Zie jij het perspectief van de ander binnen de medezeggenschap?

Toespraak Kim Putters bij de bijeenkomst ‘Zie jij het perspectief van de ander binnen de medezeggenschap?’

27 februari 2024

Het gesproken woord geldt.


Beste aanwezigen,

Het is mij een eer om de afsluitende bijeenkomst van de Maand van de Medezeggenschap te openen. Ik vind het belangrijk om hier een bijdrage aan te leveren.

Niet alleen omdat het bevorderen van de medezeggenschap één van de bestuurlijke en wettelijke taken is van de SER, maar vooral omdat ik medezeggenschap zie als een noodzakelijk middel om maatschappelijke vraagstukken en uitdagingen waar we voor staan, ook op organisatieniveau aan te pakken.

De maand van de medezeggenschap staat in het teken van strategische medezeggenschap. Vandaag staat de vraag centraal: Zie jij het perspectief van de ander binnen de medezeggenschap? Er is in Nederland sprake van toenemende tegenstellingen tussen grote groepen in de samenleving. Daarom is maatschappelijke verbinding en de kernvraag van vandaag, belangrijker dan ooit. Dat is namelijk precies waar het om gaat: zie het perspectief van de ander en probeer samen tot betere besluitvorming met meer draagvlak te komen. Dat is een verantwoordelijkheid van de politiek, maar ook van organisaties.

Ik wil deze ochtend graag iets vertellen over de maatschappelijke uitdagingen waar we in Nederland, maar ook elders voor staan en waarom het belangrijk is dat niet alleen de politiek, maar ook jullie als ondernemingsraadleden, bestuurders, toezichthouders en medezeggenschapsprofessionals hier actief mee aan de slag gaan. Hierbij wil ik vooral ook het belang van toekomstgerichte medezeggenschap benadrukken. Medezeggenschap die gericht is op de lange termijn, waarbij de toekomstbestendigheid van organisaties, maar ook de maatschappij en leefomgeving centraal staan. Maar wat verstaan we hier nu onder? Hierover gaan we uiteraard straks verder met elkaar in gesprek, maar ik geef hier graag al mijn ideeën mee.

Vraagstukken als verduurzaming, woningnood, arbeidsmarktkrapte, sociale innovatie, globalisering, migratie, digitalisering, diversiteit en inclusie, zijn niet alleen vraagstukken waar de politiek zich mee bezig moet houden, maar vragen ook om veranderkracht binnen organisaties.

Ging het vroeger bij organisaties vooral om een zo hoog mogelijke economische groei en was er minder oog voor de mens en zijn omgeving, vandaag de dag moet de groei ook duurzaam en inclusief zijn. We noemen dit verantwoord ondernemen. Verantwoord ondernemen is niet een “nice to have”, maar een “need to have”, een noodzaak. En niet alleen omdat Europese wetgeving, zoals bijvoorbeeld rondom CO2-reductie dit van ons vraagt. We zien dagelijks de gevolgen van een veranderend klimaat. We hoeven in Nederland alleen maar te kijken naar het recente gevecht tegen de hoge waterstanden van onze rivieren in januari, elders zien we een enorme toename aan bosbranden, tornado’s en andere natuurrampen.

Omdat verantwoord ondernemen een noodzaak is heeft de SER recentelijk zijn doelstelling gewijzigd. Naast de sociale en economische dimensies is de ecologische dimensie toegevoegd. Deze dimensies vormen samen de bouwstenen voor brede welvaart. Brede welvaart voert veel verder dan alleen economische groei. Het gaat ook om welzijn: het hebben van gelijke kansen, een gezonde leefomgeving, sociale contacten, bestaanszekerheid, toegankelijke goede zorg en onderwijs. Daarbij moeten we verder kijken dan Nederland en de korte termijn. Dat het is gelukt om met de vertegenwoordigers van de werknemers en de werkgevers deze doelstelling te wijzigen, is iets om trots op te zijn. Het betekent namelijk dat werkend Nederland (de vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers) aan de politiek en samenleving laat weten dat de samenleving, economie en het milieu met elkaar in balans moeten zijn, en dat inspanningen daarop gericht moeten zijn met het oog op de lange termijn en de toekomstige generaties.

Uiteraard ben je er niet met het wijzigen van de doelstelling. Daarom is er hard gewerkt aan de toekomstvisie Perspectief op brede welvaart in 2040, bouwen aan de economie van de toekomst en is deze aangeboden aan de informateur. De SER komt hierin met aanbevelingen op drie gebieden: waardig werk en inkomenszekerheid, verdienvermogen en natuur en ruimte. De werkagenda van de SER wordt ook op deze drie gebieden aangepast. Op alle drie genoemde terreinen speelt toekomstgerichte medezeggenschap een rol.

