‘Vrouwen helpen het land vooruit’

De op en top Hollandse CEO van de Tanzaniaanse National Microfinance Bank is tijdens een bliksembezoek aan Nederland van harte bereid een interview te geven over gender diversity, want: “daar maak ik me al een carrière lang hard voor.” Ineke Bussemaker ziet dagelijks hoe vrouwen in staat zijn een land vooruit te helpen – en dat geldt net zo hard voor Nederland als Tanzania.

Ze is maar even in Nederland, waar ze in Noordwijk een appartement met uitzicht op zee aanhoudt voor de schaarse momenten dat ze voet op Hollandse bodem zet. Ineke Bussemaker valt met haar neus in de boter tijdens dit bezoek begin juni: gewend aan alle dagen warmte in haar standplaats Dar es Salaam is wel zo prettig dat de vroege Hollandse zomer uitpakt met aangename temperaturen. De tijd die ze hier doorbrengt, vult ze in met zakelijke activiteiten én familiebezoek. “Ik ga ook nog even op bezoek bij mijn zus in Genève. Tja, als je dan toch in Europa bent, lijkt dat op een steenworp afstand te liggen.”
Bij een kop koffie op de zonnige boulevard vertelt ze over wat haar zo bevalt aan Tanzania en haar rol als CEO bij de belangrijkste bank van dat land: de National Microfinance Bank (NMB). “Ik houd ervan nieuwe avonturen aan te gaan en als gezin hadden we vaker in het buitenland gezeten. In Londen, bijvoorbeeld, toen ik bij Citibank werkte. Wij kwamen in 2006 terug naar Nederland omdat we onze kinderen hier hun middelbare schooltijd wilden laten doorlopen. Zo kwam ik terecht bij Rabobank, waar ik hoofd betalingsverkeer was en een interbancaire stuurgroep leidde, die de overgang van ‘gewone’ bankrekeningnummers naar IBAN tot een goed einde moest brengen.” Dat proces werd afgerond in 2014, waarna Bussemaker toe was aan een andere baan. “Liefst iets spannends: het onbekende vind ik leuk.” Rabobank heeft een belang van 35 procent in NMB. Op het moment dat er in Tanzania een vacature voor een nieuwe CEO was, was Bussemaker – met haar hang naar avontuur en diepgaande kennis van IT, een pre voor een land waar mobiel betalen een enorme vlucht neemt – een prima kandidaat. “En dus werd ik gedetacheerd.”

Big five

Bussemaker vertelt graag over wat haar zo bevalt aan Tanzania – los van de fantastische safari’s die ze af en toe maakt met familie en vrienden, op zoek naar close encouters met de big five. “Tanzania is allereerst een stabiel land, met een vrolijke, humoristische volksaard. Het is natuurlijk ook een arm land. Als persoon kan ik daar niet veel aan veranderen, maar de rol van de bank bij de economische ontwikkeling is van groot belang.” De bank bedient overheden, grote bedrijven en NGO’s, maar neemt daarnaast verantwoordelijkheid bij het financieel weerbaar maken van een brede groep Tanzanianen, onder meer door het verstrekken van kredieten aan boeren en andere kleine ondernemers, maar ook door wat Bussemaker “financiële inclusie” noemt. “In Nederland heeft eigenlijk iedereen een bankrekening, maar in Tanzania geldt dat voor slechts zo’n 15 procent van de bevolking. De mobiele telefoon biedt uitkomst – in heel Afrika is het gebruik van een mobiele wallet populair. Via die wallet kun je geld aan elkaar overmaken, waardoor je mobiele betalingen kunt doen of het contant kunt opnemen.” Bussemaker, die in Leiden wiskunde studeerde, weet als geen ander hoe de ontwikkeling van deze techniek bijdraagt aan economische groei. Vrouwen spelen een voortrekkersrol spelen bij de vooruitgang. “In een arm land als Tanzania werken vrouwen, dat is hier simpelweg financiële noodzaak. De sfeer is hier zowel conservatief als vooruitstrevend: enerzijds geldt hier een wet die gender parity in de hand werkt: minstens een derde van het parlement moet vrouw zijn. Lukt dat niet, dan komen er special seats voor vrouwen. Ook in het zakenleven maken vrouwen carrière – tegelijkertijd worden vrouwen geacht ’s avonds de maaltijd voor hun man te koken.”

Bias

Wat die verwachtingen van vrouwen betreft is de parallel met Nederland gauw getrokken: “Dat speelt hier natuurlijk ook. We worden beperkt door culturele verwachtingen. Ooit voerde ik in Albert Heijn een gesprek met een andere moeder over ‘ons’ kinderdagverblijf. Een vrouw in de rij draaide zich om en maakte ons uit voor ‘slechte moeders’ – wie stuurt er nou haar kind naar de crèche?” Ook in haar carrière kreeg Bussemaker te maken met vooroordeel. “Het leek erop dat ik gepasseerd zou gaan worden voor een bepaalde functie omdat ik net getrouwd was. Die zal wel kinderen willen, is dan de gedachte. Ik probeer dat soort zaken bespreekbaar te maken en heb me altijd gerealiseerd dat kiezen en concessies doen erbij hoort.” Dat laatste is iets dat vrouwen volgens Bussemaker meer moeten leren. “Vrouwen deinzen hier vaak terug voor fulltime werken, terwijl dat commitment nodig is om de top te bereiken. Dat betekent dat je thuis niet overal bij kunt zijn.”

