Naar een vernieuwd sociaal contract met zicht op een gedeelde toekomst

Toespraak Kim Putters bij de Nacht van de Leefomgeving 2023 op 14 september 2023.

Het gesproken woord geldt.


Er lijkt een mismatch te zijn: lange termijn transities en de crises in het ‘hier’ en ‘nu’. Aandacht voor de transities op het gebied van de leefomgeving, zoals energie, klimaat, natuur, landbouw en woningbouw vragen om een lange termijn visie, koersvastheid en een structurele breed gedragen aanpak. Ze vragen niet om een crisisaanpak.

We hebben net van het PBL gehoord wat de staat van de leefomgeving is. [1] Hoewel er op het gebied van klimaataanpak veel progressie is geboekt, lijkt dat op andere dossiers moeizamer te verlopen. Dit terwijl het gevoel van urgentie nooit zo hoog is geweest als nu. Het was de warmste zomer ooit gemeten. Hevige bosbranden in Europa, smeltende gletsjers en het ijs op de Noordpool verdwijnt sneller dan gedacht. Maar ook het verlies aan biodiversiteit wordt breed uitgemeten in de media, net als het tekort aan (betaalbare) woningen.

Hoe alarmerend de staat van de leefomgeving ook is, er is ook hoop en optimisme nodig. En daar is ook reden toe, zeker als je ziet wat er aan klimaatmaatregelen aankomt vanuit Brussel en Den Haag. Denk aan het ETS systeem: de prijs die grote uitstoters moeten betalen voor de CO2 die ze uitstoten. Of neem de afspraak dat vanaf 2030 elke nieuw verkochte auto schoon moet zijn. Hoop en optimisme kunnen ons helpen om uit de klimaatcrisis – én crisisstand - te komen.

Crises leiden tot blikvernauwing, we overschatten de korte termijn en onderschatten de effecten op de lange termijn. En doordat we soms doelen opleggen die overkomen als een zwaard van Damocles zonder realistisch transitiepad wordt dit gevoel versterkt. Denk aan het vastgelopen landbouwakkoord. 

Transities – zoals die op het gebied van de leefomgeving -  moeten niet als crisis aangepakt worden, maar juist heel gestructureerd. Om deze enorme uitdagingen aan te kunnen gaan is een lange termijnvisie, gezamenlijke dialoog en commitment nodig; een beeld van hoe de economie en samenleving van de toekomst eruit ziet. Er is ambitieus, stabiel en faciliterend overheidsbeleid nodig.

Om door de volgende generaties als goede voorouders te worden gezien moeten we nadrukkelijker een aantal vragen beantwoorden: Hoe willen we straks wonen, leven en werken? Hoe zorgen we ervoor dat een economie die gericht is op brede welvaart op een goede manier geworteld is in de samenleving waarin iedereen meedoet en binnen de planetaire grenzen past? Hoe veranderen we onze economische, maatschappelijke en politiek-bestuurlijke systemen om daar te kunnen komen?

Samen oplopen

Om op deze vragen een antwoord te formuleren, moeten we ook luisteren naar de mensen die amper gehoord worden: ‘het stille midden’, mensen elders in de wereld en toekomstige generaties. Dat moeten we niet alleen aan de politiek overlaten. Goede samenwerking tussen overheden, bedrijven en burgers is onmisbaar voor het draagvlak in de uitvoering, en ook om de lusten en lasten rechtvaardig te verdelen.

Hier ligt een mooie rol voor de Sociaal Economische Raad. Bij de SER komen werkgeversorganisaties samen met vakbonden, met onafhankelijke deskundigen en steeds vaker met talrijke andere belangengroepen. Ook praten en beslissen jongeren sinds 2015 mee via het SER-Jongerenplatform. En vanaf deze zomer komen er extra zetels voor vertegenwoordigers van zelfstandigen, om de veranderende arbeidsmarkt recht te doen.

Bij het Energieakkoord en Klimaatakkoord waren de natuur- en milieuorganisaties betrokken.