Adviezen van de SER hebben niet alleen betrekking op het hier (Nederland) en het nu, maar ook op elders en later. Zo kan een advies over verduurzaming ook consequenties hebben voor de leefomstandigheden elders. Om een voorbeeld te noemen: voor elektrische auto’s zijn lithium batterijen nodig. In landen als Bolivia, Argentinië en Chili waar lithium op een grootschalige manier gewonnen wordt, leidt dit tot watervervuiling en watertekorten en wordt de lokale bevolking vaak hard getroffen. De zorgen in Bolivia, Argentinië en Chili moeten ook onze zorgen zijn, anders verplaatsen we de milieuproblematiek alleen maar, zonder het op te lossen. We hebben maar één planeet aarde en daar zijn we met zijn allen verantwoordelijk voor.

Naast klimaatveranderingen zien we in Nederland een toenemende mate van polarisatie ontstaan. Veel Nederlanders hebben het goed, maar een steeds grotere groep voelt zich niet gezien en gehoord. Mensen die de eindjes moeilijk aan elkaar kunnen knopen, die geen betaalbare woning kunnen vinden, die zorg mijden en het vertrouwen in de politiek al lang hebben verloren. Zo raakt de Nederlandse samenleving steeds meer verdeeld. Deze polarisatie kan een gevaar voor onze democratie vormen, en tegelijkertijd kan het een belemmering zijn bij het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Polarisatie leidt namelijk tot weerstand en weerstand staat noodzakelijke verandering in de weg. En ook voor sociale vraagstukken geldt dat we verder moeten kijken dan onze landsgrenzen.

Wat heeft brede welvaart met medezeggenschap te maken? Alles als je het mij vraagt. Het is van essentieel belang dat je belanghebbenden betrekt bij belangrijke besluitvormingsprocessen die van invloed zijn op onze welvaart en welzijn. Het betrekken van belanghebbenden of stakeholders geldt op alle niveaus van besluitvorming: op niveau van de landelijke politiek, binnen provincies, gemeentes, maar ook op het niveau van organisaties. Je geeft mensen de kans om te participeren, om hun stem te laten horen en daarmee draag je bij aan het verminderen van polarisatie. Je verkleint daarmee namelijk de kloof tussen de politiek en burgers. Spreek je bij politiek over burgerparticipatie, medezeggenschap is de wettelijk geregelde participatie op de werkvloer. Medezeggenschap voorkomt een hoge mate van verdeeldheid binnen organisaties. Medewerkers krijgen een stem, daarmee voelen zij zich gehoord en wordt de binding met de organisatie sterker.

Een voorbeeld van het belang van participatie op politiek niveau is de landelijke discussie rondom de CO2 en stikstof binnen de landbouw. Je zult daar de boeren bij moeten betrekken. Het gaat namelijk niet alleen om een klimaatvraagstuk, maar ook om een sociaal vraagstuk. Wat gebeurt er met een boerengemeenschap als boeren vanwege het klimaat moeten worden uitgekocht? Hoe zorg je voor waardig alternatief werk. Hoe realiseer je bijvoorbeeld dat de sociale gemeenschap en de voorzieningen overeind blijven. Vergaande besluiten over de hervorming van de landbouw kun je niet eenzijdig nemen, maar die moeten gebaseerd zijn op betrokkenheid, dialoog en samenwerking.

Je kunt dit voorbeeld doortrekken naar organisaties. Hoe zou het bijvoorbeeld zijn als de bestuurder van Tata Steel, dat een complexe verduurzamingsopgave heeft, maar ook een belangrijke werkgever is voor Velsen-Noord en omgeving, niet met de or en andere belanghebbenden als omwonenden, vakbonden, milieubewegingen, etc. zou praten over de noodzakelijke vergroening van het productieproces?

David van Reybrouck, een Belgische cultuurhistoricus en schrijver gaf onlangs een lezing bij de bijeenkomst van Europese klimaat- en milieuministers. Hij ging daarbij in op een onderzoek van twee jonge hoogleraren, Michael MacKenzie en Didier Caluwaerts. Uit dit onderzoek blijkt dat wanneer gewone burgers de kans kregen om samen klimaatbeleid te bespreken, ze extra bereid waren om ook zelf offers te brengen, zoals het betalen van hogere belastingen op benzine. Zelfs als de positieve effecten op het klimaat pas na twee generaties zouden optreden. Er is dus een verband tussen overleg en steun voor klimaatmaatregelen. Van Reybrouck vatte dit mooi samen in de zin: “je kan niet decarboniseren zonder te democratiseren.” Dat betekent volgens mij dat je klimaatmaatregelen niet van bovenaf moet opleggen, omdat dit tot onrust in de samenleving leidt. Als er meer overleg is tussen politici en burgers, maar ook op organisatieniveau tussen medewerkers en bestuurders - is de kans op onrust veel kleiner en ontstaat er meer draagvlak voor besluiten die moeten worden genomen. Dat geldt natuurlijk niet alleen voor klimaatmaatregelen, maar voor alle moeilijke vraagstukken.

