Publicatie

Bemiddelingsverzoek BC Markt I 19.007

In 2005 is er in het bedrijf een winstdelingsregeling getroffen in aanvulling op het bepaalde in de CAO. Deze CAO biedt daarvoor de ruimte. De vraag ligt voor of deze regeling (de Excedentregeling) in 2017 is gewijzigd.

Sector: Metalektro 

Kern van het geschil

In 2005 is er in het bedrijf een winstdelingsregeling getroffen in aanvulling op het bepaalde in de CAO. Deze CAO biedt daarvoor de ruimte. De vraag ligt voor of deze regeling (de Excedentregeling) in 2017 is gewijzigd. In dat jaar leek op grond van de tekst van de Excedentregeling geen winstuitkering mogelijk, maar vond deze wel plaats. De bestuurder heeft dat gemotiveerd tijdens een overlegvergadering en de ondernemingsraad is van mening dat dit een precedent schept en dat daarmee de Excedentregeling inhoudelijk is gewijzigd. Dit is relevant omdat er in 2018 geen winstuitkering plaats heeft gevonden en de ondernemingsraad met een beroep op de gewijzigde Excedentregeling aanvoert dat deze wel had moeten worden verleend. De bestuurder voert aan dat hetgeen tijdens de overlegvergadering is besproken betrekking had op een uitzonderlijke situatie in 2016, maar dat dit geen structurele wijziging van de regeling betreft.
Daarnaast voert de ondernemingsraad aan dat in zijn algemeenheid tussen ondernemingsraad en bestuurder gemaakte afspraken door de bestuurder slecht worden nageleefd/uitgevoerd.

Bemiddelingszitting en advies van de Bedrijfscommissie

De bedrijfscommissie is gevraagd een uitspraak te doen over de vraag of de (tekst van de) Excedentregeling inhoudelijk is gewijzigd en komt tot de conclusie dat onvoldoende is aangetoond dat de regeling is gewijzigd. Tijdens de betreffende overlegvergaderingen is door de bestuurder toegelicht waarom over het jaar 2016 tot uitkering van de extra jaarlijkse winstuitkering kon worden besloten. Uit de notulen blijkt niet dat een van beide partijen daarbij heeft aangegeven dat dit zou betekenen dat dit een nieuwe, andere, wijze van interpretatie van de Excedentregeling betreft.
Uit de bewoordingen van de verslaglegging kan worden afgeleid dat er sprake is van de uitvoering van de tekst van de Excedentregeling, waarbij wordt toegelicht waarom welke posten wel en welke posten niet worden meegenomen in het netto resultaat. Ook bevat het verslag niet de gezamenlijke conclusie van partijen dat de tekst van de Excedentregeling vanaf dat moment wordt gewijzigd. De bedrijfscommissie vindt bovendien steun voor dit oordeel in de namens bestuurder gemaakte opmerkingen tijdens de zitting, dat ook bij de vaststelling van het netto resultaat over het jaar 2018 op dezelfde wijze bepaalde posten buiten beschouwing worden gelaten, hetgeen door de ondernemingsraad niet is betwist.

Advies over nieuwe regeling

Bestuurder heeft aangegeven dat bovengenoemde discussie uitsluitend nog relevant is ten aanzien van de winstuitkering over het jaar 2018, omdat hij voornemens is een nieuwe Excedentregeling vast te stellen. In dat verband geeft de bedrijfscommissie partijen nog een advies mee. De CAO staat toe om ter zake in een onderneming in gunstige zin af te wijken van het bepaalde in de CAO. Een dergelijke afspraak moet worden gemaakt in overleg met de betrokken vakvereniging(en) en geadviseerd wordt om dit overleg te voeren ten aanzien van de nieuwe regeling. Daarbij is het verstandig om de nieuwe regeling voor te bereiden in het gesprek tussen de ondernemingsraad en de bestuurder.

Overige kwesties tijdens de bemiddelingszitting

De bedrijfscommissie constateert ter zitting dat er het nodige kan verbeteren aan de onderlinge samenwerking tussen bestuurder en ondernemingsraad. Een deel van de problemen is te herleiden tot gebrekkige communicatie. Een ander deel van de problemen vloeit voort uit een gebrekkig vertrouwen, met name van de zijde van de ondernemingsraad richting de bestuurder. Maar ook omgekeerd is er gebrek aan vertrouwen bij de bestuurder richting de ondernemingsraad, daar waar het om de doelmatigheid van verzoeken om informatie gaat. Hierbij geeft de bedrijfscommissie aan dat in beginsel de ondernemingsraad bepaalt welke informatie hij nodig heeft en dat de bestuurder verplicht is deze te verstrekken. Als er vraagtekens worden gesteld bij de doelmatigheid van een verzoek wordt geadviseerd dit tijdig met elkaar te bespreken, zodat dit niet vertragend werkt op de tijd die de ondernemingsraad na verstrekking van de informatie ter beschikking staat voor de bestudering en toepassing van de informatie.

Ter zitting is uitgebreid ingegaan op hoe de problemen kunnen worden aangepakt. Daarbij hebben partijen, in samenspraak met de bedrijfscommissie, met elkaar afspraken gemaakt ter verbetering van de samenwerking in de komende periode. Deze afspraken zijn thans nog richtinggevend. In de komende periode zullen partijen de afspraken nader invullen en uitvoeren.

De bedrijfscommissie adviseert partijen om regelmatig op informele wijze overleg te voeren tussen bestuurder en dagelijks bestuur van de ondernemingsraad. Tijdens een dergelijk overleg kan worden besproken wat er zoal speelt bij de bestuurder en bij de ondernemingsraad. Zo kunnen partijen beter met elkaar meedenken over actuele kwesties.

Er kunnen geen rechten worden ontleend aan dit bericht/deze tekst. Deze geanonimiseerde samenvatting van een bemiddelingsadvies van de bedrijfscommissie wordt gepubliceerd om inzage te geven in de aard van het uitgebrachte advies. Met deze publicatie wordt geen jurisprudentievorming beoogd, aangezien de commissie steeds met maatwerkoplossingen komt, gericht op het(/de) specifieke (omstandigheden van het) geval.

Trefwoorden: vertrouwen, communicatie, informatieverstrekking, samenwerking or bestuurder