‘Probeer het maar eens, je wordt blij verrast’

Toen Marjan van Loon – president-directeur van Shell Nederland en volgens de Volkskrant ’s lands invloedrijkste vrouw – haar carrière bij Shell begon, hoorde ze na de benoeming van een vrouwelijke teamleider een ontzet ‘maar dan moeten mannen aan een vróúw rapporteren!’. Nu, 28 jaar later, maakt Shell Nederland onder haar leiding nauwgezet werk van een goede m/v-balans.

Op het Topontbijt van begin dit jaar kreeg van Loon de lachers op haar hand door te stellen dat er achter elke succesvolle vrouw een verbaasde man staat. Van Loon steekt graag de draak met de reacties die haar positie oproept, vooral omdat ze zelf verbijsterd was over alle media-aandacht die haar aantreden als president-directeur van Shell Nederland in 2015 genereerde. Een veelzeggende kop uit het AD van destijds: ‘Vrolijke Marjan runt zonder stress Shell en gezin.’ “Dat was best gek, zoveel aandacht had ik niet verwacht. Het zou natuurlijk beter zijn als het geen groot nieuws was als er een vrouw op een hoge positie benoemd werd. Maar ja, dat is momenteel nog niet zo – ik vind het dan ook geen probleem dat media daar aandacht aan besteden.” Iets waar op Twitter anders over gedacht werd – na haar benoeming regende het boze reacties van vrouwen die aanstoot namen aan zinsneden als ‘vrouw gaat Shell leiden.’ Van Loon zelf is er allang aan gewend, vandaar ook haar opmerking tijdens het Topontbijt. “Die ging overigens niet over mijn man, die mij juist altijd gesteund heeft bij carrièrekeuzes. Maar in mijn omgeving waren mensen wél verbaasd. Dan zeggen mensen dingen als: ‘Oh, Marjan doet een écht zware baan!’ Dat wordt helaas toch als bijzonder gezien.”

Vreemde discussie

Van Loons nuchtere en ontspannen reactie op die niet bijster geëmancipeerde reacties wil echter niet zeggen dat zij zich niet druk maakt over gender diversity. “Oh, zeker wel! Al vanaf dag 1 dat ik bij Shell kwam. Of beter nog: dat begon al op de universiteit. Als ik uit de trein stapte op Eindhoven Centraal, ging ik volledig op in de massa. Maar als ik de TU Eindhoven binnenstapte, waar ik scheikunde studeerde, was ik ineens een uitzondering. Ik werd bekeken: hé, een vrouw. Ook toen ik bij Shell terecht kwam – mijn eerste functie was technoloog bij gasbehandeling in Den Haag – merkte ik dat ik echt een vreemde eend in de bijt was, hoe behulpzaam iedereen ook was. Ik herinner me nog heel goed dat er in die tijd een vrouwelijke teamleider werd benoemd, iemand die ik goed kende. ‘Dan gaan mannen aan een vróúw rapporteren’, reageerden meerdere mensen. Dat vond ik zo’n vreemde discussie en ik wilde dat dat zou veranderen. Daarom was ik al vroeg betrokken bij het vrouwennetwerk van Shell. En gelukkig kan ik concluderen dat er in die 28 jaar dat ik nu hier werk, er heel veel is veranderd. Diversiteit is inmiddels omarmd én geïnstitutionaliseerd, terwijl er in het begin met scepsis naar het vrouwennetwerk gekeken werd. Nu is dat vrouwennetwerk professioneel, met sponsoren van het hoogste niveau, en bieden we diverse programma’s en cursussen die vrouwen ondersteunen en helpen bij het doorgroeien. We streven ernaar employer of choice te worden en bieden vrouwen diverse evenementen waarop ze hun vragen over doorstromen naar topfuncties kunnen stellen. We dragen daarbij nadrukkelijk uit dat we er zijn om elkaar te helpen – de combinatie van gezin en een topbaan is druk, maar er is veel mogelijk.” Zelf zei Van Loon op het Topontbijt overigens dat haar leven er eigenlijk relaxter op is geworden nu ze aan de absolute top staat: “Je hebt meer grip op je agenda dan in de functies daaronder. Dus laat je niet weerhouden!”

