SER-advies

Reactie SER op wetsvoorstel ruimte voor duurzaamheidsinitiatieven

Er kan meer ruimte komen voor gezamenlijke duurzaamheidsinitiatieven van bedrijven. Ook als zulke samenwerkingen tegen mededingingsregels aanlopen.

Het wetsvoorstel “Ruimte voor Duurzaamheidsinitiatieven” biedt daarvoor een oplossing. Het is dan wel zaak extra waarborgen in te bouwen bij de beoordeling en de besluitvorming.

Dat is de kern van de reactie van de SER, samen met de Consumentenbond en Stichting Natuur en Milieu, op een wetsvoorstel dat Minister Kamp van Economische Zaken in internetconsultatie heeft gebracht.
De wet is volgens de SER een tussenoplossing totdat binnen de Nederlandse en Europese mededingingsregels ruimte is gemaakt voor gezamenlijke duurzaamheidinitiatieven

Belemmeren

Met het wetsvoorstel wil de minister aan de ene kant voorkomen dat mededingingsregels gezamenlijke duurzaamheidsinitiatieven onnodig belemmeren. Aan de andere kant waakt hij ervoor dat onder het mom van duurzaamheid de concurrentie wordt beperkt en de consument benadeeld wordt.

Dit dilemma speelt al langer. In het kader van eerlijke concurrentie mogen bedrijven geen onderlinge afspraken maken over prijs, kwaliteit en hoeveelheid. Ook niet als het gaat over milieu, dierenwelzijn of mensenrechten. Dit speelde bijvoorbeeld bij de gezamenlijke afspraak uit het Energieakkoord om kolencentrales te sluiten, het initiatief om door de Kip van Morgen het dierenwelzijn te verbeteren en bij afspraken tussen textielbedrijven over betere werkomstandigheden in buitenlandse fabrieken.

Tijdelijke maatregel

De SER steunt Kamp in zijn voornemen om het dilemma nu wettelijk op te lossen. Het moet wel een tijdelijke maatregel zijn te beginnen voor vijf jaar. Uiteindelijk moet de oplossing ingebed worden in Europese mededingingsregels.

Op verschillende punten adviseert de SER het wetsvoorstel te verduidelijken en aan te scherpen. Dat begint bij het verzoek aan de minister om een duurzaamheidsinitiatief om te zetten in een wettelijke regel en de advies- en consultatiefase. Vervolgens benoemt de reactie punten bij de beoordeling en besluitvorming door de minister. En tot slot gaat het ook over de beoordeling door het parlement en de mogelijkheden voor ontheffing en vrijstelling.