Wijzigingen WOR stimuleren deelname aan or

De Eerste Kamer heeft op 14 december 2021 het wetsvoorstel Verzamelwet SZW 2022 aangenomen. Dit betekent dat vanaf 1 januari 2022 de WOR op enkele belangrijke punten is gewijzigd.

Een aantal personen in overleg © Shutterstock

Deze wijzigingen zijn ingegeven door het advies van de SER commissie Bevordering Medezeggenschap, CBM, naar aanleiding van een verzoek van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om te onderzoeken welke belemmeringen werknemers ervaren om zitting te nemen in de or. De CBM deed onder meer aanbevelingen om het or-werk aantrekkelijker te maken. Ook is het advies gegeven om de termijnen voor passief en actief kiesrecht te verkorten en meer flexwerkers bij de medezeggenschap te betrekken

Het gaat om de volgende wijzigingen:

  • De wettelijke termijnen voor het actief kiesrecht (stemmen voor de or) en het passief kiesrecht (jezelf verkiesbaar stellen) worden gelijk en ingekort. De termijn voor actief kiesrecht was ten minste 6 maanden in dienst van de werkgever en voor passief kiesrecht was dit ten minste 12 maanden in dienst van de werkgever. In de nieuwe wet is dit voor beiden 3 maanden in dienst van de werkgever. Hiermee is artikel 6 lid 2 en 3 WOR gewijzigd. De mogelijkheid om via het or-reglement de termijnen te verlengen of verkorten blijft bestaan.
  • Ook uitzendkrachten kunnen zich voortaan sneller verkiesbaar stellen en ook eerder zelf meedoen met or-verkiezingen. Ze kregen na 24 maanden medezeggenschapsrechten. In de nieuwe wet is dit na 15 maanden. Dit betekent een wijziging van artikel 1 lid 3 onderdeel a WOR. Na 18 maanden (dat wil zeggen de 15-maandentermijn plus 3 maanden) heeft de uitzendkracht actief en passief kiesrecht bij het bedrijf dat hem/haar inleent. Het doel van deze wijziging is de betrokkenheid van uitzendkrachten bij de medezeggenschap vergroten. De mogelijkheid om de termijnen te verlengen of verkorten blijft bestaan.
     
  • Voor vaste commissies was de hoofdregel dat een meerderheid van de leden or-lid moet zijn. In de nieuwe wet is die hoofdregel losgelaten: naast een of meer leden van de or kunnen ook andere in de onderneming werkzame personen zitting hebben in een vaste commissie. Deze wijziging kan bijdragen aan het verminderen van de werkdruk van or-leden. Als een vaste commissie niet in meerderheid uit or-leden bestaat, blijft het advies- en instemmingsrecht wel bij de or liggen. Voor deze aanpassing is artikel 15 lid 2 WOR gewijzigd.

Tips voor aanpassen or-reglement

Deze wijzigingen van de WOR zijn op 1 januari 2022 ingegaan. Een or doet er verstandig aan om te bekijken welke termijnen voor actief en passief kiesrecht hij zou willen hanteren: de nieuwe wettelijke termijn of een daarvan afwijkende. Dat laatste is mogelijk mits het bevorderlijk is voor een goede toepassing van de WOR. De or kan daarbij kiezen voor een langere termijn dan de wettelijke, maar ook voor een kortere. Vervolgens moet de or zijn reglement hierop aanpassen. Belangrijk is ook om ervoor te zorgen dat de wijziging van het or-reglement in ieder geval plaatsvindt voor de eerstvolgende or-verkiezingen. De nieuwe termijnen gelden dan voor die or-verkiezingen.
Ook is het zaak de ondernemer in de gelegenheid te stellen iets van het gewijzigde or-reglement te vinden voordat het wordt vastgesteld.

In het geval de or-verkiezingen al op korte termijn plaatsvinden en de or al is gestart met de organisatie, is het redelijk om de termijnen van actief en passief kiesrecht uit het bestaande or-reglement te hanteren. Een aanpassing daarvan geldt dan voor de volgende verkiezingsronde.
.

Voor meer informatie: info@bedrijfscommissie.nl of t 070 3499561