Luxe-discussie

Van Loons vroeg ontstane overtuiging dat gender diversity de status quo moet worden, had en heeft een heel praktische reden. “Niet omdat ik zelf zo razend ambitieus was – ik had dit niet direct als eindpositie voor ogen – of omdat het moreel en ethisch correct is vrouwen dezelfde kansen te bieden als mannen, maar vooral omdat ik zag een organisatie simpelweg profiteert van diversiteit. Het bedrijf wordt er beter van. Je hebt teams nodig waarin mensen complementair zijn aan elkaar, waarin mensen elkaar uitdagen. Alleen dan ben je echt succesvol. Jammer dat veel mannen in Nederland benoemingen van vrouwen zien als een risico, ook al is hun prestatie prima. Vrouwen hebben talenten die mannen nog niet voldoende kennen – vanwege het ontbreken van de kritische massa van 30 procent die nodig is om een minderheid echte impact te laten hebben – en daarom niet waarderen. Dat is geen verwijt, maar een feit. Verhalen delen en mannen uit hun comfort zone halen, helpt. Probeer het maar eens, je zult prettig verrast worden – die boodschap slaat hopelijk aan. Daarom moeten we kritisch toetsen en diversiteit niet langer benaderen als luxe-discussie. Als het even moeilijker wordt, zakt de aandacht meteen weer weg; dan zeggen leiders: ‘daar kan ik me niet mee bezig houden, ik heb een bedrijf te leiden.’ Terwijl juist in moeilijke tijden en bij ingewikkelde kwesties diverse teams van levensbelang zijn om elkaars blinde vlekken weg te nemen – neem bijvoorbeeld de ingewikkelde energietransitie waarin we ons bevinden. Vrouwen zijn daarom onmisbaar in alle gelederen van het bedrijf, niet alleen binnen bepaalde bedrijfslagen.” Van Loon staat bekend als vrouw die Shell wil profileren als een maatschappelijk betrokken en ook duurzaam concern. Haar publiekelijke excuses aan Groningers die overlast ervaren door gaswinning, zijn een voorbeeld van Van Loons’ betrokkenheid bij alle stakeholders. “De deuren en ramen mogen hier open”, zei ze daarover onlangs in een interview met Opzij. Ook gender diversity maakt in haar ogen deel uit van een duurzame koers. Inmiddels gaat het de goede kant uit: in totaal werken bij Shell zo’n 30 procent vrouwen, aan de top gaat het om 28 procent (de twaalfkoppige board telt 5 vrouwen). In Nederland liggen die percentages lager: de top bestaat hier uit 20 procent vrouwen. “We zien deze percentages elk jaar groeien, maar we realiseren ons dat we er nog niet zijn. We hebben immers nog niet die kritische massa van 30 procent bereikt, en dat is wel nodig om te voorkomen dat zaken te veel door een mannelijke lens bekeken worden en om biases weg te nemen. Om te versnellen, schaken we op meerdere borden. Zo stellen we doelen en kpi’s per internationaal bedrijfsonderdeel: bijvoorbeeld de upstream- en downstream business, gaslijn, de productielocaties en afdeling financiën. Al die bedrijfsonderdelen worden op directieniveau afgerekend op de doorstroom. We kijken vooral naar wat er nodig en zinnig is. Voor sommige ‘takken van sport’ is het echt ingewikkelder vrouwen aan boord te krijgen. Dan gaan we bijvoorbeeld uit van een plus-1 of plus-2 beleid. Het zal niet volgend jaar klaar zijn, maar binnen 5 of 10 jaar hebben wij een flinke slag gemaakt, verwacht ik.”

