Viering Internationale Vrouwendag blijft nodig

Vandaag 8 maart vieren we voor de 102e maal Internationale Vrouwendag. Je kunt je afvragen of dit nog wel nodig is. Vrouwen in Nederland doen het toch prima? Ze doen het tegenwoordig zelfs beter dan jongens in het onderwijs, werken steeds meer en stromen vaker door naar hogere posities.

Illustratie verschillende vrouwen voor internationale vrouwendag
Nederland wordt hierdoor gezien als geëmancipeerd land. Toch is op de arbeidsmarkt de positie van veel vrouwen nog niet gelijkwaardig aan die van mannen. Zo hebben vrouwen minder kansen op werk, verdienen ze vaker minder voor hetzelfde werk en maken ze minder snel promotie. Terwijl jongere generaties vrouwen inmiddels vaker hoogopgeleid zijn dan mannen: 52% van de jonge vrouwen heeft een hbo- of wo-diploma, tegenover 42% van de jonge mannen. Hoe komt dit?

Nederland vijfde op de Gender Equality Index

Het verschil tussen de posities van vrouwen en mannen op de Nederlandse arbeidsmarkt verkleint. Steeds meer vrouwen werken meer én langer. In 2019 werkten Nederlandse vrouwen gemiddeld 28 uur. Dit zorgt ervoor dat vrouwen economisch zelfstandiger worden. Wel is er binnen de groep vrouwen sprake van onderlinge verschillen. Zo zijn Nederlands-Surinaamse en Nederlands-Antilliaanse vrouwen vaker economische zelfstandig dan Nederlandse vrouwen zonder migratieachtergrond.

Op Europees vlak scoort Nederland een ‘Gender Equality Index’ van 74,1% (2020). Deze index meet de vooruitgang van gendergelijkheid binnen landen van de Europese Unie. Nederland staat op de vijfde plaats achter Zweden, Denemarken, Frankrijk en Finland. Alhoewel de score van Nederland 6,2 punten boven het Europese gemiddelde ligt, is er toch reden tot zorg. Sinds 2010 is Nederland slechts 0,1 procentpunt gestegen en in de rangschikking zelfs twee plaatsen gezakt. Waar komt dit door?

Een van de oorzaken is de hardnekkige ongelijke spreiding van vrouwen en mannen tussen verschillende beroepssectoren. Dit is een gevolg van het lagere aantal vrouwelijke studenten in bèta-studierichtingen. Gemiddeld studeren er in Nederland veel minder vrouwelijke studenten af in bèta-technische studierichtingen. Het gevolg hiervan is dat vrouwen minder instromen in technische beroepen, in de ICT en financiële sector. Dit zijn juist sectoren waar voor carrière veel kansen liggen.

Nog steeds minder vrouwen op besluitvormende posities

Vrouwen in Nederland zijn minder goed vertegenwoordigd in de top, zoals in de raden van besturen van beursgenoteerde bedrijven. Tegenwoordig is 1 op de 4 bestuurders die wordt aangenomen aan de top van grotere Nederlandse bedrijven een vrouw.

Het percentage vrouwelijke bestuurders en commissarissen bij beursgenoteerde bedrijven is in 2020 wel toegenomen tot 12,5% respectievelijk 29,5%. Dit is positief maar van gendergelijkheid is absoluut nog geen sprake. Dat laat ook de Gender Equality Index zien waarin Nederland 5 posities is gedaald als het gaat om de vertegenwoordiging van vrouwen op besluitvormende posities. De Tweede Kamer heeft daarom recent ingestemd met een wetsvoorstel voor een betere man/vrouw verhouding in de top van het bedrijfsleven. Bedrijven moeten nu écht werk maken van meer diversiteit en inclusie in hun bedrijf. Dit is volgens SER-voorzitter Mariëtte Hamer ook hard nodig:

“Door deze wet zullen bedrijven verplicht worden om beter te kijken naar het potentieel van vrouwen en zullen de kwaliteiten van vrouwen beter benut worden. En dit komt ook ten goede aan de kwaliteit van het Nederlandse bedrijfsleven.”

Om bedrijven te helpen bij de uitvoering van de wet biedt de SER met onder andere de databank van SER-topvrouwen en het Charter Diversiteit directe ondersteuning aan de bedrijven om de gender diversiteit te bevorderen.

