Veelgestelde vragen

Heeft u een vraag of een probleem op het gebied van medezeggenschap? Leg het voor aan de bedrijfscommissie!

Heeft u over medezeggenschap een specifieke vraag? Of heeft u in uw organisatie een probleem op het gebied van medezeggenschap?

Gebruik het vragenformulier om uw vraag te stellen. Maar kijk eerst even bij de veelgestelde vragen. Misschien krijgt u hier al antwoord op uw vraag.

Het secretariaat van de Bedrijfscommissie probeert binnen twee werkdagen antwoord op uw vraag te geven.
Medezeggenschap
Kan voor afzonderlijke ondernemingen tezamen één OR worden ingesteld ?
Voor twee of meer ondernemingen die

  • door één ondernemer in stand worden gehouden
  • en waarin tezamen in de regel ten minste 50 personen werkzaam zijn,

kan een gemeenschappelijke OR ingesteld worden.
Voorwaarde: dit is bevorderlijk voor een goede toepassing van de WOR in de betrokken ondernemingen.

Ook voor twee of meer ondernemingen waarin


  • tezamen in de regel ten minste 50 personen werkzaam zijn
  • en die in stand worden gehouden door in een groep verbonden ondernemers, kan een gemeenschappelijke OR ingesteld worden (zie artikel 3 WOR).

     

Wat doet de or bij een conflict over medezeggenschap?

Heeft u als or een conflict waar u zelf niet uitkomt, bijvoorbeeld met de bestuurder?

Meer dan de helft van de or’s heeft tijdens hun zittingstermijn conflicten waar zij zelf niet uitkomen. De Bedrijfscommissie biedt bemiddeling bij deze conflicten over medezeggenschap. De Bedrijfscommissie wil daarnaast via voorlichting conflicten voorkomen. Daarom heeft de commissie een tool ontwikkeld die or’s zelfstandig kunnen inzetten om een conflict op te lossen.

Als uw or een conflict heeft en u komt er zelf niet uit, gebruik dan dit hulpmiddel. U doorloopt drie stappen. In de eerste ronde bespreekt u met uw or de partijen die u kunnen helpen. De tool geeft die vier partijen overzichtelijk weer: de rechter, de Bedrijfscommissie, de or-adviseur en de mediator. De tweede ronde gaat over hun werkwijze: welke sluit aan bij wat u nodig heeft? Het hulpmiddel geeft van iedere partij aan hoe zij werken en wat dat u oplevert. Zo maakt u een bewuste keuze. In de derde ronde beslist u als or wat u gaat doen en maakt u afspraken.

Wanneer is een OR verplicht?
De ondernemer die een onderneming in stand houdt waarin in de regel ten minste 50 personen werkzaam zijn, is verplicht een ondernemingsraad in te stellen. In de regel 50 personen betekent dat over het gehele jaar genomen in de meeste perioden 50 of meer personen werkzaam zijn in de onderneming. Een ondernemer kan ook verplicht zijn een OR in te stellen op grond van een collectieve arbeidsovereenkomst of een door een publiekrechtelijk orgaan vastgestelde regeling van arbeidsvoorwaarden (zie artikelen 2 en 5a WOR).
Wat is een ‘onderneming’ in de zin van de WOR?
Het begrip “onderneming” in de WOR is niet gelijkluidend aan het begrip onderneming in andere wetten en het dagelijks spraakgebruik. Artikel 1 WOR definieert het begrip onderneming als: “elk in de maatschappij als zelfstandige eenheid optredend organisatorisch verband waarin krachtens arbeidsovereenkomst of krachtens publiekrechtelijke aanstelling arbeid wordt verricht.” Kortom, iedere arbeidsorganisatorische eenheid die zich in het maatschappelijk verkeer als zelfstandige eenheid presenteert, is een onderneming in de zin van de WOR. Voorbeelden zijn een fabriek, een winkel, een kantoor, een filiaal.
Wat zijn de voorwaarden voor een gemeenschappelijke OR van afzonderlijke ondernemingen?

Voor twee of meer ondernemingen die:

  • door één ondernemer in stand worden gehouden
  • en waarin tezamen in de regel ten minste 50 personen werkzaam zijn,

kan een gemeenschappelijke OR ingesteld worden.

Ook voor twee of meer ondernemingen waarin

  • tezamen in de regel ten minste 50 personen werkzaam zijn
  • en die in stand worden gehouden door in een groep verbonden ondernemers,

kan een gemeenschappelijke OR ingesteld worden (zie artikel 3 WOR).
Deze gemeenschappelijke OR is te beschouwen als een gewone OR.

 

Wie tellen er mee voor het criterium "in de onderneming werkzame personen"?
Met “in de onderneming werkzame personen” worden, kort samengevat, bedoeld (zie artikelen 1 en 6 WOR):

  • de werknemers dan wel ambtenaren die werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst respectievelijk publiekrechtelijke aanstelling. Hierbij maakt het niet uit of de arbeidsovereenkomst/aanstelling voor bepaalde of onbepaalde tijd is en ook niet of het dienstverband parttime of fulltime is.
  • de uitzendkrachten die ten minste 24 maanden werkzaam zijn bij de inlener. Deze uitzendkrachten tellen bij de inlener mee als “in de onderneming werkzame personen”.
  • de uitzendkrachten, werknemers dan wel ambtenaren die elders dan in de eigen onderneming zijn tewerkgesteld. Deze uitzendkrachten en gedetacheerden tellen bij de uitlener mee als “in de onderneming werkzame personen”.
  • de groep “in de onderneming werkzame personen” kan nog verder worden uitgebreid op door middel van een afspraak tussen ondernemer en ondernemingsraad (groepsgewijze uitbreiding).
Bedrijfscommissies
Welke bedrijfscommissie is bevoegd?