Het voordeel van maatschappelijke akkoorden zou moeten zijn dat onuitvoerbare maatregelen er niet door komen. Dat vergt wel een betere wisselwerking met de politiek. Politiek is niet een extra hoepel of lastig, maar een arena waarin waarden afgewogen worden. Zeker als het gaat om botsende waarden zoals rechtvaardigheid versus veiligheid of doelmatigheid versus solidariteit. Het is belangrijk dat de politiek over die weging in een open debat spreekt, zodat burgers de worsteling ook meekrijgen. Als maatregelen wel uitvoerbaar zijn, maar onrechtvaardig uitpakken, bijvoorbeeld voor middengroepen, dan is het noodzakelijk voor het vertrouwen van burgers in onze democratische rechtstaat dat daarover politieke discussie plaatsvindt. Denk aan de compensatie van hoge energierekeningen afgelopen winter.

Maatschappelijke akkoorden kunnen niet zonder politiek vertrouwen. De dialoog tussen politiek en samenleving zal daarom versterkt moeten worden. Het gaat erom dat de politiek en polder met elkaar blijven ‘ademen’ en voorkomen dat ze elkaars tegenstander worden.

Polder is meer dan het sluiten van akkoorden

De polder is meer dan het sluiten van akkoorden, het is platform voor dialoog, overleg, advies en gezamenlijke implementatie, waarbij maatschappelijke partijen hun verantwoordelijkheid nemen. Van het adviseren over arbobeleid tot het ondersteunen van medezeggenschap of leven lang ontwikkelen. De polder kan een vraagstuk verder brengen. De complementariteit van onze polder en politiek hoort het hart van ons bestuur te zijn. En het perspectief van burgers, inclusief ondernemers, hoort het hart van het debat te zijn.

Als je met elkaar oploopt, doelen stelt en realistische paden formuleert om ambities en doelstellingen te behalen, dan is het van belang dat er een richtsnoer is waarlangs je belangen weegt. Een rechtvaardige transitie kan een mooi antwoord zijn. De WRR stelde onlangs in het rapport ‘Rechtvaardigheid in klimaatbeleid. Over de verdeling van klimaatkosten’ dat rechtvaardigheid net als doelmatigheid en rechtmatigheid, een belangrijke pijler moet zijn van het Nederlandse klimaatbeleid.[2] Als de verdeling van klimaatkosten niet als rechtvaardig wordt ervaren, dan komt het draagvlak voor het klimaatbeleid onder druk.

Onderdelen van de rechtvaardige transitie zijn dus meer bestaanszekerheid, duurzame economische ontwikkeling en een eerlijke verdeling van lusten en lasten. Bij elkaar opgeteld kan brede welvaart leidend zijn om een rechtvaardige transitie in te vullen.

Brede welvaart leidend om rechtvaardige transitie in te vullen

Binnen de SER definiëren we brede welvaart als people, planet, profit, hier en nu, maar ook later en elders. Dus, dat welvaart naast de financieel-economische dimensie, ook een sociaal-maatschappelijke en ecologische dimensie heeft. Toename van het BBP betekent niet automatisch dat iedereen ook beter af is en gezonder wordt, en ook niet dat de kwaliteit van de leefomgeving verbetert. Het is continu zoeken naar balans tussen de economische, sociale en ecologische dimensies. Denk aan bijvoorbeeld de toekomstige landbouw in ons land. Dat  gaat niet alleen over koeien en stikstof, over land of geld. Het is ook een sociaal vraagstuk en  het raakt de leefbaarheid van regio’s.

Het is voor brede welvaart afwegingen van belang dat ook kennis en belangen die raken aan economie, natuur en samenleving gelijkwaardig aan tafel zitten. Zoals het PBL en het SCP -  naast het CPB en DNB - sinds de vorige verkiezingen deelnemen in de Studiegroep Begrotingsruimte die een nieuw kabinet over de regels bij het verdelen van de rijksmiddelen adviseert.

Brede welvaart is dus een gezamenlijke zoektocht, met u, hoe we dit concreet werkbaar maken. Graag doe ik vanavond de oproep aan u allen om samen met de SER de rechtvaardige transitie verder te brengen.