Ondertekenaars Charter Diversiteit voor gendergelijkheid

De positie van vrouwen binnen het bedrijf is voor veel werkgevers een belangrijk aandachtspunt. Zo zet meer dan de helft van de ondertekenaars van het Charter Diversiteit in op meer gendergelijkheid op de werkvloer. De Monitor Charter Diversiteit 2019 van Diversiteit in Bedrijf laat zien dat bedrijven focussen op het vergroten van de instroom van vrouwen (47%) én van de doorstroom van vrouwen (40%) naar hogere posities in de organisatie. Belangrijke instrumenten voor het verbeteren van de instroom- en doorstroom van vrouwen zijn het genderbewust maken van vacatureteksten, het trainen van recruiters en selectiecommissies in selecteren zonder vooroordelen, het divers samenstellen van selectiecommissies en het standaardiseren van de selectieprocedures.

Op zoek naar rolmodellen

Bedrijven realiseren zich daarnaast dat vrouwelijke rolmodellen van cruciaal belang zijn voor het binnenhalen, behouden en ontwikkelen van vrouwelijk talent. Yvonne Hermkens, manager voor ontwikkelingsfonds van de installatiebranche, benadrukt dat vrouwen een enorm waardevol arbeidspotentieel zijn:

“Juist in deze tijd, waarin de sector kampt met personeelstekorten, worden bedrijven zich er meer van bewust dat de andere helft van de beroepsbevolking een enorm waardevol arbeidspotentieel is. Vrouwen brengen creativiteit en een ander perspectief op de werkvloer. Ze zijn communicatief sterk, waardoor ze goed met klanten kunnen omgaan. Vrouwen zijn ook een belangrijke doelgroep van de installatiebranche. Met meer vrouwelijke medewerkers kunnen installatiebedrijven hun klanten beter bedienen.”

Bedrijven kunnen ook werken aan rolmodellen met behulp van mentorprogramma’s. Ingenieurs- bureau en Charterondertekenaar Stantec onderzocht hoe ze vrouwelijk talent beter aan het hun bedrijf konden binden. Op basis van de resultaten introduceerde Stantec een tweejarig mentorprogramma voor vrouwen.

Loonkloof

Steeds meer bedrijven doen verder intern onderzoek naar de beloningsverschillen tussen vrouwen en mannen. Zo vond pensioenuitvoerder APG in 2019 een beloningsverschil van 2,2% in het bedrijf. Het bleek dat 125 vrouwelijke medewerkers voor hetzelfde werk minder werden beloond dan hun mannelijke collega’s. Volgens APG komt dit doordat vrouwen onder mannelijke leidinggevenden minder snel promotie maken, waardoor hun salaris vanzelfsprekend minder hard groeit. Naar aanleiding van dit onderzoek ontvingen de 125 vrouwelijke medewerkers uiteindelijk 10% meer salaris.

Boetes voor bedrijven met te grote loonkloof

Het wordt tijd dat bedrijven verantwoording afleggen over deze loonverschillen tussen vrouwen en mannen, vindt ook de Europese Commissie. De Europese Commissie presenteerde recent een voorstel met een aantal maatregelen om de loonkloof te dichten. Zo moeten vrouwen compensatie krijgen als ze onterecht een lager loon hebben gekregen dan mannelijke collega’s en moeten boetes aan bedrijven kunnen worden opgelegd die zich niet houden aan de regels voor gelijke beloning. Daarnaast krijgt personeel het recht om de werkgever te vragen naar informatie over de lonen binnen het bedrijf (uitgesplitst naar geslacht). Verder moeten bedrijven met minimaal 250 werknemers duidelijk maken of er sprake is van een loonkloof. Het gaat hier uiteindelijk om een voorstel. Het Europees Parlement en de Raad moeten nog instemmen. Wanneer beiden instemmen dan hebben de lidstaten nog twee jaar om de maatregelen te implementeren.

Viering Internationale Vrouwendag blijft nodig

Kortom, ondanks dat vrouwen in Nederland meer en vaker zijn gaan werken is er op de arbeidsmarkt nog steeds geen sprake van gendergelijkheid. Zo lang vrouwen in Nederland minder kansen krijgen en niet gelijk worden beloond, is het éxtra belangrijk dat Vrouwendag ons hieraan herinnert en bedrijven ertoe aanzet de positie van vrouwen duurzaam te versterken.

Twee vrouwen bij beursgong
Enaam Ahmed Ali, board member van UN Women Nederland, luidde daarom de beursgong. Dit deed ze samen met Simone Huis in ’t Veld, CEO van Euronext Amsterdam, en Marianne Brackel, commissie lid van Women in ETFs. Ⓒ FOTO EURONEXT