of andere specifieke kenmerken gaat dan om diversity of thought, geeft een gevoel van ‘strijden voor hetzelfde doel’. Zelf zijn we natuurlijk ook een beetje de belichaming van die diversiteit: Kees als man, ik als vrouw en eigenlijk ook als ‘buitenlander’: zo voel ik mij wel, na drie decennia weggeweest te zijn uit Nederland. Bovendien ben ik ervan overtuigd dat het goed is samen naar buiten te treden: de tone at the top is immers cruciaal. Rvb en rvc gaan hand in hand bij het tonen van verantwoordelijkheidsgevoel.”

Een klein duwtje

Zoutendijks visie op het belang van diversiteit ontwikkelde zich al in 1986, toen zij management trainee was en samen met een andere vrouw als eerste twee vrouwen in het ‘buitenlandklasje’ van ABN toegelaten werden. “Dan wil je je voorbeeldrol effectief inzetten.” Ze werkte vanaf 1988 onder meer in Amerika, Ierland, Australië, Portugal, Hong Kong en Singapore en noemt zichzelf ‘bankier in hart en nieren’. Pas in 2014 keerde zij terug naar Nederland om lid te worden van ABN AMRO’s rvc, in 2016 werd zij voorzitter. Het geloof in diversity nam zij als ‘souvenir’ mee uit de landen waar zij eerder werkte, waar diversiteit vaak eerder regel dan uitzondering is. “Je merkt hoe ontzettend effectief het is zaken vanuit verschillende invalshoeken te bekijken. In Nederland kom ik nog steeds mensen tegen die angstig zijn voor diversiteit: zij vrezen dat het ten koste zou kunnen gaan van de cohesie binnen het team.” Uit eigen ervaring kan zij die angst ontkrachten: “In onze rvc hebben 3 vrouwen zitting en iedereen heeft een verschillende achtergrond. Dat werkt prima. Maar dan moet je wel echt quality time met elkaar doorbrengen en erin investeren om elkaar te leren kennen en te begrijpen wat ieder gevormd heeft.” Van Dijkhuizen, met een achtergrond als topambtenaar én bankier (in 2005 maakte hij de overstap naar de Haagse zakenbank NIBC en in 2013 naar ABN Amro) herinnert zich ook nog precies wanneer diversiteit voor hem begon te ‘spelen’. “Dat was in 1997, toen ik weer terugkeerde naar het ministerie van Financiën. Ik zag op het ministerie zo veel vrouwen die zó goed waren, beter dan hun mannelijke equivalenten, dat zij een kans verdienden. Dus ik gaf ze graag een klein duwtje, meer was niet nodig. Feit is dat het destijds nog ongebruikelijker was voor een vrouw te kiezen. Die benoemingen leverden daarom wel discussie op. Sommige collega’s zeiden: hebben we geen andere kandidaat? En bij dat woord ‘andere’ hoorde je ze ‘man’ denken. Die vrouwen waren jong en zouden wel kinderen willen, was de gedachte. Dat legde ik naast me neer. En het pakte prima uit, hoor. Een van die vrouwen was Hanneke Schuiling, nu directeur-generaal van de Rijksbegroting, een ander Angelique Berg, nu directeur Volksgezondheid, en Manon Leijten, nu secretaris-generaal van het ministerie van Financiën.” Dat Van Dijkhuizen zich hard maakte en maakt voor vrouwelijke benoemingen, wil overigens niet zeggen dat gender diversity een status aparte heeft binnen zijn diversiteitsbeleid. “Ik zie dat veel breder. Ik ben blij dat Tanja Cuppen binnenkort toetreedt tot onze rvb, maar Clifford Abrahams brengt als Brit net zo goed diversiteit met zich mee. Alleen met een op alle fronten divers profiel kun je outside-in het hoofd bieden aan alles waarmee je als bank te maken krijgt in turbulente tijden.”