De SER adviseert de regering en het parlement over vraagstukken die betrekking hebben op brede welvaart. Het uiteindelijke verschil kan worden gemaakt binnen organisaties. De SER wordt wel eens de belichaming van het poldermodel genoemd. Daarmee wordt bedoeld dat er net zo lang wordt “gepolderd” (met elkaar wordt overlegd) tot de organisaties van werknemers en werkgevers, onafhankelijke kroonleden en andere belanghebbenden, het met elkaar eens worden en tot een gezamenlijk advies of richtlijn kunnen komen. Je zou organisaties kunnen zien als een soort mini polder: ook in organisaties moeten werkgever en werknemers en andere belanghebbenden, gezamenlijk draagvlak ontwikkelen voor een advies of een beleidslijn.

Vandaag gaan jullie in gesprek over toekomstgerichte medezeggenschap: medezeggenschap over strategische onderwerpen waar je als organisatie vroeg of laat mee te maken krijgt. Denk aan verduurzaming van je productieproces, geopolitieke verschuivingen waardoor je transportlijn in de toekomst misschien in gevaar komt, arbeidsmarktkrapte door vergrijzing, kunstmatige intelligentie. Onderwerpen die vaak een directe relatie hebben met brede welvaart en die de doelstellingen van de SER raken.

Het is bij dit soort complexe vraagstukken belangrijk dat er vroegtijdig met elkaar wordt verkend welke maatschappelijke ontwikkelingen effect gaan hebben op de organisatie waar jij werkt, of waaraan jouw organisatie vanuit een maatschappelijke verantwoordelijkheid wil bijdragen. Het belang hiervan onderschrijft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ook in haar recente Kamerbrief, waarbij ze verwijst naar het Nalevingsonderzoek over medezeggenschap in organisaties. Uit dit onderzoek blijkt dat de rol van de or op de genoemde thema’s versterkt moet worden.

Bij deze vroegtijdige gesprekken over complexe strategische vraagstukken ligt er nog geen voorgenomen besluit. Vaak zijn de gevolgen voor het personeel nog niet bekend en kan de WOR nog in de kast blijven liggen. Dit is hét moment waarop de medezeggenschap het meest waardevol is. De ervaring en de denkkracht van de werkvloer wordt hiermee optimaal benut en dat komt de besluitvorming later ten goede. Dit genereert ook meer draagvlak onder de betrokkenen voor de te nemen besluiten. Het vraagt wel een andere houding van zowel de ondernemingsraad als de bestuurder. Het vraagt om wederzijds vertrouwen, om een proactieve or die zich voldoende schoolt en weet waar hij het over heeft, om een bestuurder die zijn or als gelijkwaardige gesprekspartner ziet. Maar ook om het betrekken van andere partijen (bijvoorbeeld de omwonenden bij Tata Steel of de cliënten/patiënten in zorgorganisaties)

De WOR blijft een belangrijke wet om op terug te vallen als het nodig is, daar doe ik niets aan af. Deze wet is op bepaalde punten misschien wel wat achterhaald. Bepaalde vraagstukken waar we nu mee te maken hebben, vinden we niet terug binnen de WOR. Dat betekent echter niet dat de WOR niet bruikbaar is bij het agenderen van thema’s die de brede welvaart raken. De Commissie Bevordering Medezeggenschap zal deze ochtend een notitie presenteren met aandachtspunten voor het voeren van het goede gesprek over strategische onderwerpen, en hoe je de WOR hierbij kunt gebruiken. Een volgende stap is misschien om de wettekst van de WOR aan te passen, maar het aanpassen van wetten vraagt vaak om een lange adem. Organisaties moeten daar zeker niet op gaan wachten.

Mijn oproep aan jullie is om vooral niet weg te kijken van grote vraagstukken. Denk niet dat de politiek het wel oplost of dat het aan jullie organisatie voorbij zal gaan. Maatschappelijke vraagstukken en uitdagingen zijn van ons allemaal en gezamenlijk zullen we moeten werken aan oplossingen. Begin liefst vandaag nog te praten over de toekomstbestendigheid van jouw organisatie en neem daarbij de economische, sociale en ecologische dimensies mee. Zo dragen we allemaal bij aan het bevorderen van brede welvaart en dat is in het belang van ons allemaal en van generaties na ons.

 

Medezeggenschap: dit is het en zo ga je ermee werken

Medezeggenschap: wat is het, waarom is het belangrijk en hoe kun je het zelf vormgeven? Meer over de verschillende vormen en praktische tips.