Realistische transitiepaden

Sectoren moeten de ruimte krijgen om te veranderen en toekomstbestendig te worden. Denk bijvoorbeeld aan de zeven transitiepaden die de SER schetste in de verkenning over de landbouw.[3]Het verdienvermogen van de boer en scholingsmogelijkheden van werknemers binnen de sector verdienden daarbij bijzondere aandacht. Of denk aan een ondernemer in de installatiebranche die met het installeren van duurzame en brandveilige warmtepompen Nederland klaar maakt voor de toekomst en geholpen is met stabiliteit in beleid zodat het uitvoerbaar wordt voor alle spelers in deze branche.

Brede welvaart dus. Om te zorgen voor realistische transitiepaden en commitment kan de polder een belangrijke rol spelen.

Lange termijn visie

Ook is het noodzakelijk om te blijven werken aan een betrouwbare, samenhangende en langjarige aanpak en visie. Denk bijvoorbeeld aan de 900.000 woningen die we de komende jaren willen bouwen. Maak die meteen klimaatneutraal, circulair en generatieproof, zodat deze klaar zijn voor de samenleving en economie van 2050. Of denk aan de verduurzaming van onze binnenvaart, waarin niet alleen aandacht zou moeten zijn voor circulair ontwerp, maar ook voor klimaatneutrale schepen en de nodige infrastructuur voor laadstations.

Er zijn ijkpunten en vergezichten nodig, omdat dat mensen bij elkaar brengt en zorgt voor gezamenlijk innovatief vermogen. Er is een sterker, rechtvaardiger en meer verbindend verhaal nodig over het goede leven in ons land, over duurzaamheid en inclusie, welke offers dat van iedereen vraagt, en hoe we ervoor zorgen dat niemand door de sociale basis zakt.

Vernieuwd sociaal contract

Dus: wie welk deel bijdraagt en welke verschillen we in het licht van de brede welvaart rechtvaardig vinden. Dat noem ik de kern van een vernieuwd sociaal contract met zicht op een gedeelde toekomst. Dit vernieuwde sociaal contract, waar nu gelukkig ook politiek veel aandacht voor bestaat, gaat niet alleen over de relatie burger-overheid, maar ook over burger-samenleving-bedrijven-overheid.

Bouwstenen om hieraan te werken zijn onder meer[4]: 1) Meer burgerbetrokkenheid bij het proces. Denk aan burgerberaden, referenda en andere vormen die representatieve democratie aanvullen. 2) Mensgericht handelen op alle niveau’s, zodat energiebeleid bijvoorbeeld ook de effecten van armoede meeneemt en 3) Een sociale basis voor iedereen. Mensen moeten volwaardig deel kunnen nemen aan de samenleving, en kunnen rekenen op bescherming en steun.

Kruispunt

We staan op een kruispunt. Willen we een economie, waarin iedereen de schaarse middelen, menskracht en natuurlijke hulpbronnen in zijn eigen belang probeert te bevechten? Of willen we een overlegeconomie, waarbij we proberen rechtvaardige keuzes te maken zodat iedereen de grote transities in de samenleving kan meemaken? Ik geloof in de overlegeconomie. Dit vormt de basis van ons sociaal contract.

We lopen samen op om vooruit te komen in dit land: de overheid, de markt en maatschappelijke organisaties. Dat is broodnodig, gezien de grote uitdagingen van deze tijd. Het is nu de kunst om niet stil te blijven staan en de hordes te nemen op weg naar een meer duurzame en inclusieve samenleving. We pakken vanuit de SER de handschoen graag op, ook met de kennisinstellingen zoals het PBL. Doet u mee? 


  1. PBL (2023) Balans van de Leefomgeving 2023.
  2. WRR (2023) Rechtvaardigheid in klimaatbeleid. Over de verdeling van klimaatkosten.
  3. SER (2021) Naar duurzame toekomstperspectieven voor de landbouw.
  4. Zie voor meer informatie over de bouwstenen de afscheidslezing van Kim Putters bij het Sociaal en Cultureel Planbureau: Bijlagen afscheidsbijeenkomst Kim Putters | Toespraak | Sociaal en Cultureel Planbureau (scp.nl)