Ook mannen hebben veel te leren, bijvoorbeeld hoe je vrouwelijk gedrag interpreteert. Pipi Langkous is immers waarschijnlijk de énige vrouw die direct gelooft in eigen kunnen als zij iets niet eerder gedaan heeft. “Vrouwen twijfelen en hebben tijd nodig om na te denken over een nieuwe stap. Dat betekent niet automatisch nee.” Helaas betekent die twijfel vaak wel dat haar leidinggevende alvast op zoek gaat naar een andere kandidaat – want die interpreteert haar gedrag als angst of ontoereikendheid. “Realiseer je dat die bias er is, leer hoe je ermee om moet gaan.” Doe je dat niet, dan loop je veel moois mis. “Vrouwen helpen een land vooruit. In Tanzania zie ik dat het de vrouwen zijn die investeren in het algemeen belang zodra zij daar de middelen voor hebben, bijvoorbeeld in de opleiding van kinderen. Ook in Nederland zijn vrouwen aan de top en de lagen daaronder onmisbaar. Hun enorme betrokkenheid bij de organisaties waar ze werken, maakt hen tot stuwende kracht.”

Niet vrijblijvend

Twijfel mag dan een eigenschap zijn die veel vrouwen kenmerkt, zelf heeft Bussemaker daar niet veel last van. Toen zij in 2015 gevraagd werd als CEO bij NMB schrok ze niet terug voor de impact die haar nieuwe baan op haar eigen (gezins)leven zou hebben, en evenmin voor de enorme uitdaging van leidinggeven in een Afrikaans land. “Ik lag daar niet wakker van. Natuurlijk had ik zo’n mijn ideeën over wat je in Afrika meemaakt, en dat bleek ook te kloppen: zo krijg je wel eens te maken met corruptie. Daar moet je alert op zijn en soms is het best moeilijk te bepalen wie je kunt vertrouwen en wie niet – daarvoor ontwikkel je met de jaren een fingerspitzengefühl. En wat de impact op mijn gezin betreft: ik breng graag in de praktijk wat ik al mijn hele carrière andere vrouwen vertel: zeg niet nee, maar kijk wat mogelijk is. Vrouwen zeggen te vaak nee omdat ze denken dat het niet gaat met hun gezin, maar meestal is daar een mouw aan te passen. Een kwestie van overleg aan de keukentafel, zo deden wij dat ook.” Rond haar vertrek naar Dar es Salaam studeerden haar kinderen al en haar man, bestuurskundige, kon verschillende bestuursfuncties blijven verrichten. “Wel heeft hij eerder een vaste baan opgezegd en ik realiseer me hoe bijzonder dat is – in 95 procent van de gevallen zijn het vrouwen die een baan opgeven ten behoeve van hun man. Toch zie ik dat er echt iets verandert. Of het nou gaat om Nederland, Afrika of de VS, vrouwen krijgen meer voet aan de grond. Neem alleen al die verandering van de topstructuur van de Rabobank: in de groepsdirectie hebben vier vrouwen zitting, op een totaal van tien. Dat vind ik fantastisch.”

Maar alle ontwikkelingen ten spijt, vindt Bussemaker – achternicht Jet Bussemaker, de vrouw die aan de wieg stond van Stichting Topvrouwen – dat de doorstroom van vrouwen naar de top veel te langzaam gaat. “Wie denkt dat het vanzelf gaat, zit ernaast. We moeten doorstroom van vrouwen op verschillende manieren stimuleren, onder meer zoals de database op Topvrouwen.nl bewerkstelligt: de zichtbaarheid van hooggekwalificeerde vrouwen vergroten.” Met die reden staat ook Bussemaker zelf in de database. “Door te laten zien dat je er bent, geef je mannen de kans op een andere manier te kijken en te zoeken.” Vrijblijvend moet dat echter niet zijn, vindt ze. “Het is een goed begin dat we nu zeggen dat het streefcijfer van 30 procent vrouwen in 2020 bereikt moet zijn. Dat bedrijven zelf de regie houden, vind ik sterk. Het gaat absoluut de goede kant op en organisaties zetten stappen.” Maar lukt het niet, dan zijn er harde maatregelen nodig. “Een quotum, ja, in dat geval is het onvermijdelijk.”

Watertanden

Bij alle concerns is balans tussen feminiene en masculiene waarde hard nodig, vindt Bussemaker, maar in de financiële wereld nog eens extra. “Mannen zenden meer dan vrouwen, terwijl een goede bankier moet luisteren, verbinden en zoeken naar gezamenlijke oplossingen. Ik geloof in teams waarin mensen complementair aan elkaar zijn: de daadkrachtige naast de creatieveling, geflankeerd door zowel een gevoelsmens als een rationeel en cijfermatig type. Alleen met een brede blik ben je in staat goed in te spelen op ontwikkelingen die kansen bieden, zoals fintech en blockchain. Leiders moeten zichzelf kennen, pas dan kun je bewust op zoek naar iemand die niet je spiegelbeeld is.”

De topvrouwenkwestie speelt ook bij NMB, erkent Bussemaker. “In het managementteam ben ik de enige vrouw, in de board zijn dat twee vrouwen – Margaret Ikongo, een insurance professional, en ikzelf. Ik werk hard aan pijplijnmanagement, we stomen vrouwen klaar. In de komende twee jaar wil ik 2 andere vrouwen benoemen, dat is mijn stip op de horizon.” En als dat doel bereikt is, wat ligt er dan in het verschiet voor Bussemaker? “Ooit kom ik zeker terug naar Nederland. Maar wanneer en wat de volgende stap is, weet ik nog niet.” Even wegdromen bij de mogelijkheden dan maar: welke board staat niet te watertanden bij haar kennis van technologie en data? Wellicht zoekt Rabo-CEO Wiebe Draijer op termijn een opvolger, is dat iets? Ze schiet in de lach: “Zou kunnen. Of het wordt iets heel anders, een mooi fintech-bedrijf, bijvoorbeeld.”