‘Dijsselbloemproof’? Nee, intrinsieke motivatie

En turbulente tijden zijn het zeker: net als de andere twee grootbanken van ons land heeft ABN AMRO te maken met vergaande digitalisering en vernieuwde regelgeving, waaronder de payment service directive (PSD-2), waardoor ook andere partijen dan banken toegang krijgen tot betaalgegevens om zo tot nieuwe diensten te kunnen komen. Die ontwikkelingen leiden tot een onvermijdelijke innovatie-wedloop tussen banken en fintech-ondernemingen. Van Dijkhuizen: “Daar komt nog bij dat ABN AMRO ook intern grote veranderingen doormaakt. Tijdens de jaren van crisis, toen de overheid de bank inlijfde, waren we meer met onszelf bezig.” In het voorjaar van 2017 werd bekend dat ABN AMRO in het eerste kwartaal 30 procent meer winst heeft gemaakt dan het jaar ervoor, en dat is niet de enige stijlbreuk met de voorliggende jaren: “Er is nu meer sprake van een externe focus: we kijken naar buiten, naar het klantbelang.” Die klanten zijn uiteraard van het meest diverse pluimage denkbaar. “Die diversiteit wil je dus ook gereflecteerd zien in de top en de lagen eronder. Alleen zo kun je de klant begrijpen.” Zoutendijk: “Het is daarom overduidelijk dat je jezelf enorm in de voet schiet als je niet ál het talent dat je kunt krijgen in huis haalt.” De wens talent binnen te halen is vers 1, maar talent niet over het hoofd zien, vergt niets minder dan verandering van mindset. Van Dijkhuizen: “Van oudsher bestaat bij organisaties de neiging te kiezen voor de usual suspects, oftewel: mannen die lijken op andere mannen binnen de organisatie en de top. Meer van hetzelfde betekent een gebrek aan tegenspraak, dus die ja-knikkers zijn de dood in de pot.” Zoutendijk vult aan: “Mensen zien graag lijstjes met namen waarbij iedereen zich comfortabel voelt, dus dat patroon doorbreken vergt doorzettingsvermogen. Je moet écht in diversiteit geloven om iemand die niet direct in het vertrouwde plaatje past te benoemen, zeker als het gaat om sleutelposities.” Na de benoeming van Cuppen werd in de media steeds een uitspraak van inmiddels demissionair minister Dijsselbloem aangehaald, die na het vertrek van Caroline Princen liet weten per se opnieuw een vrouw in de rvb van ABN AMRO te willen. Die wens van Dijsselbloem was niet de reden dat er ook daadwerkelijk een vrouw benoemd werd, zegt Zoutendijk: “Die wens was er al veel eerder. Die komt voort uit intrinsieke motivatie en overtuiging dat alleen een echt divers team je organisatie toekomstproof houdt.”

