Publicatie

Bemiddelingsverzoek MI 23.004

Een jaar na de overname door een Amerikaans bedrijf blijkt dat de bestaande bonusregeling in Nederland met terugwerkende kracht veranderd wordt. Partijen zijn verdeeld over de vraag of de or instemmingsrecht heeft over deze wijziging. De or heeft intussen de nietigheid van het besluit ingeroepen.

Datum indiening:
27 februari 2023
Verzoeker:
or
Onderwerp:
wijziging van een bonusregeling zonder instemming van de or
Trefwoorden:
arbeidsvoorwaarden, bonusregeling, beoordelingsregeling, instemmingsrecht, toerekening, medeondernemerschap, artikel 27 lid 1 aanhef onder c WOR, nietigheid
Afhandeling:
bemiddelingszitting

De Bedrijfscommissie constateert allereerst dat de bestuurder en de or binnen deze onderneming goed met elkaar in overleg zijn, waardoor er niet bemiddeld hoeft te worden. Zowel de or als de bestuurder willen wel graag duidelijkheid over het instemmingsrecht op dit punt. Daarnaast zijn ze op zoek naar handvatten voor het omgaan met toekomstige wijzigingen van regelingen vanuit het Amerikaanse moederbedrijf waarop de Nederlandse bestuurder geen invloed heeft.

De Bedrijfscommissie constateert ten eerste dat de ondernemingsraad om instemming gevraagd had moeten worden, omdat de grondslag voor het toekennen van een bonus veranderd. De vraag is wie er om instemming had moeten vragen, de Nederlandse bestuurder of de Amerikaanse moeder.
Daarom onderzoekt de Bedrijfscommissie of dit besluit toegerekend kan worden aan de Nederlandse bestuurder of dat er sprake is van medeondernemerschap van de Amerikaanse moeder.

Voor toerekening gelden de volgende criteria:

  • het besluit van de moederonderneming grijpt rechtstreeks of specifiek in op de dochteronderneming,
  • er is sprake van een bijzondere zeggenschapsrelatie tussen de moederonderneming en de dochteronderneming,
  • de dochteronderneming is in staat om zelfstandig een besluit te nemen

Met name het gegeven dat de Nederlandse bestuurder niet zelfstandig een besluit kan nemen en dat de moederonderneming zich nadrukkelijk inmengt in de bedrijfsvoering, leidt tot de vaststelling dat er in deze zaak sprake is van medeondernemerschap en dat de Amerikaanse moeder de Nederlandse or om instemming had moeten vragen.

De Bedrijfscommissie constateert vervolgens dat het instemmingsrecht van de or is geschonden, dat de wettelijke procedure die geldt bij instemmingszaken niet is gevolgd, dat de bestuurder uitvoering heeft gegeven aan het besluit zonder instemming dan wel vervangende toestemming en dat de or zijn nietigverklaring niet heeft ingetrokken. Het genomen besluit is daarom nietig en niet rechtsgeldig.

De Bedrijfscommissie adviseert partijen om in elk geval de bonus over 2022 volgens de oude regeling uit te keren. Daarnaast adviseert de Bedrijfscommissie om zo snel mogelijk met elkaar in gesprek te gaan over noodzakelijke wijziging van de regeling voor de komende jaren en daarbij zonodig een externe expert te betrekken.


Er kunnen geen rechten worden ontleend aan dit bericht/deze tekst. Deze geanonimiseerde samenvatting van een bemiddelingsadvies van de bedrijfscommissie wordt gepubliceerd om inzage te geven in de aard van het uitgebrachte advies. Met deze publicatie wordt geen jurisprudentievorming beoogd, aangezien de commissie steeds met maatwerkoplossingen komt, gericht op het(/de) specifieke (omstandigheden van het) geval.