13-06-2019
SERmagazine
Doorbraak Pensioenakkoord
Na jaren van onderzoek en overleg presenteerden de werkgeversverenigingen, vakbonden en minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken) bij de SER een principe-akkoord over een nieuw, meer toekomstbestendig pensioen. ‘De polder levert, en dat is goed voor Nederland’
Trudy van Dijk
‘Het is ons gelukt’, zegt Wouter Koolmees, minister van SZW over het principeakkoord rond pensioenen dat op 5 juni bereikt werd. Na negen jaar zijn de werkgeversverenigingen, vakbonden en het kabinet onder begeleiding van de SER het eens geworden over hoe een nieuw toekomstbestendig pensioenstelsel eruit moet zien.
Koolmees: ‘Ik ben blij dat – na al die kopjes koffie, onderhandelingen en terechte zorgen van veel mensen – de vakbonden, de werkgeversorganisaties en de politiek nu samen een antwoord geven op de uitdagingen voor de toekomst. De polder levert, en dat is goed voor Nederland. Voor jong en oud. Goed voor jong, omdat de pensioenopbouw eerlijker wordt en de AOW-leeftijd ook op lange termijn minder hard stijgt. En goed voor oud omdat hun pensioen sneller verhoogd kan worden en omdat zij eerder kunnen stoppen als het niet meer gaat.’
Ook Mariëtte Hamer, door Koolmees als ‘de doorzetter van de SER’ betiteld, is zeer verheugd dat er na een lange periode van onderzoek, overleg en onderhandelen een akkoord is bereikt. ‘Het Nederlandse pensioenstelsel is een groot goed en staat bekend als een van de beste ter wereld. Maar een hervorming is nu echt dringend nodig. Met ons advies behouden we de sterke kanten, zoals lage kosten, verplichtstelling en een adequate pensioenopbouw. Tegelijkertijd hebben we verbeteringen voorgesteld, zodat pensioenregelingen begrijpelijker worden en beter aansluiten op de veranderende arbeidsmarkt.
Het was een complexe operatie die we zorgvuldig hebben uitgevoerd. Er komt nu een pensioenstelsel dat met veel draagvlak en vertrouwen tot stand is gekomen.’
SER-advies: Sterke punten behouden, zwakke punten aanpakken
De SER schetst in het advies ‘Naar een nieuw pensioenstelsel’ de contouren van een nieuw, duurzaam en transparant pensioenstelsel. Daarin worden de sterke punten van het huidige stelsel behouden en zwaktes aangepakt.
Sterktes
Om de kwaliteit van ons pensioenstelsel ook op langere termijn te waarborgen, stelt de SER voor aanpassingen te doen. Belangrijk is daarbij de volgende sterke elementen te behouden:
- Het werknemerspensioen is – samen met de AOW – ongeveer 75 procent van iemands gemiddelde loon.
- De verplichte deelname aan het werknemerspensioen maakt solidariteit mogelijk: risico’s in het opbouwen van pensioen kunnen worden gedeeld.
- Pensioenuitkeringen zijn levenslang. Dat voorkomt dat mensen hun pensioenvermogen te snel opmaken en aan het einde van hun leven te kort komen.
- Het pensioenstelsel heeft lage uitvoeringskosten. Daardoor kan een groot deel van de premie-inleg rendement opleveren.
Principe-akkoord: Wat is er afgesproken?
Op 5 juni presenteerde de SER zijn ontwerp-advies over de werknemerspensioenen, de tweede pijler in het huidige stelsel. Daarnaast hebben de werkgeversorganisaties, vakbonden en het kabinet een breder pakket van afspraken gemaakt over de stijging van de AOW-leeftijd, de koppeling tussen de pensioenleeftijd en de levensverwachting, vroegpensioen voor zwaar werk en arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp’ers. Wat hebben zij onder meer afgesproken? Het kabinet is bereid de AOW-leeftijd twee jaar te bevriezen op 66 jaar en 4 maanden, om daarna stapsgewijs te laten stijgen naar 67 jaar in 2024. Dat is drie jaar later dan nu gepland. Voor de lange termijn geldt: voor ieder jaar dat de gemiddelde levensverwachting stijgt, gaat de pensioenleeftijd niet met 1 jaar omhoog, maar met 8 maanden.