Moedige flapuit

Om de versnelling succesvol te maken, is er binnen het concern veel aandacht voor wat vrouwen nodig hebben om de stap naar de top te maken. Van Loon ziet het bewerkstelligen van gender diversity als een-tweetje tussen vrouwen en bedrijf. “De discussie moet niet zijn: hoe moeten vrouwen zich aanpassen. Nee, mannen moeten zich bewust zijn van bias en de focus verleggen: hoe worden we samen beter?” Van Loon realiseert zich dat vrouwen daarbij gefaciliteerd moeten worden. “Vrouwen hebben vaak wel een duwtje nodig om hun grenzen te verleggen. Als er een promotie aan zit te komen, worden ze erg voorzichtig: bedreigt die zwaardere baan hun levensgeluk? Terwijl rekken juist léuk is – dat moet nog een beetje doordringen. En stap ook over je gêne heen om jezelf zichtbaar te maken.” Zelf deed Van Loon dat ook: ze stuurde haar voorganger Dick Benschop, die ze goed kent, een mailtje dat zijn baan haar op termijn ook wel wat zou lijken. Toen Benschop terugtrad, drong hij erop aan dat zij ervoor zou gaan. Daarop stuurde ze een informeel mailtje naar CEO Ben van Beurden, met als strekking dat ze zich realiseerde een atypische kandidaat te zijn, maar dat ze gemotiveerd was voor deze geweldige baan eventuele gaten in haar kennis te dichten. “Haha, ja, dat heb ik gedaan. Ik dacht: ik heb toch niks te verliezen, dan heb ik er in ieder geval alles aan gedaan. Onorthodox, misschien. Ik moest me eroverheen zetten en nadat ik op ‘verstuur’ had geklikt, vond het heel bijzonder van mezelf dat ik het gedaan had. Dat ik het had gedurfd!” Met een schaterlach: “En daarna vond ik het heel idioot van mezelf dat ik dat bijzonder vond. Waarom doen vrouwen dit niet vaker? Laten zien dat je er bent en wat je wilt kan nooit kwaad. Ook hier geldt: probeer het gewoon, je zult blij verrast worden.” Dat advies geldt breder, zeker ook op het moment dat je de boardroom daadwerkelijk bereikt. Doe vooral niet te ingewikkeld, vindt ze. Waar anderen betogen dat vrouwen in de boardroom al snel de verkeerde etiketten opgeplakt krijgen – wáág het emotie of onderbuikgevoel bij de discussie te betrekken en er wordt getwijfeld aan je ‘maturiteit’ en geschiktheid – pleit van Loon ervoor gewoon jezelf te zijn. “Dat werkt prima. Ik ben ooit gecoacht door Harry Hendriks, oud-directievoorzitter van Philips. Op mijn vraag wat ik moest mijn extraversie – ik ben een flapuit – was het antwoord: niets. En ik concludeer dat hij gelijk had. Benoemen wat er onderhuids speelt, discussies een zwaai geven – het helpt enorm en wordt gewaardeerd. Mijn advies aan vrouwen is: wees niet terughoudend met jezelf uitspreken, wees moedig in de boardroom.”

In de database

Moedigheid en zichtbaarheid dus, Van Loon zweert erbij. Om dat laatste voor al het vrouwelijk toptalent binnen Shell te bewerkstelligen, heeft ze onlangs contact gelegd met Stichting Topvrouwen. “We zijn hier intern aan het bekijken of we onze topvrouwen en masse kunnen aanmelden in de database. Dat levert kansen op – bijvoorbeeld non-executive-functies – die essentieel zijn voor verdere carrières. Bovendien staan we achter de missie van Topvrouwen: de mythe doorbreken dat er niet voldoende geschikte vrouwen zijn. Daarom wil ik ook zelf graag in de database staan.” En weer met die vrolijke lach: “Alle formulieren liggen al klaar. Nu alleen nog even tijd vinden om me in te schrijven.”

Tekst Nicole Gommers