De bevoegdheden van de bedrijfscommissies strekken zich uit tot bepaalde sectoren van het bedrijfsleven. In de regel kan aan de hand van de bedrijfsactiviteiten van de onderneming en de instellingsbesluiten van de bedrijfscommissies vastgesteld worden welke bedrijfscommissie bevoegd is. Daarnaast behoort de naam van de bevoegde bedrijfscommissie in het reglement van de ondernemingsraad opgenomen te zijn bij de begripsbepalingen. Klik op onderstaande links om vast te kunnen stellen onder welke bedrijfscommissie uw onderneming valt.

  • BC Markt I
  • BC Markt II

Biedt dit geen uitkomst, dan kan bij het secretariaat van beide bedrijfscommissies navraag worden gedaan.


Welke stukken moeten ter registratie worden gestuurd naar de bedrijfscommissie?

Volgens de WOR dienen de volgende stukken (voor zover daar sprake van is) ter registratie te worden toegezonden aan de bedrijfscommissie:

  • het besluit van de ondernemer om vrijwillig een OR in te stellen of een vrijwillig ingestelde OR op te heffen (artikel 5a, lid 2 WOR)
  • de ondernemingsovereenkomst, waarin extra bevoegdheden aan de OR zijn toegekend (artikel 32, lid 2 WOR)

Let op: De bedrijfscommissie hoeft niet geïnformeerd te worden over (tussentijdse) verkiezingen, uitslagen en samenstellingen van de OR. Tot voor kort waren OR’en wel verplicht het (voorlopig) OR-reglement en het OR-jaarverslag aan de bedrijfscommissie ter registratie toe te sturen. De verplichte registratie van deze documenten is in 2013 afgeschaft. Vooralsnog blijft de bedrijfscommissie ontvangen reglementen en jaarverslagen echter wel registreren. U kunt deze documenten eenvoudig ter registratie aanbieden via de website van de bedrijfscommissie onder Registratie/Registratieformulier


Zijn er kosten aan verbonden?

Er zijn geen kosten verbonden aan het indienen en de behandeling van een bemiddelingsverzoek bij de bedrijfscommissie. Ook de registratie en de vraagbaak zijn kosteloos. Eventuele kosten voor (rechts)bijstand en reiskosten zijn voor eigen rekening.

Op welke wijze kan een bemiddelingsverzoek worden ingediend bij een bedrijfscommissie en hoeveel tijd neemt de behandeling gemiddeld in beslag?

Het indienen van een verzoek om bemiddeling bij geschillen op het gebied van medezeggenschap is relatief eenvoudig en vereist weinig voorschriften. Een verzoek om bemiddeling behoort in ieder geval schriftelijk te worden ingediend en bevat (zoveel als mogelijk) de volgende punten:

  • een (nadere) omschrijving van de partijen;
  • een heldere beschrijving van het tussen partijen bestaande geschil;
  • hetgeen de verzoekende partij beoogt te bereiken; en
  • het (de) wetsartikel(en) waarop de verzoekende partij zich meent te kunnen beroepen.

Het is afhankelijk van de omstandigheden hoelang de behandelingstermijn van een bemiddelingsverzoek duurt. De gemiddelde behandelingstermijn van een bemiddelingsverzoek (waarbinnen ook een zitting valt) is ruim twee maanden. Er kan echter bij partijen ook behoefte bestaan aan een ‘verkorte’ behandeling. In overleg met het secretariaat van de bedrijfscommissies kan hierom worden verzocht. Omgekeerd komt het daarnaast ook voor dat partijen tijdens het bemiddelingstraject (opnieuw) met elkaar in gesprek komen over een (mogelijke) oplossing, waardoor het traject (tijdelijk) wordt opgeschort.

De procedure van de behandeling van een bemiddelingsverzoek is opgenomen in de SER-Verordening op de bedrijfscommissies. De bedrijfscommissies Markt I en Markt II hebben ieder een Scholingskamer ingesteld, voor de beantwoording van vragen en behandeling van geschillen over scholing en vorming van OR-leden. Hiervoor geldt een afzonderlijke, verkorte procedure, tevens opgenomen in de genoemde verordening.

Voor het indienen van een bemiddelingsverzoek kan gebruik worden gemaakt van een formulier op de website.


Wat is een bedrijfscommissie?

De belangrijkste taak van een bedrijfscommissie is het bemiddelen bij geschillen tussen (met name) de ondernemingsraad en de ondernemer. Maar ook andere belanghebbenden kunnen partij zijn in een geschil bij de bedrijfscommissie, zoals een of meerdere medewerkers in een onderneming, een kandidaat OR-lid, een individueel OR-lid, een vakbond etc..

Vraagbaak

Naast de bemiddelingsrol geven de bedrijfscommissie voorlichting en functioneren ze als vraagbaak. Via de vraagbaak biedt de bedrijfscommissie aan een ieder beantwoording van algemene vragen over medezeggenschap, de Wet op de ondernemingsraden (WOR) en de (bemiddelingsprocedure bij) de bedrijfscommissie. Ten slotte heeft de bedrijfscommissie ook enkele registratieve taken, waaronder het registreren van afgesloten ondernemingsovereenkomsten.