En hop…een verdubbeling

Dát het geloof in gender diversity bij beide voorzitters aanwezig is, is dus duidelijk, maar hoe hebben zij het voor elkaar gekregen in zo’n korte tijd zoveel meer vrouwen in de top van de bank te krijgen? Kort voor het aantreden van Van Dijkhuizen vertrok de eerder genoemde Caroline Princen als lid van de raad van bestuur, de raad daarmee ‘vrouwloos’ achterlatend. Met de benoeming van Tanja Cuppen in de nieuwe driekoppige executive board voldeed de bank direct weer aan de 30 procent-norm. Van Dijkhuizen: “Daarnaast hebben we de top-100 verkleind met een derde en het percentage vrouwen tegelijk bijna verdubbeld van 23 procent naar 40 procent. “Het oude percentage bleef al jaren een beetje hetzelfde, of er kwam een half procentje bij. Dat ging veel te langzaam. Bij mijn aantreden ben ik dus met Olga en de andere commissarissen gaan praten. We zijn onder meer gaan kijken hoe we een nieuw besturingsmodel konden instellen. Ik kreeg daarin de vrije hand van de rvc, iets waar ik erg dankbaar voor ben.” De reorganisatie van de top speelde Van Dijkhuizen en Zoutendijk in de kaart bij het diversifiëren: “Olga en ikzelf hadden natuurlijk prima op het netvlies waar vrouwelijk talent zich binnen de bank bevond. Het feit dat er posities opnieuw ingevuld moesten worden, maakte dat we echt daadkrachtig te werk konden gaan.” Daadkracht, het is een belangrijk woord in het vocabulaire van de topman. “Ik houd meer van daden dan van woorden, dat klopt. In overleg met de rvc had ik besloten dat 30 procent vrouwen, het streefcijfer van de overheid, aan de lage kant is. Olga en de anderen prikkelden me voortdurend door dingen te zeggen als: waarom gaan we niet gewoon voor 40 procent?” Zoutendijk: “Het was een challenge. Gesteund door de sterke visie van Kees stimuleerden we hem steeds over die 30 procent te ‘schieten.’ Het was uiteindelijk binnen no time gepiept.” Die 40 procent is nooit een harde KPI geweest, zegt Van Dijkhuizen. “We hebben bewust niet gecommuniceerd over ‘ons streefcijfer’, het stond ook niet op een stukje papier. We gingen gewoon aan de slag met dat uitgangspunt in ons hoofd. Als je zoiets in een pril stadium gaat rondtoeteren, dan loop je de kans dat het averechts werkt. Het is belangrijk dat je niet percentage-gedreven te werk gaat. Doe je dat wel, dan kunnen vrouwen de indruk krijgen dat zij op gender beoordeeld worden, in plaats van op hun merites. Terwijl je, ook als je diverser wilt worden, nooit concessies moet doen aan de kwaliteit.” De bestuurlijke tandem ging dus aan de slag vanuit het ‘stille idee’ van 40 procent. Synchroon: “Zou het iets minder worden, dan was het nog lang niet gek, en iets meer: prachtig.” Van Dijkhuizen: “Het werd dus bijna een verdubbeling ten opzichte van die eerdere 23 procent.” Het succes roept natuurlijk direct de vraag op of het hier stopt. “Nee”, zegt Van Dijkhuizen resoluut. Heeft hij dan al ‘stiekem’ het percentage van 50 procent in zijn hoofd? Met een enigmatische lach: “Nee, ik heb geen stiekeme percentages in mijn hoofd. En als dat wel zo was, zou ik dat niet vertellen – rondtoeteren werkt immers averechts.”

Supertool

Nu het diverse topteam beklonken is, is het op nóg een vlak tijd om de blik meer naar buiten te richten. ABN AMRO is de derde organisatie (Rabobank en KPN gingen voor) die talentvolle vrouwen middels een ‘massa-endorsement’ inschrijft in de database van Topvrouwen.nl, een inmiddels beproefd recept om kennis te delen met de maatschappij. 30 vrouwen zijn benaderd. Van Dijkhuizen: “Wij zijn heel enthousiast over de database. Toch gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat wij er echt even over na moesten denken. Onze topvrouwen willen we natuurlijk niet graag kwijt. Maar we gunnen hen uiteindelijk de beste carrière binnen of buiten de bank. We gaan daarbij ook uit van onze eigen kracht als werkgever. Het kan ook interessante commissariaten buitenshuis voor hen opleveren. De kennis die de vrouwen daarmee opdoen, nemen ze dan ook weer mee naar ‘huis.’” Zoutendijk: “Het is natuurlijk een enorme opsteker dat ons talent ook in de markt gewaardeerd wordt. We verwachten positieve reacties van de benaderde vrouwen. De database van topvrouwen is een supertool: de beste manier om inzichtelijk te maken dat ‘ze zijn er niet’ echt onzin is.”

Ken uzelve

Beide voorzitters hebben een advies voor alle board-ready vrouwen van de database. Zoutendijk: “Wees vooral duidelijk over je ambities en onderschat je eigen kunnen niet.” Van Dijkhuizen is het daarmee eens, maar wil ook benadrukken hoe belangrijk het is dat je duidelijk voor ogen houdt waar je kracht ligt. “Ooit werd ik benaderd voor de positie van minister van Financiën. Mijn antwoord was ‘nee’ en dat wekte verbazing. Vrouwen zeggen vaker ‘nee’ omdat ze twijfelen of ze het wel kunnen of wel echt willen. De meeste mannen reageren echter volstrekt anders op zo’n telefoontje: Die zeggen: ‘Dat je me nu pas belt, zeg!’ Ik wilde geen minister worden, dus ik zei ‘nee’. Jezelf niet onderschatten, zoals Olga zegt, is inderdaad erg belangrijk, maar weten wat bij je past net zo goed.”

Tekst Nicole Gommers

© Achmea